3. Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en de verplaatsingsafstanden. Dit hoofdstuk richt zich op het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag naar vervoerwijze en naar motief. Vanzelfsprekend is deze indicator gebaseerd op verplaatsingsinformatie, terwijl de tabellen in hoofdstuk 2 gebaseerd zijn op ritinformatie. Voor betere leesbaarheid zijn in alle tabellen van dit hoofdstuk de cijfers weergegeven per 1.000 personen van 6 jaar of ouder.
Gemiddeld aantal verplaatsingen naar vervoerwijze
In de tabellen 3.1 wordt het gemiddeld aantal verplaatsingen in Nederland per 1.000 personen per dag van inwoners van Noordvleugel in particuliere huishoudens vermeld naar hoofdvervoerwijze van de verplaatsing4). De drie tabellen zijn als volgt opgedeeld: cijfers voor alle dagen van de week (zondag tot en met zaterdag; tabel 3.1a), werkdagen (doordeweekse dagen uitgezonderd feestdagen; tabel 3.1b) en weekend- plus feestdagen (tabel 3.1c). Het betreft reguliere verplaatsingen.
In tabel 3.1a (alle dagen) is te zien dat in ODiN 2023 het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van Noordvleugel per dag met 2.550 niet significant verschilt van ODiN 2022. Ook het totaal aantal verplaatsingen op werkdagen (tabel 3.1b) en op weekend- en feestdagen (tabel 3.1c) in 2023 verschilt niet van 2022. Net als vorig jaar worden in 2023 gemiddeld de hoogste aantallen verplaatsingen gemaakt op werkdagen (2.702 per 1.000 inwoners van 6 jaar of ouder per jaar).
Uit de analyse betreffende het verschil in het aantal verplaatsingen op een gemiddelde dag (gebaseerd op ‘alle dagen’) in 2023 ten opzichte van 2022 blijkt dat vergeleken met andere vervoerwijzen alleen het aantal verplaatsingen met de trein is gewijzigd. Het betreft een toename van 31 procent.
Ook op werkdagen is in 2023 het aantal verplaatsingen met de trein toegenomen (41 procent) in vergelijking met 2022.
In de tabel met weekenddagen inclusief doordeweekse feestdagen blijkt dat in 2023 bij geen enkele van de onderscheiden vervoerwijzen significante wijzigingen in het aantal verplaatsingen heeft plaatsgevonden (tabel 3.1c).
Vergelijken we de gegevens van 2023 met 2019 dan blijkt dat voor enkele modaliteiten het aantal verplaatsingen is gewijzigd. Het aantal verplaatsingen per trein is in 2023 op ‘alle dagen’, en werkdagen een kwart lager dan in 2019 (-26 en -24 procent). Op weekend- en feestdagen is het aantal verplaatsingen met de trein in 2023 vergeleken met 2019 bijna een derde lager (-31 procent). Met betrekking tot het aantal verplaatsingen met ‘bus, tram en metro’ zijn er ook verschillen tussen 2023 en 2019. Het aantal verplaatsingen voor deze modaliteit is op ‘alle dagen’ en op werkdagen ruim een vijfde lager (-21 en -23 procent). Op weekend- en feestdagen is er geen significant verschil tussen 2023 en 2019 wat betreft het aantal verplaatsingen met ‘bus, tram en metro’. Het aantal gemaakte verplaatsingen te voet ten slotte is in 2023 op ‘alle dagen’ 25 procent hoger dan in 2019, op werkdagen 26 procent hoger en op weekend- en feestdagen 21 procent hoger.
De landelijke tendens dat het aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van Nederland met de personenauto (als bestuurder of passagier per 1.000 personen per dag) in 2023 vergeleken met 2022 is toegenomen, is in Noordvleugel niet gevonden. Ook is er in Noordvleugel vergeleken met het landelijk beeld geen significante afname gevonden van het aantal verplaatsingen met de fiets, lopend of met ‘overige vervoerwijzen’. Wel blijkt uit zowel de analyses met betrekking tot het gemiddeld aantal treinverplaatsingen van de inwoners van Noordvleugel als uit de resultaten over treinverplaatsingen van alle inwoners van Nederland, dat het gemiddeld aantal treinverplaatsingen per persoon in 2023 is toegenomen vergeleken met 2022.
Gemiddeld aantal verplaatsingen naar reismotief
In de tabellen 3.2 wordt het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 personen per dag vermeld naar reismotief. De tabellen hebben verder dezelfde indeling als de tabellen 3.1 voor wat betreft de dagen. Het betreft reguliere verplaatsingen.
Hiervoor is bij de tabellen 3.1 al geconstateerd dat het totaal aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van Noordvleugel van 6 jaar of ouder per dag gemiddeld over alle drie de indelingen van dagen in 2023 niet significant verschilt van 2022. Dat zien we dus in de tabellen 3.2 terug.
Gelet op de onderverdeling naar motief is in 2023 het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van 6 jaar of ouder op een gemiddelde dag voor het motief ‘Van en naar het werk’ niet significant toegenomen. Op een gemiddelde werkdag zijn de verplaatsingen voor ‘Van en naar het werk’ wel toegenomen namelijk met 10 procent. Op weekend- en feestdagen daarentegen is het aantal verplaatsingen ‘Van en naar het werk’ van 2022 naar 2023 afgenomen met bijna een kwart (-24 procent). De landelijke tendens dat het aantal verplaatsingen voor ‘alle dagen’ niet is gewijzigd in 2023 vergeleken met een jaar ervoor, is dus ook in Noordvleugel gevonden. Anders dan in Noordvleugel is er landelijk gezien ook een toename van het aantal verplaatsingen ‘Van en naar het werk’ op gemiddelde dagen. In Noordvleugel geldt dit alleen voor werkdagen en is er op weekend- en feestdagen een afname van het aantal verplaatsingen ‘Van en naar het werk’. Er is op landelijk niveau geen uitsplitsing gemaakt naar werk-, weekend- en feestdagen. Dus of deze tendens ook landelijk voorkomt is niet getoetst.
Welke significante verschillen zijn er in Noordvleugel in 2023 ten opzichte van 2019 met betrekking tot motief? Op totaal niveau is er op geen enkele van de onderscheiden dagen een verschil gevonden in het aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van Noordvleugel tussen 2023 en 2019. Wel zijn er verschillen in het aantal verplaatsingen naar motief. In 2023 is het aantal reguliere verplaatsingen gemaakt om ‘Van en naar het werk’ te gaan rond een vijfde lager dan in 2019 op zowel ‘alle dagen’ (-20 procent), op werkdagen (-18 procent) en op ‘weekend- en feestdagen’ (-29 procent). Enkel op ‘alle dagen’ is ook het aantal verplaatsingen gemaakt voor het motief ‘Zakelijk en beroepsmatig’ gewijzigd (-20 procent) vergeleken met 2019. Voor werkdagen is het aantal verplaatsingen gemaakt voor ‘Winkelen en boodschappen doen’ gestegen (9 procent). Het aantal verplaatsingen om onderwijs of cursus te volgen is lager in 2023 vergeleken met 3 jaar eerder op ‘alle dagen’ (-18 procent) en op werkdagen (-19 procent). Daarentegen is het aantal verplaatsingen gemaakt met als motief ‘Recreatief totaal en overig’ hoger dan in 2019, namelijk 7 procent op ‘alle dagen’ en 8 procent op werkdagen.
Op weekend- en feestdagen bleken helaas bij de motieven ‘Zakelijk bezoek in werksfeer’, ‘Diensten en verzorging’ en ‘Onderwijs of cursus volgen’ het aantal verplaatsingen te laag en is een punt geplaatst in plaats van een waarde in tabel 3.2c.