Laatste levensjaren tachtigplussers

5. Doodsoorzaken

Van alle in 2017 overleden tachtigplussers is de onderliggende doodsoorzaak bekend. Om de doodsoorzaken van deze groep inzichtelijk te maken, zijn ze geordend op frequentie van voorkomen. Vervolgens zijn de tien meest voorkomende doodsoorzaken verder bekeken naar geslacht en subgroep: de thuiswonenden, de thuis-naar-verpleeghuis groep en de verpleeghuisbewoners. Ruim de helft van de tachtigplussers is overleden aan een van deze tien meest voorkomende doodsoorzaken.

Verpleeghuisbewoners sterven het vaakst aan dementie

In 2017 was dementie de onderliggende doodsoorzaak bij ruim een op de drie overleden tachtigplussers die hun laatste twee levensjaren in een verpleeghuis doorbrachten. Het betrof 37 procent van de vrouwen en 32 procent van de mannen. Daarmee was deze ziekte verreweg de belangrijkste doodsoorzaak voor deze tachtigplussers. Het ligt voor de hand dat er meer verpleeghuisbewoners dan zelfstandig wonenden aan deze ziekte sterven, want iemand met deze ziekte heeft uiteindelijk 24-uurszorg nodig waardoor zelfstandig wonen vrijwel onmogelijk is. Onderzoek van Amsterdam UMC en Nivel naar mensen met dementie wijst uit dat 85-plussers gemiddeld 3,5 jaar na vaststellen van de diagnose van dementie in een verpleeghuis terechtkomen en gemiddeld 5,3 jaar na vaststellen van deze diagnose overlijden (Joling et al., 2020). Exacte cijfers over het aantal tachtigplussers die de ziekte dementie hebben zijn niet voorhanden.

5.1 Top 10 meest voorkomende doodsoorzaken verpleeghuisbewoners, sterftecohort tachtigplussers 2017
OorzaakMannen (%)Vrouwen (%)
Dementie32,337
Beroerte8,98,8
Hartfalen5,66,6
Longontsteking4,43,2
Val3,14,3
COPD4,72,6
Ouderdom/seniliteit2,32,9
Acuut hartinfarct2,12
Dikkedarmkanker0,80,5
Longkanker0,80,3
 

Dementie ook belangrijkste doodsoorzaak thuis-naar-verpleeghuisgroep

Evenals voor de verpleeghuisbewoners was dementie de belangrijkste doodsoorzaak voor de overleden tachtigplussers die twee jaar voor overlijden nog thuis woonden en in hun laatste levensjaar naar het verpleeghuis verhuisden. Van deze thuis-naar-verpleeghuisgroep stierf bijna een kwart aan dementie. Bij verpleeghuisbewoners (die twee jaar of langer in een verpleeghuis woonden) was het aandeel dat overleed aan dementie onder vrouwen iets hoger dan onder mannen (37 tegen 32 procent); bij de thuis-naar-verpleeghuisgroep was dat andersom (24 tegen 26 procent) Een van de redenen hiervoor zou kunnen zijn dat de mannen met dementie langer thuis konden blijven wonen, omdat ze vaker dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten een partner hadden, terwijl de vrouwen al in een eerder stadium van hun ziekte naar het verpleeghuis gingen. Van alle mannen in de thuis-naar-verpleeghuisgroep had 52 procent een partner, van de vrouwen was dat 15 procent.

5.2 Top 10 meest voorkomende doodsoorzaken thuis-naar-verpleeghuis, sterftecohort tachtigplussers 2017
Thuis-naar-verpleeghuisMannen (%)Vrouwen (%)
Dementie25,823,6
Beroerte8,69,4
Hartfalen5,97,8
Val4,64,8
COPD53,3
Longontsteking3,83,4
Acuut hartinfarct2,42,4
Longkanker1,71,1
Dikkedarmkanker1,21,3
Ouderdom/seniliteit0,91,5
 

Doodsoorzaken onder thuiswonenden divers

Bij de overleden thuiswonende tachtigplussers was er niet één dominante doodsoorzaak en waren de doodsoorzaken meer verschillend. Ze stierven vaker dan de andere groepen aan uiteenlopende aandoeningen zoals hartfalen, beroerte, longkanker, COPD en acuut hartinfarct. Relatief iets meer vrouwen dan mannen overleden aan hartfalen en beroerte, terwijl mannen juist iets vaker dan vrouwen stierven aan de gevolgen van longkanker. Onder de thuiswonende mannen was het aandeel dat hieraan overleed ruim twee zo hoog als onder de vrouwen. Dementie was voor de thuiswonenden een veel minder belangrijke doodsoorzaak dan voor de andere twee groepen. Bijna 4,4 procent van de vrouwen en 3,1 procent van de mannen stierf aan deze ziekte.

5.3 Top 10 meest voorkomende doodsoorzaken thuiswonenden, sterftecohort tachtigplussers 2017
ThuiswonendenMannen (%)Vrouwen (%)
Hartfalen7,59,3
Beroerte5,37,4
Longkanker7,13,4
COPD5,23,7
Acuut hartinfarct4,13,9
Dementie3,14,4
Dikkedarmkanker3,63,6
Longontsteking3,43,5
Val2,93,7
Ouderdom/seniliteit1,32,4