Auteur: Carin Reep
Financiële schade van criminaliteit tegen burgers

Technische toelichting

Deze toelichting beschrijft de methodiek die bij de berekening van de financiële schade door criminaliteit is gebruikt. Het gaat om:

  • de indeling van de delicten;
  • het ontdubbelen van delicten die samen voorvielen;
  • het omgaan met delicten met meerdere slachtoffers;
  • het imputeren van onbekende schadebedragen;
  • het corrigeren van onrealistische schadebedragen; 
  • het omgaan met opgeloste delicten.

Indeling delicten
Dit onderzoek richt zich alleen op de delicten waarbij financiële schade is ontstaan. Deze delicten zijn  onderverdeeld in 7 hoofdgroepen, namelijk:

  1. Diefstal van voertuigen (fietsdiefstal, autodiefstal, diefstal andere motorvoertuigen)
  2. Diefstal bij woninginbraak
  3. Overige diefstal (diefstal uit auto, diefstal vanaf auto, zakkenrollerij/beroving en overige diefstal)
  4. Fraude bij online handel (aankoop- en verkoopfraude)
  5. Fraude in het betalingsverkeer (bancair, niet-bancair)
  6. Overige online criminaliteit (identiteitsfraude, afpersing na hacken8), sextortion) 
  7. Vernieling (bij (poging) tot inbraak, tuin, huis, auto, motor, scooter, brom-, of snorfiets, fiets, anders). 

Fraude in het betalingsverkeer is in dit artikel gedefinieerd als alle vormen van criminaliteit waarbij de dader toegang kreeg tot de rekening van het slachtoffer of waarbij het slachtoffer zelf geld overmaakte naar aanleiding van spoofing. Hiermee wordt aangesloten bij de definitie van de Nederlandse Vereniging van Banken die zowel bancaire fraude (waarbij de crimineel toegang tot de rekening had) als niet-bancaire fraude (waarbij het slachtoffer zelf het geld overmaakt naar de dader) tot fraude in het betalingsverkeer rekent. In de Veiligheidsmonitor 2021 is de inventarisatie of een crimineel toegang heeft gehad tot de bankrekening door middel van een vrij ruime vraag gesteld en het vermoeden bestaat dat ook niet-criminele transacties (bijvoorbeeld automatische incasso’s van officiële instanties) hierbij zijn meegeteld. Aangezien bij de vraag over de werkwijze van de dader bij het antwoord ‘anders’ niet bekend is wat precies gebeurd is, zijn alle delicten die tot deze categorie behoren of waarbij de werkwijze door de respondent niet is ingevuld bij dit onderzoek niet meegeteld, tenzij ze samengingen met een ander delict dat in de enquête werd opgegeven of als de respondent aangaf dat hij/zij het gemeld heeft bij de politie of Fraudehelpdesk. 

In de Veiligheidsmonitor is na de vragenblokken over specifieke delicttypen ook een afsluitend vragenblok ‘overige delicten’ opgenomen, waarin de respondent in een open vraag kon invullen wat er was gebeurd. Uit een analyse van de antwoorden op deze open vraag bleek dat er veel ruis in deze antwoorden zat en dat veel delicten die al eerder aan bod kwamen nogmaals zijn opgegeven. Deze categorie ‘overige delicten’ is daarom in deze analyse niet meegenomen.  

Ontdubbelen van delicten die gelijktijdig gebeurden
Anders dan bij de gebruikelijke werkwijze bij de verslaglegging van slachtofferschap is in dit onderzoek ‘ontdubbeld’ op delicten die tegelijk of als direct gevolg van een ander delict gepleegd werden. Als deze ontdubbeling niet zou zijn uitgevoerd zou de financiële schade van één delict ten onrechte twee keer worden meegeteld en tot een overschatting leiden. Een voorbeeld is een fiets die bij inbraak gestolen wordt. Bij de gangbare rapportage wordt het slachtoffer geteld als slachtoffer van ‘inbraak’ én als slachtoffer van ‘fietsdiefstal’. Aangezien deze analyse ook een totaalcijfer voor de financiële schade geeft is in dit voorbeeld het slachtoffer alleen als slachtoffer van ‘inbraak’ meegerekend. Bij de delicten die online worden gepleegd gaat het soms om een keten van voorvallen waarbij hacken en spoofing vaak als modus operandi fungeren om een achterliggend delict te plegen. Een oplichter zegt bijvoorbeeld van een helpdesk te zijn (= helpdeskfraude), hackt je account (= hacken) en haalt je bankrekening leeg (= bankfraude). Deze ketendelicten zijn ingedeeld bij het laatst resulterende (in de enquête bekende) type delict, in dit voorbeeld dus bankfraude. 

Deze ontdubbeling kon worden toegepast omdat de slachtoffers in de enquête zelf kunnen aangeven of een delict samenviel met een ander delict. Daarnaast is bij delicten die vaak samengaan in de analyse gekeken naar exact overeenkomende schadebedragen, die aannemelijk maken dat het om een en hetzelfde delict gaat. Tabel B1 geeft het aantal delicten weer vóór en na corrigeren voor onderlinge samenhang.

T1. Schatting aantal in 2021 gepleegde delicten, vóór en na rekening houden met onderlinge samenhang
Zoals gemeten Na exclusie wegens onderlinge samenhang1)
Diefstal van voertuigen Fiets 735 357 725 076
Diefstal van voertuigen Auto 10 755 10 013
Diefstal van voertuigen Ander motorvoertuig 35 884 34 238
Diefstal bij woninginbraak 48 321 48 321
Overige diefstal Uit auto 82 040 78 651
Overige diefstal Vanaf auto 129 898 127 858
Overige diefstal Zakkenrollerij/ beroving 110 018 107 529
Overige diefstal Overig 414 460 410 844
Fraude bij online handel Bij aankoop 1 322 716 1 298 345
Fraude bij online handel Bij verkoop 285 172 204 154
Fraude in het betalingsverkeer2) 177 644 160 727
Overige online criminaliteit Identiteitsfraude 11 788 9 595
Overige online criminaliteit Afpersing na hacken 3 083 3 083
Overige online criminaliteit Sextortion 1 681 1 626
Vernieling Bij (poging) tot inbraak 95 510 95 510
Vernieling Overige vernieling 977 545 972 315
Totaal 4 441 874 4 287 885
1) Aantal delicten inclusief de opgeloste delicten.
2) Uitsplitsing in bancair en niet-bancair is op het oorspronkelijke bestand niet mogelijk.

Omgaan met delicten met meerdere slachtoffers
Het CBS publiceert normaliter over het aantal slachtoffers. Bij de meeste onderzochte delicten in de Veiligheidsmonitor wordt één persoon slachtoffer van één delict (denk bijvoorbeeld aan zakkenrollerij). Bij sommige delicttypen daarentegen kunnen van één delict meerdere personen slachtoffer worden, zoals bij woninginbraak waarbij het hele huishouden slachtoffer is. Verder is het bij diefstallen van/uit/vanaf de auto, bij vernieling en bij fraude in het betalingsverkeer lastig te bepalen of de respondent het hele huishouden vertegenwoordigt, of een deel daarvan, of alleen zichzelf. In de Veiligheidsmonitor is namelijk niet gevraagd of het gestolene/vernielde/van de rekening geplunderde gemeenschappelijk bezit van het hele huishouden of van enkele huishoudleden gezamenlijk was. Voor de bepaling van het totale aantal delicten en de totaalschade is het van belang dat ieder delict één keer meegerekend wordt. Woninginbraken, diefstallen van/uit/vanaf de auto en vernieling zijn daarom op huishoudniveau berekend. Bij fraude in het betalingsverkeer is aangenomen dat de rekening van 2 personen was in het geval dat de respondent samenwoont met een partner. Voor het geval de geplunderde rekening toch de persoonlijke rekening van de respondent zelf was, is het weergegeven cijfer dus in feite een onderschatting.

Imputeren onbekende schadebedragen of vergoede bedragen
Soms werd op de vragen naar bedragen geen antwoord gegeven. Het kan zijn dat een slachtoffer geen schadebedrag invulde omdat de schade verwaarloosbaar was. In dit onderzoek is echter de aanname gedaan dat de slachtoffers het bedrag in deze gevallen niet weten, omdat het bijvoorbeeld moeilijk is om de waarde van gestolen spullen in te schatten, of omdat men het schadebedrag vergeten is. Ook is het vergoede bedrag niet altijd bekend bij het slachtoffer, bijvoorbeeld in het geval de verzekeraar zorgt voor herstel van de schade bij vernieling. Voor de bepaling van de totale financiële schade zijn deze onbekende bedragen geïmputeerd op basis van data over bekende waarnemingen bij vergelijkbare delicten. Hierbij is gestratificeerd naar zoveel mogelijk informatie over het delict. Voor elk delicttype is de volgende methode gehanteerd:

Bij onbekende bedragen van schade (bijvoorbeeld waarde van de gestolen spullen) is deze geïmputeerd met de mediane waarde van de bekende schades, waarbij indien mogelijk is gestratificeerd naar informatie over het gestolen goed (bijv. soort fiets, soort motorvoertuig, is men wel/niet binnen geweest bij inbraak, wat is er gebeurd bij online fraude?) en of het een voorval met veel impact was (afgeleid uit de vraag waarom men geen aangifte heeft gedaan met als reden dat ‘het niet zo belangrijk’ was). 

Indien (nog) onbekend was of de verzekering of bank iets vergoed heeft is dit geïmputeerd met de kans op ‘ja’ van de bekende antwoorden. 

Bij onbekende bedragen van vergoeding is eerst geïmputeerd of het gehele schadebedrag is vergoed (op basis van de kans op totale vergoeding bij de bekende). Indien niet het gehele bedrag vergoed werd is de hoogte van de vergoeding geïmputeerd met de gemiddelde fractie van de bekende vergoedingen bij niet volledige vergoedingen. 

Tabel T2 geeft per delict weer hoeveel bruto schadebedragen er op deze manier zijn geïmputeerd. In totaal zijn er van de 44 duizend delicten ruim 9 duizend geïmputeerd. Ruim de helft van deze geïmputeerde bedragen betreft de schade bij vernieling.

T2. Geïmputeerde en gecorrigeerde schadebedragen per delict
Aantal waarnemingenAantal geïmputeerde bruto-schadebedragenLaagst gecorrigeerde bedrag (in euro)Aantal gecorrigeerde bedragenAantal 'opgeloste' delicten
Diefstal van voertuigenFiets5 730403100 0002123
Diefstal van voertuigenAuto21753-02
Diefstal van voertuigenAnder motorvoertuig25848-07
Diefstal bij woninginbraak71514450 00082
Overige diefstalUit auto1 427282-014
Overige diefstalVanaf auto2 13847920 000548
Overige diefstalZakkenrollerij/ beroving1 054142100 000126
Overige diefstalOverig3 30953365 000289
Fraude bij online handelBij aankoop11 59678010 50014103
Fraude bij online handelBij verkoop1 58145911 0001298
Fraude in het betalingsverkeerBancair1 371201Afhankelijk van
modus operandi1)
650
Fraude in het betalingsverkeerNiet-bancair934174Afhankelijk van
modus operandi1)
59
Overige online criminaliteitIdentiteitsfraude11825150 00021
Overige online criminaliteitAfpersing na hacken29475 00011
Overige online criminaliteitSextortion123-00
VernielingBij (poging) tot inbraak1 36950823 000533
VernielingTuin593244-018
VernielingHuis1 044617-051
VernielingAuto7 8943 47399 9802173
VernielingMotor, scooter, brom-, of snorfiets21564-06
VernielingFiets1 588512-0114
VernielingAnders609305-024
Totaal43 8019 45365992
1) Dit varieert per modus operandi: Helpdeskfraude 450 000 euro, Vriend-in-noodfraude 236 070 euro, Nepboete/factuur 9 000 euro, Spoofing overig 150 000 euro en overige 10 500 euro.

Veel slachtoffers konden niet aangeven hoe hoog de schade was. Vooral bij vernieling was de schade vaak niet bekend; ruim 40 procent van de slachtoffers gaf hierop geen antwoord. Ook bij diefstal, waarbij gevraagd werd naar de waarde van het gestolen goed, bleek dit lastig. Zo gaf bijna een kwart van de slachtoffers van woninginbraak en van autodiefstal niet aan wat de waarde van de gestolen spullen respectievelijk de auto ongeveer was. Bij delicten waarbij direct geld werd overgemaakt (bijvoorbeeld online aankopen, geld overmaken naar aanleiding van spoofing) werd de schade het vaakst ingevuld. Bij enkele van deze delicten was de vraagstelling in de Veiligheidsmonitor 2021 echter niet heel concreet. Indien men bij bankspoofing bijvoorbeeld aangaf geld te hebben overgemaakt naar een ‘veilige rekening’ werd daarna gevraagd of men geld kwijt was. Slachtoffers die de schade vergoed hebben gekregen zullen hier ‘nee’ in hebben gevuld, waardoor het bedrag dat ze hadden overgemaakt onbekend bleef. 

Corrigeren onrealistische schadebedragen
De enquête van de Veiligheidsmonitor bevat geen controle op ingevulde schadebedragen en ook tikfouten worden niet gecorrigeerd. Bekend is dat bij slachtofferenquêtes een deel van de respondenten de schadebedragen niet naar  waarheid invult of overdrijft (Florêncio en Herley, 2012). Hierdoor zijn opgegeven bedragen soms onwaarschijnlijk hoog. Aangezien bij enquête-onderzoek de antwoorden van de ondervraagde steekproefpersonen worden geëxtrapoleerd/vermenigvuldigd naar de totale onderzoekspopulatie (de 15-plus bevolking) worden extreme bedragen sterk ‘opgeblazen’. Zeker bij relatief weinig voorkomende delicten (en dat zijn de meeste) heeft dit grote invloed op de schatting van de totaalschade. Het is echter lastig om representatieve uitbijters (kloppende hoge bedragen die moeten worden meegeteld) te onderscheiden van niet-representatieve uitbijters (foute opgave en overdrijvingen van bedragen die niet moeten worden meegeteld). Per delicttype zijn enkele bedragen gecorrigeerd. Hiertoe is het hoogste schadebedrag bepaald dat nog realistisch is, gelet op de aard van het delict en waarbij uit elders in de vragenlijst door de respondent gegeven antwoorden (emotionele gevolgen, financiële gevolgen, aangifte gedaan, vergoeding) blijkt dat ze kunnen kloppen. Daarnaast is contact opgenomen met de Politie en het Verbond van Verzekeraars en kon voor enkele delicten geïnventariseerd worden wat in 2021 de hoogste bedragen bij aangifte of vergoeding waren en hoe vaak deze voorkwamen. Uitkeringen of aangiftes die zeer zelden voorkwamen zijn voor de bepaling van het maximale schadebedrag niet meegenomen omdat die bedragen door het vermenigvuldings-/extrapolatie-effect als gevolg van de ophoging van de Veiligheidsmonitor soms sterk zouden worden opgeblazen. Bedragen die boven de aldus bepaalde grens lagen zijn gecorrigeerd. In totaal zijn er van de 34 duizend ingevulde bruto schadebedragen 65 gecorrigeerd (zie tabel T2). Zeer lage bedragen zijn niet gecorrigeerd. Vergoede bedragen die hoger lagen dan het oorspronkelijke schadebedrag zijn op het oorspronkelijke schadebedrag gezet.

Opgeloste delicten
Het kan voorkomen dat het delict, al dan niet door tussenkomst van de politie, is opgelost en het slachtoffer zijn goed of geld heeft teruggekregen. De gestolen fiets is bijvoorbeeld weer teruggevonden of de dader is gepakt en heeft zijn buit teruggegeven of terugbetaald. In dit geval heeft de dader uiteindelijk dus niets verdiend, is er geen schade voor het slachtoffer, en is er ook geen schade voor de verzekering. In de enquête van de Veiligheidsmonitor is echter niet gevraagd of de diefstal is opgelost, of van wie het slachtoffer zijn goed of geld heeft teruggekregen. Om hiervan toch een indicatie te krijgen is in de analyse gebruik gemaakt van een in de enquête opgenomen antwoordmogelijkheid op de vraag waarom het delict niet gemeld of aangegeven is bij de politie, te weten: ‘ik heb geen aangifte gedaan omdat het al was opgelost’. Indien het slachtoffer dit antwoord gaf (en niet eerder aangaf dat de verzekering iets heeft vergoed) is de schade op ‘0‘ gezet. Dit is bij 992 delicten gebeurd (zie tabel T2). Het kan zo zijn dat na een aangifte de politie de zaak heeft opgelost en dat het slachtoffer het goed of geld veel later nog heeft teruggekregen van de dader. Zo werd in 2021 13 procent van de aangegeven vermogensdelicten opgehelderd, dat wil zeggen er was een verdachte bekend (CBS, 2022). In enkele van deze gevallen zal het slachtoffer zijn goed of geld ook hebben teruggekregen. Ook komt het steeds vaker voor dat slachtoffers van online oplichting via de Procedure NAW-gegevens Begunstigde bij niet-bancaire Fraude hun geld terug kunnen eisen van de dader. Ook hiervoor is een aangifte nodig. In dit onderzoek is het schadebedrag dat pas na aangifte door de dader is terugbetaald nog bij de totale schade gerekend, omdat voor een belangrijk deel dat schadebedrag niet bekend is. De totaalschade is daardoor in dit onderzoek enigszins overschat. 

Er zijn ook gevallen mogelijk waarbij de respondent op het moment van enquête dacht dat hij/zij slachtoffer was van een bepaald delict en dat dus ook zo opgeeft in de enquête, maar waarbij daarna  blijkt dat dit niet het geval is, bijvoorbeeld indien hij/zij na het enquêtemoment alsnog een besteld product ontvangt. Deze gevallen worden bij deze analyse dus onterecht meegerekend als delict. Dit zal echter zeer zelden voorkomen omdat het alleen om gevallen gaat waarbij de persoon (in dit voorbeeld) tussen het moment van aankoop en levering van het product is geënquêteerd. 

8) Ransomware of dreigen met het verspreiden van kopieën van gegevens of bestanden.