5. Respons
5.1 Afbakening respons
Uitsluitend onderzoekspersonen die de vragenlijst volledig hebben ingevuld worden als respons gebruikt. Dat wil zeggen dat ze de laatste vraag beantwoord hebben.
5.2 Steekproef- en responsverantwoording
De steekproeffracties voor de adressensteekproeven van het AKO-CN, zijn voor het eerst toegepast in de editie van 2012. Ze zijn zo gekozen, dat de afzonderlijke resultaten voor de drie eilanden onderling vergelijkbaar zijn en in kwaliteit aansluiten bij het AKO 2010 dat enkel op Bonaire plaats vond. De richtlijn voor de standaardfout van de doelvariabele nettoarbeidsparticipatie bedraagt hiervoor maximaal 1%. Hiermee is voor ieder eiland de steekproeffractie bepaald. Deze is bij benadering 15 procent van de adressen op Bonaire, 42 procent voor Sint-Eustatius en 59 procent voor Saba. Waar nodig, wordt met behulp van simulaties gekeken of de steekproeffracties gehandhaafd kunnen blijven of bijgesteld moeten worden. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de respons in de voorgaande editie. In de korte onderzoeksbeschrijving worden de steekproefaantallen van het betreffende jaar vermeld.
De steekproef voor AKO-CN wordt getrokken uit de bevolkingsadministratie, het PIVA (Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba). Voor ieder eiland wordt hieruit een aparte steekproef getrokken. De steekproef is een geclusterde steekproef met als primaire eenheid een adres en als secundaire eenheid een persoon uit de doelpopulatie. De steekproef van adressen is een enkelvoudig aselecte steekproef zonder teruglegging. Voor een adres in de steekproef worden alle bewoners in de doelpopulatie geïnterviewd. Vanwege het clusterontwerp van de steekproef, is de responskans van alle personen op een bepaald adres gelijk aan de responskans van dat adres.
Voor Saba en Sint-Eustatius is het van belang om te weten dat er verschillende opschoningsmomenten van de bevolkingsadministratie hebben plaats gevonden. Op Sint-Eustatius is dit voor 2016 en 2019 gebeurd en op Saba voor 2019. Hierbij zijn tussen de 200 en 600 personen als emigrant aangemerkt. Deze personen stonden eerder nog ingeschreven in de bevolkingsadministratie van Sint Eustatius dan wel Saba, maar bleken bij controle niet langer op het eiland te wonen. De bevolkingstotalen zijn hierom naar beneden bijgesteld. Door deze bijstelling is het niet mogelijk om vast te stellen welk deel van een ontwikkeling in de beroepsbevolking door de opschoning komt en welk deel een echte ontwikkeling van de beroepsbevolking is.
Het responspercentage waarnaar gestreefd wordt op alle drie de eilanden is 70 procent. Dit wordt over het algemeen ook gehaald. Er zijn echter ook edities geweest waarbij de respons op sommige eilanden iets achter bleef of juist hoger uitkwam.
5.3 Selectiviteit in de respons
Niet alle bewoners van de adressen die in de steekproef zijn gevallen doen mee aan het onderzoek. De (selectieve) non-respons die dit met zich mee brengt, zorgt voor vertekening in de respons ten opzichte van de populatie. Ook heeft de non-respons een onbekend effect op de schattingen voor de doelvariabelen van het onderzoek. Beantwoording van de vragen door een andere persoon in het huishouden (een proxy) is toegestaan. Voor kenmerken die voor de gehele doelpopulatie van AKO integraal beschikbaar zijn, wordt achteraf geanalyseerd of er sprake is van selectiviteit. Dat wordt gedaan voor gegevens in de bevolkingsadministratie zoals leeftijd, geslacht en de wijk- en buurt waar men woont. De effecten van de non-respons kunnen ten dele worden gecorrigeerd door de enquêteresultaten te wegen.