2. Doel, opzet en geschiedenis
2.1 Doel
Het Arbeidskrachten Onderzoek Caribisch Nederland (AKO-CN) is voor een groot deel de Caribisch Nederlandse versie van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) die in Europees Nederland wordt uitgevoerd. De EBB is de Nederlandse versie van het Europees verplichte onderzoek de Labour Force Survey (LFS). Het doel van de LFS is internationaal vergelijkbare cijfers te maken over de beroeps- en niet-beroepsbevolking van 15 tot 90 jaar, waarbij de relatie tussen mens en arbeidsmarkt centraal staat. Op basis van dit onderzoek kunnen kenmerken van personen in verband worden gebracht met hun situatie op de arbeidsmarkt. Naast de vragen waarmee internationale indicatoren en tevens doelvariabelen zoals arbeidsparticipatie en werkloosheid worden gemeten bevat het AKO-CN vragen waarmee aanvullende informatie voor Caribisch Nederland wordt verzameld. Dit gebeurt bijvoorbeeld op verzoek van derden.
De meting van internationale indicatoren in de LFS is voor de EU-landen vastgelegd in Europese verordeningen. Het doel hiervan is onder andere het verhogen van de vergelijkbaarheid van de cijfers over de betrokken landen heen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van definities en classificaties van de International Labour Organisation (ILO). Deze verordeningen gelden enkel voor Europees Nederland en dus voor de EBB. Voor Caribisch Nederland en dus voor AKO-CN gelden deze verordeningen niet. Om internationaal vergelijkbaar te zijn, niet alleen met Europees Nederland, maar ook met de drie Caribische landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en tevens andere omringende landen, wordt waar mogelijk geprobeerd om voor AKO-CN aansluiting te houden met de internationale kwaliteitsstandaarden en voor definities en classificaties aan te sluiten bij de richtlijnen van de ILO.
2.2 Opzet en geschiedenis
Het AKO wordt sinds 1988 tweejaarlijks op Bonaire uitgevoerd. Voor Saba en Sint-Eustatius werd de arbeidsmarktinformatie ontleend aan de tienjaarlijkse volkstelling. Tot 2010 werd het AKO uitgevoerd door het CBS Nederlandse Antillen; de laatste arbeidsmarktgegevens van CBS Nederlandse Antillen over Saba en Sint-Eustatius dateren uit 2001. Sinds 10 oktober 2010 zijn Bonaire, Saba en Sint-Eustatius bijzondere gemeentes van Nederland en heeft het CBS de statistiek taken, waaronder de dataverzameling en publicatie van het AKO voor deze eilanden overgenomen.
In de periode oktober-december 2010 is het AKO op Bonaire in de reeds bestaande opzet voor het eerst uitgevoerd door het CBS. Omdat het CBS geen fysieke volkstellingen meer uitvoert, is eind 2012 voor het eerst het AKO-CN uitgevoerd, het AKO op alle drie de Caribisch Nederlandse gemeenten. De oorspronkelijke opzet is hierbij gehandhaafd. In deze opzet werden de gegevens verzameld met behulp van de paper-and-pencil interview (PAPI) methode. Hierbij neemt een interviewer de papieren vragenlijst af en vult de antwoorden van de respondent in. De papieren vragenlijsten worden achteraf elektronisch verwerkt. Verschil met 2010 is dat de vragenlijst in 2012 is herzien. Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is de vragenlijst van AKO-CN afgestemd op de vragenlijst van de EBB zodat de belangrijkste informatie rondom de beroepsbevolking die voor Nederland wordt samengesteld ook voor Caribisch Nederland wordt samengesteld, waaronder ook de nationale definitie van de beroepsbevolking die op dat moment nog gangbaar was. De nationale definitie van de beroepsbevolking hield in dat iemand werkzaam was als deze 12 uur of meer per week werkte.
Vanaf de editie van 2014 is in het kader van automatisering de overstap gemaakt naar een andere waarneemmethode, computer-assisted personal interview (CAPI). Hierbij wordt gebruikt gemaakt van elektronische vragenlijsten, waarbij de interviewer de antwoorden van de respondenten vastlegt op de tablet.