Het verschil in opkomst tussen Tweede Kamerverkiezingen en gemeenteraadsverkiezingen

1. Inleiding

Een hoge opkomst bij verkiezingen wordt gezien als een belangrijke graadmeter voor een gezonde democratie (Lijphart, 2008). Een lage opkomst schaadt de legitimiteit van het politieke stelsel en kan ervoor zorgen dat mensen minder goed vertegenwoordigd worden (Lijphart, 2008). De opkomst voor de Tweede Kamerverkiezingen schommelt al jaren rond de 80 procent. Wel is sprake van een steeds groter wordend verschil in opkomst tussen de gemeenteraadsverkiezingen (lokale verkiezingen) en Tweede Kamerverkiezingen (landelijke verkiezingen). Dat de daling in de opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen aanhoudt, lijkt bijzonder: sinds 2015 zijn er namelijk meer zorgtaken van de nationale overheid naar de gemeenten overgeheveld, zoals de Participatiewet en jeugdzorg. Burgers zien ook in steeds grotere mate de lokale overheid als verantwoordelijk voor dit beleid (De Blok en Van der Burg, 2019) en verkiezingen zijn een ideale manier om het beleid goed of af te keuren. Een stijging in opkomst was dus de verwachting, niet een verdere daling (Park, Frantzeskakis en Shin, 2019).

Het is van belang om inzicht te krijgen in deze kloof tussen de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen en de Tweede Kamerverkiezingen. Meer inzicht kan tevens behulpzaam zijn bij de mogelijke implementatie van aanbevelingen die de Staatscommissie parlementair stelsel (commissie Remkes) recentelijk heeft ondernomen om de opkomst te verhogen bij verkiezingen (Staatscommissie Parlementaire Stelsel, 2018). De implementatie van de aanbevelingen van de commissie Remkes staat beschreven in het coalitieakkoord van 2021-2025 (VVD, D66, CDA en CU, 2021). Op 16 maart 2022 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen.

1.1 Opkomst Tweede Kamer- en gemeenteraadsverkiezingen1)
JaarTweede Kamerverkiezing (Opkomstpercentage)Gemeenteraadsverkiezing (Opkomstpercentage)
197067,2
197179,1
197283,5
197469,1
197788
197863,7
198187
19828168,3
198685,873,2
198980,3
199062,3
199478,765,3
199873,359,9
200278,957,7
200379,9
200680,458,2
201075,354,1
201274,6
201453,8
201781,9
201855
202178,7
Bron: Kiesraad. 1)In de grafiek zijn alleen de jaren opgenomen waarin Tweede Kamer- of gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden.
 

Om meer te begrijpen van bovengenoemde kloof wordt er specifiek gekeken naar de volgende verkiezingen: Tweede Kamer in 2017, gemeenteraad in 2018, en de herindelingen van de gemeenteraden in 2017 en 2018. Er wordt niet gekeken naar de toename van de kloof over de jaren heen. Er worden in dit onderzoek zowel kenmerken van de buurtbevolking als kenmerken van de omgeving in ogenschouw genomen als mogelijke verklaringen voor het verschil in opkomst tussen landelijke en gemeenteraadsverkiezingen. De eigenschappen van de buurtbevolking geven een indruk welke sociaaleconomische groepen mogelijk minder vaak stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen. De kenmerken van de omgeving betreffen kerncijfers van buurten, zoals aantal inwoners en bevolkingsdichtheid, en kenmerken van de verkiezingen, zoals welke partijen er mee doen. De mogelijke verklarende factoren zijn ontleend aan de verkiezingsonderzoeksliteratuur (voor een samenvatting zie: Smets en Van Ham, 2013; Cancela en Geys, 2016).

Het effect van sociaaleconomische achtergrondkenmerken op de keuze van mensen om al dan niet te gaan stemmen, wordt bijna altijd onderzocht door middel van enquêtes (micro). Voor het effect van omgevingskenmerken op de opkomst zijn in het verleden verschillende macro-onderzoeken (vergelijkingen van landen of gemeenten) uitgevoerd (Cancela en Geys, 2016). Het meeste onderzoek richt zich op het verklaren van de opkomst van één soort verkiezing. Dit onderzoek onderscheidt zich ten opzichte van andere onderzoeken omdat het verschil in opkomst tussen twee soorten verkiezingen centraal staat. Omdat zowel kenmerken van de buurtbevolking als omgevingskenmerken meegenomen worden, is er sprake van een analyse op mesoniveau, waarbij het buurtniveau de analyse-eenheid is.

Bij de analyse is gebruikgemaakt van openbare stembureaudata, verzameld door de kiesraad. Deze data bevat onder andere het aantal kiesgerechtigden en het aantal opgedaagde kiezers per stembureau. Aangezien stemmen anoniem gebeurt, en dus onbekend is wie er precies is komen opdagen, worden de stembureaus geaggregeerd naar buurtniveau. Zo kan de opkomst per buurt worden berekend. Aan deze buurten worden CBS-StatLine gegevens gekoppeld. De buurtgegevens van CBS-StatLine kunnen een goede schatting geven over welke personen wel of niet zijn komen opdagen. Om het verschil in opkomst dat ontstaat doordat er bij de gemeenteraadsverkiezingen en/of de Tweede Kamerverkiezingen meer of minder personen zijn komen opdagen goed te begrijpen, zijn beide verkiezingen ook individueel meegenomen in de analyse.