3. Resultaten
3.1 Slachtofferschap traditionele criminaliteit
LHBTQIA personen vaker slachtoffer van traditionele criminaliteit
LHBTQIA personen zijn vaker slachtoffer van traditionele criminaliteit dan niet-LHBTQIA personen (25 tegenover 19 procent). Dit geldt voornamelijk voor geweldsdelicten (10 tegenover 6 procent), maar ook voor vermogensdelicten (13 tegenover 10 procent) en vernielingen (8 tegenover 6 procent). Binnen de geweldsdelicten tegen LHBTQIA personen komt bedreiging het vaakst voor (6 procent), gevolgd door seksueel geweld (4 procent) en mishandeling (2 procent). Van al deze delicten worden ze vaker slachtoffer dan niet-LHBTQIA personen.
Dat LHBTQIA personen vaker slachtoffer zijn van vermogensdelicten dan niet-LHBTQIA personen, komt voornamelijk door hoger slachtofferschap bij (poging tot) woninginbraak (2,3 tegenover 1,8 procent), fietsdiefstal (6 tegenover 5 procent), (poging tot) zakkenrollerij/beroving (2 tegenover 1 procent) en overige diefstal (3 tegenover 2 procent). Er zijn geen verschillen tussen beide groepen wat betreft autodiefstal, diefstal uit of vanaf de auto, en diefstal van andere motorvoertuigen.
Vooral NBGQ personen vaak slachtoffer van geweld
Van alle LHBTQIA personen zijn vooral degenen met een non-binaire/genderqueer (NBGQ) identiteit, homoseksuele mannen en bi-plus vrouwen vaker slachtoffer van traditionele criminaliteit. Zo werd 13 procent van de bi-plus vrouwen en 10 procent van de homoseksuele mannen slachtoffers van een geweldsdelict. Bij NBGQ personen was dit maar liefst 24 procent.
LHBTQIA personen (% personen van 15 jaar of ouder) | Niet-LHBTQIA personen (% personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Traditionele criminaliteit totaal | 24,9 | 19,2 |
Geweldsdelicten totaal | 9,6 | 6,1 |
Mishandeling | 1,6 | 1,1 |
Bedreiging met fysiek geweld | 6,2 | 4,5 |
Seksuele delicten | 4 | 1,6 |
Vermogensdelicten totaal | 13,2 | 10,3 |
(Poging tot) inbraak | 2,3 | 1,8 |
Fietsdiefstal | 6,4 | 4,7 |
Autodiefstal | 0,1 | 0,1 |
Diefstal uit auto | 0,6 | 0,6 |
Diefstal vanaf auto | 0,9 | 0,9 |
Diefstal andere voertuigen | 0,3 | 0,2 |
(Poging tot) zakkenrollerij, beroving | 1,9 | 1,3 |
Overige diefstal | 3,1 | 2,3 |
Vernielingen | 7,6 | 6,3 |
LHBTQIA slachtoffers ervaren meer negatieve gevolgen
Bovendien ervaren LHBTQIA slachtoffers van traditionele criminaliteit meer negatieve gevolgen dan niet-LHBTQIA slachtoffers (32 tegenover 25 procent van de slachtoffers). Dit verschil is het grootst bij de emotionele gevolgen (ervaren door 26 procent van de LHBTQIA slachtoffers tegenover 20 procent van de niet-LHBTQIA slachtoffers). Vooral transgender/NBGQ personen rapporteren veel emotionele gevolgen: 34 procent van de slachtoffers in deze groep heeft hier last van.
LHBTQIA personen (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Niet-LHBTQIA personen (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Totaal gevolgen | 32,1 | 25,4 |
Emotionele gevolgen | 25,8 | 19,8 |
Financiële gevolgen | 11 | 8,7 |
Lichamelijke gevolgen | 3,5 | 2,3 |
Dader geweld tegen LHBTQIA personen vaak onbekend
Ongeveer 36 procent van de LHBTQIA slachtoffers van geweld kende de dader. Dit is een even groot aandeel als bij niet-LHBTQIA slachtoffers. In de meeste gevallen is de dader van het geweld dus een onbekende. Wie de dader is wanneer het wel om een bekende gaat, verschilt ook niet tussen LHBTQIA en niet-LHBTQIA slachtoffers. Ongeveer 12 procent van de LHBTQIA slachtoffers van geweld geeft aan dat een buur de dader was, en ook vrienden worden relatief vaak genoemd als dader (5 procent). Wie de dader is, hangt af van het type geweld: bij mishandeling en bedreiging worden buren relatief vaak genoemd, terwijl seksueel geweld voornamelijk door vrienden wordt gepleegd (voor zover de dader bekend is; bij alle geweldsdelicten is dat dus meestal niet het geval).
Totaal geweldsdelicten (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Bedreiging (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Mishandeling (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Seksueel geweld (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|---|
Buur | 12,4 | 16,0 | 13,9 | 3,5 |
Vriend | 4,7 | 2,4 | 1,5 | 6,7 |
Ex-partner | 3,0 | 2,6 | 4,5 | 1,9 |
Medestudent of -scholier | 2,8 | 1,9 | 2,1 | 2,6 |
Collega | 2,5 | 0,7 | 0,2 | 4,7 |
Familielid | 1,9 | 1,5 | 1,8 | 1,2 |
Bekende van sport of hobby | 1,4 | 1,3 | 0,2 | 1,0 |
Partner | 0,9 | 0,6 | 1,6 | 1,2 |
Leidinggevende | 0,6 | 0,5 | 0,1 | 0,6 |
Zorgverlener | 0,3 | 0,2 | 0,0 | 0,2 |
Docent | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,2 |
Andere bekende | 11,5 | 10,1 | 13,2 | 7,9 |
1)Meerdere daders per delict mogelijk. |
Geweld tegen LHBTQIA personen gebeurt vooral op straat
Geweld tegen LHBTQIA personen vindt bij mishandeling en bedreiging voornamelijk plaats op straat (ongeveer 35 procent van de LHBTQIA slachtoffers), terwijl seksueel geweld voornamelijk in uitgaansgebied voorkomt (36 procent van de LHBTQIA slachtoffers). De patronen met betrekking tot daders en locaties verschillen niet significant tussen LHBTQIA en niet-LHBTQIA slachtoffers. Hoewel LHBTQIA personen vaker te maken krijgen met geweld dan niet-LHBTQIA personen, zijn de daders en waar het geweld plaatsvindt vergelijkbaar.
Totaal geweldsdelicten (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Bedreiging (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Mishandeling (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Seksueel geweld (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|---|
Straat | 34,9 | 36,5 | 35,2 | 14,4 |
Uitgaansgebied | 18,0 | 3,9 | 9,5 | 35,5 |
Werk | 13,0 | 11,7 | 9,5 | 10,0 |
Thuis | 11,8 | 12,6 | 14,6 | 4,5 |
Horeca | 7,9 | 4,8 | 5,9 | 10,1 |
Bij iemand anders thuis | 5,1 | 1,8 | 4,8 | 8,6 |
OV | 4,9 | 3,0 | 2,0 | 6,0 |
School | 2,1 | 2,2 | 2,5 | 0,6 |
Winkel | 1,8 | 1,1 | 2,2 | 2,5 |
Anders | 7,5 | 5,4 | 8,9 | 6,0 |
Meeste slachtoffers doen geen aangifte
Ongeveer 35 procent van de LHBTQIA slachtoffers van traditionele criminaliteit doet hiervan melding bij de politie, en 30 procent doet aangifte. Dit verschilt niet significant van de percentages bij niet-LHBTQIA slachtoffers; er is dus geen verschil in aangiftebereidheid tussen beide groepen. Wel zijn er verschillen naargelang het type delict; zo doet 38 procent van de LHBTQIA slachtoffers van mishandeling aangifte, tegenover 5 procent van de LHBTQIA slachtoffers van seksueel geweld. Dit patroon is vergelijkbaar bij niet-LHBTQIA slachtoffers.
Ook zijn er binnen de LHBTQIA groep verschillen. Zo doen transgender mannen relatief vaak aangifte (44 procent van de slachtoffers), terwijl aseksuele en bi-plus vrouwen dit het minst doen (respectievelijk 25 en 26 procent van de slachtoffers).
Melding (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Aangifte (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Traditionele criminaliteit totaal | 34,8 | 29,9 |
Geweldsdelicten totaal | 25 | 17,6 |
Mishandeling | 45,2 | 38,4 |
Bedreiging met fysiek geweld | 29 | 20,3 |
Seksuele delicten | 8 | 5,2 |
Vermogensdelicten totaal | 42,6 | 39,2 |
(Poging tot) inbraak | 58,7 | 50,2 |
Fietsdiefstal | 39,9 | 37 |
Diefstal uit auto | 58,1 | 54,5 |
Diefstal vanaf auto | 47,9 | 45,7 |
(Poging tot) zakkenrollerij, beroving | 40,4 | 37 |
Overige diefstal | 23,2 | 22,1 |
Vernielingen | 18,5 | 15 |
1)Het aantal LHBTQIA slachtoffers van autodiefstal en diefstal van andere motorvoertuigen was te klein om betrouwbare cijfers over meldingen en aangiftes te kunnen laten zien. |
3.2 Slachtofferschap online criminaliteit
LHBTQIA personen vaker slachtoffer van online criminaliteit
Ook van online criminaliteit zijn LHBTQIA personen vaker slachtoffer dan niet-LHBTQIA personen (19 tegenover 16 procent). Het gaat dan voornamelijk om bedreiging en intimidatie (4 tegenover 2 procent), maar ook bijvoorbeeld om online oplichting en fraude (10 tegenover 9 procent). LHBTQIA personen worden vaker dan niet-LHBTQIA personen online bedreigd (2 tegenover 1 procent), gepest (2 tegenover 1 procent) en gestalkt (1,2 tegenover 0,8 procent). Ook worden ze vaker slachtoffer van verkoopfraude (2 tegenover 1 procent), phishing (1,1 tegenover 0,8 procent) en hacken (6,4 tegenover 5,6 procent). Er zijn geen verschillen in slachtofferschap bij aankoopfraude, fraude in het betalingsverkeer en identiteitsfraude.
Voornamelijk NBGQ personen blijken kwetsbaar voor online criminaliteit (31 procent), maar ook transgender vrouwen (22 procent), intersekse personen (22 procent) en homoseksuele vrouwen (21 procent) zijn relatief vaak slachtoffer.
LHBTQIA personen (% personen van 15 jaar of ouder) | Niet-LHBTQIA personen (% personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Online criminaliteit totaal | 18,8 | 15,6 |
Online oplichting en fraude | 10,2 | 9,4 |
Aankoopfraude | 7,4 | 7 |
Verkoopfraude | 1,8 | 1,3 |
Fraude betalingsverkeer | 1,3 | 1,1 |
Identiteitsfraude | 1 | 0,8 |
Phishing | 1,1 | 0,8 |
Hacken | 6,4 | 5,6 |
Hacken account | 5,2 | 4,6 |
Hacken apparaat | 2,7 | 2,4 |
Online bedreiging en intimidatie | 4,3 | 2,2 |
Online bedreiging | 1,7 | 0,8 |
Online pesten | 1,9 | 0,7 |
Online stalken | 1,2 | 0,8 |
Shamesexting | 0,8 | 0,4 |
Overige online delicten | 0,8 | 0,4 |
LHBTQIA slachtoffers van online criminaliteit ervaren vooral emotionele gevolgen
Net als bij traditionele criminaliteit ervaren LHBTQIA slachtoffers bij online criminaliteit meer negatieve gevolgen dan niet-LHBTQIA slachtoffers (27 tegenover 19 procent). Vooral op het vlak van emotionele gevolgen is het verschil groot (22 tegenover 15 procent). Net als bij traditionele criminaliteit ervaren met name transgender/NBGQ slachtoffers relatief vaak negatieve emotionele gevolgen (28 procent).
LHBTQIA personen (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | Niet-LHBTQIA personen (% van slachtoffers van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Totaal gevolgen | 26,7 | 18,5 |
Emotionele gevolgen | 21,8 | 14,7 |
Financiële gevolgen | 9,6 | 6,8 |
3.3 Onveiligheidsgevoelens
LHBTQIA personen voelen zich onveiliger
In vergelijking met niet-LHBTQIA personen, ervaren LHBTQIA personen meer onveiligheidsgevoelens, zowel in het algemeen (42 tegenover 34 procent voelt zich weleens onveilig) als in hun eigen buurt (18 tegenover 14 procent). Vooral NBGQ personen en bi-plus vrouwen hebben hier last van. Zo voelt 60 procent van de NBGQ personen en 58 procent van de bi-plus vrouwen zich weleens onveilig in het algemeen. In de eigen buurt liggen de percentages voor deze twee groepen op respectievelijk 32 en 23 procent.
Ook zijn LHBTQIA personen vaker bang om slachtoffer te worden (3 tegenover 2 procent is vaak bang) en schatten ze hun kans op slachtofferschap van verschillende misdrijven hoger in. Zo geeft 4 procent van de LHBTQIA personen zichzelf een (heel) grote kans om slachtoffer van mishandeling te worden, tegenover 2 procent van de niet-LHBTQIA personen.
LHBTQIA personen (% personen van 15 jaar of ouder) | Niet-LHBTQIA personen (% personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Algemeen | ||
Voelt zich weleens onveilig | 42,3 | 34,1 |
Voelt zich vaak onveilig | 3,1 | 1,7 |
In eigen buurt | ||
Voelt zich weleens onveilig | 18,2 | 13,7 |
Voelt zich vaak onveilig | 2,8 | 1,8 |
Bang om slachtoffer te worden van criminaliteit | ||
Soms | 13 | 11,7 |
Vaak | 2,7 | 1,8 |