5. Conclusie
Volgens de Huishoudensprognose 2024-2070 zal het aantal huishoudens in Nederland blijven groeien, van 8,37 miljoen in 2024 tot 9,97 miljoen in 2070. Het aantal eenpersoonshuishoudens neemt toe van 3,3 miljoen naar 4,3 miljoen. Het aantal meerpersoonshuishoudens neemt toe van 5,0 miljoen in 2024 naar 5,6 miljoen in 2070. De grote meerderheid van de meerpersoonshuishoudens betreft paren: 4,4 miljoen in 2024 en 4,8 miljoen in 2070. Zowel nu als in de toekomst zijn er iets meer paren zonder thuiswonende kinderen dan met thuiswonende kinderen. Het aantal eenouderhuishoudens zal naar verwachting toenemen van 618 duizend in 2024 naar 796 duizend in 2070. In de huidige prognose worden 186 duizend huishoudens meer verwacht in 2070 dan in de vorige Huishoudensprognose.
In 2024 bestond een gemiddeld huishouden uit 2,11 personen. In 2070 zal dat naar verwachting uit 2,02 personen bestaan. Deze daling komt vooral doordat steeds meer mensen alleen zullen wonen. De prognose voorziet dat de omvang van meerpersoonshuishoudens de komende jaren weinig verandert.
Momenteel woont bijna 19 procent van alle inwoners van Nederland alleenstaand en dat zal in 2070 21 procent zijn. 79 procent van de bevolking woont in een meerpersoonshuishouden. Dat zal licht dalen naar 77 procent in 2070. Daarnaast woont in 2070 nog 2,2 procent in een instelling, tegen 1,6 procent in 2024. Het aantal thuiswonende kinderen bedroeg 4,7 miljoen in 2024 en zal stijgen naar 5,2 miljoen in 2070.
Of het aantal huishoudens harder of minder hard zal groeien dan de prognose verwacht, hangt af van politieke keuzes en uitwerking van beleid, en daarnaast van economische, maatschappelijke en culturele processen die zich niet volledig laten voorspellen. De uitkomsten van deze prognose kunnen worden gebruikt als basis voor beleid en bestuur, op het terrein van bijvoorbeeld woningbouw, zorg en ruimtelijke ordening.
De Huishoudensprognose 2024-2070 is een landelijke prognose. Op lagere schaalniveaus, zoals provincies of gemeenten, kunnen ontwikkelingen anders uitpakken. Toch kan de landelijke Huishoudensprognose voor betrokkenen bij lagere overheden nuttig zijn, door inzichtelijk te maken hoe onderliggende processen zoals vergrijzing en uit-huis-gaan van jongeren de ontwikkeling van het aantal en type huishoudens beïnvloeden.
Om de ontwikkeling van huishoudens tot aan 2070 zo goed mogelijk te voorspellen is inzicht nodig in demografische processen in het verleden tot aan het heden. Dit draagt bij aan betere veronderstellingen als input van het prognosemodel. Meer onderzoek naar onder andere de oorzaken achter uitstel van uit huis gaan en paarvorming bij jongvolwassenen is wenselijk om de veronderstellingen verder te verbeteren.