2. Data en methoden
In het eerste deel van het artikel wordt voor mannen en vrouwen van verschillende leeftijden beschreven welk deel in de eerste vijf jaar na een (echt)scheiding is gaan samenwonen met een nieuwe partner. Hierbij wordt ook onderzocht wat het effect van de aanwezigheid van kinderen is op repartnering. Dit eerste deel is gebaseerd op registerinformatie uit het SSB (Bakker, Van Rooijen & Van Toor, 2014) en bevat alle 77 940 mannen en vrouwen die in 2014 een scheiding meemaakten, zowel na een huwelijk als na een periode van ongehuwd samenwonen, en die op dat moment tussen de 25 en 65 jaar oud waren. Vijf jaar na de scheiding is een betrekkelijk korte periode, maar wel de fase waarin de waarschijnlijkheid van repartnering het grootst is (Brown et al., 2019; De Graaf & Kalmijn, 2003). Mogelijk vervolgonderzoek kan zich richten op een langere periode na de scheiding.
In het tweede deel van het artikel wordt met behulp van enquêtegegevens uit het Onderzoek Gezinsvorming van het CBS uit 2003, 2008 en 2013 onderzocht welke relatiewensen gescheiden mannen en vrouwen voor de toekomst hebben. Aan degenen zonder vaste partner binnen of buiten het huishouden is gevraagd wat zij in de toekomst zouden willen: definitief geen relatie, het liefst een latrelatie of opnieuw samenwonen of trouwen. Door koppeling met registerinformatie uit het SSB over samenwoonperioden is voor alle gescheiden mensen uit deze enquêtes onderzocht welk deel vijf jaar na de enquête samenwoonde met een nieuwe partner.
De cijfers over scheiden, samenwonen en samenwoonwensen gaan zowel over partners van verschillend als van gelijk geslacht.
Meer informatie over de onderzoekspopulatie, de waarnemingsperiode, de identificatie van scheidingen, samenwoonperioden en woonsituatie van de kinderen, de vraagstelling in de enquête en de multivariate modellen staat in de bijlage.