3. Resultaten
In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op het type en soort cursus dat gevolgd is. Het gaat daarbij om het totaal aantal gevolgde cursussen. In de tweede paragraaf wordt ingegaan op kenmerken van de cursusdeelnemers. Voor zowel de cursussen als de deelnemers wordt nagegaan of het beeld in 2023 overeenkomt met dat van 2022. Vervolgens wordt in de derde paragraaf ingegaan op de vraag of verschillen tussen cursusdeelnemers ook een verschil in gevolgde cursus betekent. In paragraaf 4 worden tot slot regionale cijfers gepresenteerd.
3.1 Kenmerken cursussen
Veruit de meeste cursussen die in 2023 gevolgd werden, waren taalcursussen: ruim 80 procent. Bij 7 procent van de gevolgde cursussen ging het om combinatie van taal en digitale vaardigheden en bij 6 procent om cursussen waar alleen op de digitale vaardigheden werd gefocust. Ten opzichte van 2022 is het aandeel (gecombineerde) taalcursussen iets groter en ging het iets minder vaak om cursussen gericht op enkel digitale vaardigheden. Deelname aan (gecombineerde) rekencursussen was in 2023 beperkt. Het percentage (gecombineerde) rekencursussen nam ook af ten opzichte van 2022.
Type cursus | 2023 (% van de cursussen) | 2022 (% van de cursussen) |
---|---|---|
Taal | 84,3 | 82,3 |
Taal en digitale vaardigheden | 7,2 | 5,2 |
Digitale vaardigheden | 6,3 | 7,3 |
Taal, rekenen en digitale vaardigheden | 1,7 | 1,8 |
Rekenen | 0,4 | 0,4 |
Rekenen en digitale vaardigheden | 0,0 | 3,0 |
* De aangeleverde data over 2022 en 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
Bij de cursussen wordt onderscheid gemaakt tussen formele of non-formele cursussen. Er is sprake van een formele cursus als de cursus wordt afgesloten met een diploma of certificaat dat wordt erkend door het ministerie van OCW. Hiermee komt de cursus ook onder toezicht van de Onderwijsinspectie. Bij een non-formele cursus is er na afronding geen sprake van een diploma of certificaat dat erkend wordt door het ministerie van OCW en staat de cursus niet onder toezicht van de Onderwijsinspectie.
Bij de non-formele cursussen wordt onderscheid gemaakt of die gegeven worden door een professional of een vrijwilliger. In 2023 waren, net als in 2022, de non-formele cursussen gegeven door professionals de meest gevolgde cursussen. Voor beide jaren was het percentage bijna gelijk (43 om 44 procent). Bij 24 procent van de cursussen ging het om een non-formele cursus gegeven door een vrijwilliger en bij 32 procent om een formele cursus in 2023. Ten opzichte van 2022 ging het in 2023 minder vaak om een formele cursus en juist vaker om een non-formele cursus gegeven door een vrijwilliger.
2023 (% van de cursussen) | 2022 (% van de cursussen) | |
---|---|---|
Formeel | 32,2 | 35,4 |
Non-formeel professional | 43,4 | 43,7 |
Non-formeel vrijwilliger | 24,4 | 21,0 |
* De aangeleverde data over 2022 en 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
Binnen de verschillende typen cursussen kan er gekeken worden naar het soort aanbod waar ze toe behoren door de kenmerken type en soort cursus te combineren. Voor de overzichtelijkheid is er gekozen om alleen de resultaten van de drie meest gevolgde cursustypen (taal, digitaal en combinatie taal en digitaal) te laten zien.
Bij de digitale vaardigheden ging het in 2023 relatief vaak om non-formele cursussen gegeven door vrijwilligers. Dit aandeel is iets groter dan het jaar ervoor, toen ging het veelal om non-formele cursussen gegeven door professionals. Voor de gecombineerde taal- en digitale vaardighedencursussen lag het percentage dat tot het formele aanbod behoort juist relatief hoog, zeker in 2023, en is het juist niet gebruikelijk dat deze cursussen non-formeel zijn en gegeven worden door een vrijwilliger. Voor de taalcursussen geldt dat die in allerlei soorten worden gegeven.
Formeel (% van de cursussen) | Non-formeel professioneel (% van de cursussen) | Non-formeel vrijwilliger (% van de cursussen) | ||
---|---|---|---|---|
Taal | 2023 | 31,8 | 43,4 | 24,8 |
Taal | 2022 | 37,8 | 40,7 | 21,5 |
Taal en digitale vaardigheden | 2023 | 53,6 | 44,4 | 2,1 |
Taal en digitale vaardigheden | 2022 | 39,7 | 58,8 | 1,4 |
Digitale vaardigheden | 2023 | 16,8 | 34,6 | 48,6 |
Digitale vaardigheden | 2022 | 10,1 | 49,4 | 40,6 |
* De aangeleverde data over 2022 en 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
3.2 Kenmerken cursusdeelnemers
In 2023 waren onder de cursusdeelnemers ruim 2 keer zoveel vrouwen als mannen. Deze verhouding gold ook voor 2022. Wel was sprake van een verschil in het aantal deelnemers waarvan het geslacht onbekend of neutraal was. In 2022 was dat 11 procent, in 2023 ging het om 2 procent.
De gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke en mannelijke cursusdeelnemers was in 2023 nagenoeg gelijk, beiden 41 jaar. Voor allebei waren de 35- tot 45-jarigen ook de grootste leeftijdsgroep. Wel is deze groep onder vrouwen naar verhouding iets groter dan onder mannen: in 2023 ging het om respectievelijk 32 en 28 procent van alle vrouwelijke en mannelijke cursusdeelnemers. Vanwege de kleine verschillen tussen mannen en vrouwen wordt er in de volgende resultaten geen uitsplitsing gemaakt naar geslacht. Net als voor geslacht is ook de leeftijdsverdeling van cursusdeelnemers in 2023 vergelijkbaar met die in 2022.
16 tot 25 jaar (% van de deelnemers) | 25 tot 35 jaar (% van de deelnemers) | 35 tot 45 jaar (% van de deelnemers) | 45 tot 55 jaar (% van de deelnemers) | 55 tot 65 jaar (% van de deelnemers) | 65 jaar of ouder (% van de deelnemers) | Onbekend (% van de deelnemers) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 4,9 | 23,8 | 30,3 | 18,4 | 8,8 | 4,0 | 9,8 |
2022 | 5,1 | 24,3 | 29,2 | 17,5 | 9,0 | 7,3 | 7,8 |
* De aangeleverde data over 2022 en 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
In 2023 had het merendeel van de cursusdeelnemers Nederlands als tweede taal (NT2; 87 procent), voor 8 procent was Nederlands de moedertaal (NT1) en voor nog 5 procent was de achtergrond onbekend. In 2022 waren er meer deelnemers met een NT1-achtergrond (14 procent) en minder met een NT2-achtergrond (82 procent) dan in 2023. Het percentage onbekenden was in beide jaren vergelijkbaar.
NT2-ers zijn over het algemeen jonger dan personen met een NT1-achtergrond. Zo lag de gemiddelde leeftijd voor NT2-ers in 2023 op 40 jaar en voor NT1-ers op 56 jaar. De verdeling naar leeftijd was ook verschillend tussen de deelnemers met een NT1- of NT2-achtergrond. In 2023 was 63 procent van de mensen met een NT2-achtergrond jonger dan 45 jaar. Bij de cursusdeelnemers met een NT1-achtergrond lag dit percentage op 20 procent. Het aandeel 65-plussers was onder NT1-ers daarentegen 26 procent terwijl dit onder NT2-ers nog geen 2 procent was. Hierbij moet worden opgemerkt dat onder de NT1-ers het percentage waarvan de leeftijd onbekend is, groter is dan onder de NT2-ers. In 2023 ging het om respectievelijk 24 (NT1) en 8 procent (NT2).
De NT1-ers waren ook in 2022 over het algemeen ouder dan NT2-ers. Het grootste verschil tussen 2022 en 2023 was bij de NT1-ers. In 2022 waren er meer 65-plussers (39 procent) dan in 2023 (26 procent), maar was het percentage onbekenden in 2023 hoger (25 om 12 procent).
16 tot 25 jaar (% van de deelnemers) | 25 tot 35 jaar (% van de deelnemers) | 35 tot 45 jaar (% van de deelnemers) | 45 tot 55 jaar (% van de deelnemers) | 55 tot 65 jaar (% van de deelnemers) | 65 jaar of ouder (% van de deelnemers) | Onbekend (% van de deelnemers) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederlands als eerste taal (NT1) | 2023 | 3,0 | 6,9 | 9,6 | 12,3 | 17,7 | 26,0 | 24,5 |
Nederlands als eerste taal (NT1) | 2022 | 2,6 | 6,5 | 9,8 | 12,9 | 17,8 | 38,8 | 11,6 |
Nederlands als tweede taal (NT2) | 2023 | 5,0 | 25,2 | 32,3 | 19,2 | 8,0 | 1,9 | 8,3 |
Nederlands als tweede taal (NT2) | 2022 | 5,5 | 27,6 | 32,7 | 18,4 | 7,6 | 2,3 | 6,0 |
* De aangeleverde data over 2022 en 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
3.3 Cursusdeelnemers naar gevolgde cursus
In voorgaande paragrafen is in beeld gebracht welke cursussen zijn gevolgd en welke kenmerken de cursusdeelnemers hebben. Vraag is vervolgens of de gevolgde cursus ook samenhangt met kenmerken van de cursusdeelnemer. Hiervoor is uitgegaan van de situatie in 2023.
Cursusdeelnemers tussen de 16 en 55 jaar volgden in 2023 vrijwel allemaal een (gecombineerde) taalcursus. In deze leeftijdsgroepen ging het om een percentage tussen de 98 en 100 procent. Bij de oudere cursusdeelnemers lag het percentage dat een taalcursus volgde lager. Zo volgde bijna de helft van de 65-plussers een taalcursus. Voor de (gecombineerde) digitale vaardigheden cursus was het tegenovergestelde te zien. Jongeren volgden over het algemeen minder cursussen gericht op digitale vaardigheden dan ouderen. Bij de 65-plussers was dit percentage het hoogst (59 procent). De deelname aan rekencursussen was in elke leeftijdscategorie beperkt.
Taal (% van de deelnemers) | Digitale vaardigheden (% van de deelnemers) | Rekenen (% van de deelnemers) | |
---|---|---|---|
Totaal | 94,3 | 16,1 | 2,3 |
16 tot 25 jaar | 99,1 | 11,4 | 1,9 |
25 tot 35 jaar | 99,6 | 9,6 | 2,1 |
35 tot 45 jaar | 99,2 | 11,5 | 2,3 |
45 tot 55 jaar | 98,1 | 14,8 | 2,9 |
55 tot 65 jaar | 92,5 | 25,4 | 3,0 |
65 jaar of ouder | 49,5 | 58,7 | 1,6 |
* De aangeleverde data over 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
Van de cursusdeelnemers met een NT1-achtergrond volgde 62 procent een (gecombineerde) digitale vaardighedencursus en 55 procent een (gecombineerde) taalcursus. Onder deelnemers met een NT2-achtergrond volgden bijna alle deelnemers (98 procent) een taalcursus, terwijl 12 procent een (gecombineerde) digitale vaardighedencursus volgde.
Taal (% van de deelnemers) | Digitale vaardigheden (% van de deelnemers) | Rekenen (% van de deelnemers) | |
---|---|---|---|
Totaal | 94,3 | 16,1 | 2,3 |
Nederlands als eerste taal (NT1) | 55,2 | 62,0 | 5,7 |
Nederlands als tweede taal (NT2) | 98,5 | 11,8 | 2,1 |
* De aangeleverde data over 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
De samenhang met leeftijd blijkt ook uit het soort cursus dat gevolgd is. Bij de 65-plussers volgde bijna de helft van de deelnemers een non-formele cursus die door een vrijwilliger werd gegeven, dit betrof vaker een digitale vaardighedencursus dan een taalcursus. Onder de overige leeftijdsgroepen komt het volgen van dergelijke cursussen juist minder vaak voor en gaat het vaker om non-formele cursussen die gegeven worden door een professional en ook formele cursussen.
Formeel (% van de deelnemers) | Non-formeel professional (% van de deelnemers) | Non-formeel vrijwilliger (% van de deelnemers) | |
---|---|---|---|
Totaal | 35,4 | 40,5 | 26,2 |
16 tot 25 jaar | 34,8 | 48,7 | 22,1 |
25 tot 35 jaar | 39,7 | 44,7 | 17,8 |
35 tot 45 jaar | 39,2 | 41,9 | 21,0 |
45 tot 55 jaar | 34,8 | 42,8 | 24,9 |
55 tot 65 jaar | 28,2 | 46,3 | 27,4 |
65 jaar of ouder | 17,3 | 34,8 | 48,9 |
* De aangeleverde data over 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |
Deelnemers met een NT2-achtergrond volgden in 2023 vaker een formele cursus dan NT1-ers. Bij de NT1-ers lag het percentage dat een non-formele cursus gegeven door vrijwilligers hoger. Dit komt overeen met de eerdere resultaten, waarbij vooral de oudere NT1-ers vaker non-formele cursussen op het gebied van de digitale vaardigheden volgden.
3.4 Regionale cijfers
Om te bepalen of er verschillen zijn tussen regio’s als het gaat om cursusdeelname wordt de woonplaats van de cursusdeelnemers gebruikt. Van de meeste deelnemers is de woonplaats bekend (97 procent). De deelnemers waarvan de woonplaats onbekend is of die in het buitenland wonen, worden in deze paragraaf buiten beschouwing gelaten. De cijfers worden naar WEB-regio gepresenteerd. Het komt voor dat deelnemers in een andere WEB-regio wonen dan de regio waarin ze deelnemen aan een cursus.
Aandachtspunt is dat de data over 2023 niet compleet zijn. Het kan ook zijn dat er (meer) cursusdeelnemers in een WEB-regio hebben deelgenomen aan andere soort cursussen, maar dat deze data mist omdat van niet alle aanbieders data is ontvangen. Daarnaast is een aandachtspunt dat het hierbij gaat om cursussen gefinancierd vanuit WEB-gelden. Regio’s kunnen hun WEB-gelden op verschillende manieren inzetten en cursusaanbod op ook op verschillende manieren financieren. Hier moet rekening mee worden gehouden bij het vergelijken van regio’s.
De deelnamepercentages per soort cursus verschillen per WEB-regio. Zo volgden in 2023 in het Rijk van Nijmegen, Twente en Zuid-Limburg bijna alle deelnemers (boven de 99 procent) een formele cursus. Daarentegen volgden deelnemers in de regio’s Haaglanden (100 procent) en Groot-Amsterdam (92 procent) vaak een non-formele cursus gegeven door een professional. In de regio’s Noord-Holland Noord (96 procent) en Zeeland (91 procent) werden vaak non-formele cursussen gevolgd die gegeven werden door vrijwilligers.
WEB-regio | Formeel (%) | Non-formeel professioneel (%) | Non-formeel vrijwilliger (%) |
---|---|---|---|
Groningen | 49 | 37 | 13 |
Friesland | 61 | 15 | 24 |
Drenthe | 75 | 26 | 0 |
Twente | 100 | 0 | 0 |
Stedendriehoek en Noordwest Veluwe | 26 | 21 | 54 |
Midden-Gelderland | 56 | 41 | 2 |
Rijk van Nijmegen | 100 | 1 | 0 |
Achterhoek | 1 | 48 | 51 |
Rivierenland | 71 | 38 | 5 |
Flevoland | 56 | 6 | 37 |
Gooi en Vechtstreek | Data is onbekend of geheim | Data is onbekend of geheim | Data is onbekend of geheim |
Midden-Utrecht | 49 | 5 | 47 |
Amersfoort | 17 | 42 | 41 |
Noord-Holland Noord | 1 | 3 | 96 |
Zaanstreek/Waterland | 68 | 3 | 29 |
Groot Amsterdam | 2 | 92 | 6 |
Holland Rijnland | 46 | 62 | 1 |
Midden-Holland | 30 | 35 | 35 |
Haaglanden | 0 | 100 | 0 |
Rijnmond | 44 | 56 | 0 |
Drechtsteden | 9 | 50 | 42 |
Zeeland | 38 | 39 | 91 |
West-Brabant | 4 | 48 | 48 |
Midden-Brabant | 65 | 22 | 16 |
Noordoost-Brabant | 47 | 35 | 19 |
Zuidoost-Brabant | Data is onbekend of geheim | Data is onbekend of geheim | Data is onbekend of geheim |
Noord-Limburg | 13 | 15 | 73 |
Zuid-Limburg | 99 | 1 | 0 |
Helmond-De Peel | 16 | 70 | 14 |
Midden-Limburg | 7 | 20 | 73 |
Zuid-Holland Centraal | 10 | 10 | 80 |
Gorinchem | 14 | 14 | 73 |
Regio Zwolle | 33 | 11 | 56 |
Zuid-Kennemerland en IJmond | 44 | 23 | 32 |
FoodValley | 84 | 10 | 6 |
* De aangeleverde data over 2023 zijn niet volledig en geven geen compleet beeld van het totaal aantal deelnemers. |