Auteur: Carin Reep
Financiële schade van criminaliteit tegen burgers

5. Financiële problemen door slachtofferschap

Volgens opgave in de enquête werden er in 2021 4,2 miljoen delicten tegen burgers gepleegd met directe financiële schade als gevolg. Veel mensen werden het slachtoffer van meer dan één delict, en veel delicten maakten meer dan één slachtoffer. In totaal werden van deze 4,2 miljoen delicten 3 miljoen personen van 15 jaar en ouder het slachtoffer. Dit betreft 21 procent van de bevolking. De schade was niet altijd even hoog en de delicten hebben ook niet op iedereen evenveel impact. Bij 307 duizend slachtoffers ─ dus 10 procent van alle slachtoffers ─ leidde het delict of de delicten naar eigen zeggen tot financiële problemen. Dit kan komen door de directe schade, maar ook eventuele indirecte schade kan hierbij een rol spelen.

Autodiefstal, diefstal van andere motorvoertuigen en overige online criminaliteit leidden het vaakst tot financiële problemen: achtereenvolgens 23, 28 en 46 procent van de slachtoffers met directe schade gaven aan deze problemen te hebben (gehad). In absolute aantallen leidde fietsdiefstal het vaakst tot financiële problemen: 85 duizend slachtoffers van fietsdiefstal zeiden hierdoor in de problemen te zijn gekomen, gevolgd door aankoopfraude (73 duizend slachtoffers) en vernieling van auto’s (59 duizend slachtoffers).

5.1 Financiële problemen door criminaliteit, 2021
 Percentage slachtoffers met directe schade ( )Aantal slachtoffers (x1000) ( )
Diefstal van voertuigen
Fiets-1685
Auto-234
Ander motorvoertuig-288
Diefstal bij woninginbraak-1710
Overige diefstal
Uit auto-810
Vanaf auto-916
Zakkenrollerij/beroving-1614
Overig-618
Fraude bij online handel
Bij aankoop-773
Bij verkoop-1217
Fraude in het betalingsverkeer
Bancair-1315
Niet-bancair-2015
Overige online criminaliteit-466
Vernieling
Bij (poging) tot inbraak1)-1112
Tuin-63
Huis-33
Auto-959
Motor, scooter, brom-, of snorfiets-194
Fiets-711
Anders-74
1) Er is overlap bij de inbraken waarbij zowel iets gestolen als vernield is, aangezien de vraag naar financiële problemen betrekking had op woninginbraak zonder deze verbijzondering.