3. Dataverzameling
Het AKO-CN is een steekproefonderzoek onder personen van 15 jaar en ouder die langer dan drie maanden op het betreffende eiland (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) wonen of van plan zijn langer dan drie maanden op dit eiland te blijven, met uitzondering van personen woonachtig in inrichtingen, instellingen en tehuizen (institutionele bevolking). Het onderzoek vindt tweejaarlijks plaats in de periode oktober-december in de even jaren.
3.1 Steekproef
De steekproef is een geclusterde steekproef met als primaire eenheid een adres en als secundaire eenheid een persoon uit de doelpopulatie. De steekproef van adressen is een enkelvoudig aselecte steekproef zonder teruglegging. Voor een adres in de steekproef worden alle bewoners in de doelpopulatie geïnterviewd.
De steekproeven worden getrokken uit de PIVA, de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba. Dit is de bevolkingsadministratie van de drie Caribisch Nederlandse landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de drie bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Net als de Europees Nederlandse gemeenten is elk eiland in het Caribisch deel van het Koninkrijk, verantwoordelijk voor de eigen bevolkingsadministratie. De PIVA is vergelijkbaar met de BRP (Basisregistratie Personen) in Europees Nederland. Van elke ingeschrevene in het Caribisch deel van het Koninkrijk worden, net als in de BRP, gegevens vastgelegd op een persoonslijst in de PIVA van het desbetreffende eiland.
3.2 Benaderingsstrategie
De waarneming gebeurt via computergestuurde persoonlijke interviews (CAPI). Tot en met 2012 maakten de interviewers nog gebruik van papieren vragenlijsten, dit wordt ook wel een paper-and-pencil interview (PAPI) genoemd. De antwoorden van de respondenten werden door de interviewers op de papieren vragenlijsten vastgelegd en later elektronisch verwerkt. Vanaf 2014 is de overstap gemaakt naar elektronische vragenlijsten, waarbij de interviewer de antwoorden van de respondenten vastlegt op de tablet. De vragenlijst is beschikbaar in de talen Nederlands, Engels, Spaans en Papiamento.
Bij de 2020 editie werd, vanwege de beperkende coronamaatregelen, voor het eerst ook de mogelijkheid aangeboden om het interview telefonisch af te nemen, een computer-assisted telephone interview (CATI). De interviewer belde de respondent dan op om het interview, in plaats van via CAPI, via CATI af te nemen. Respondenten konden voor deze mogelijkheid kiezen wanneer zij bijvoorbeeld in thuisquarantaine zaten als gevolg van corona. Bij de volgende edities is geen gebruik gemaakt van telefonisch interviewen.
De bewoners van de adressen krijgen een aanschrijfbrief gericht aan “De bewoners van …”. In deze brief geven we aan dat het betreffende adres in de steekproef van het AKO is gevallen. En dat er een interviewer van het CBS bij hen langs zal komen om hen een aantal vragen te stellen over hun arbeidsmarktsituatie en woonsituatie. Naast de brief ontvangen zij ook een folder met aanvullende informatie over het AKO zoals resultaten uit eerder gehouden AKO-onderzoeken.
Op Sint-Eustatius en Saba gaat het iets anders dan op Bonaire. De adressen die in de steekproef zijn gevallen, zullen van te voren wel een aanschrijfbrief en folder opgestuurd krijgen. Het vinden van adressen op deze eilanden is echter moeilijker doordat straatnaambordjes en huisnummers niet altijd aanwezig zijn. Wanneer interviewers een adres niet kunnen vinden, kunnen ze gebruik maken van de persoonsinformatie die bij het steekproefadres is opgenomen. Bij elk steekproefadres vinden ze op tablet/laptop de naam van een persoon die volgens het adressenbestand (Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba, ofwel PIVA) op dit adres zou wonen. Uit ervaringen met eerdere onderzoeken is gebleken dat interviewers wel vaak weten of kunnen achterhalen waar bepaalde personen wonen en ze met deze hulpinformatie het juiste steekproefadres mogelijk wel kunnen vinden. Wanneer blijkt dat de betreffende persoon niet meer op het steekproefadres woont, is het de bedoeling dat ze de nieuwe bewoners van het adres enquêteren en niet op zoek gaan naar de persoon die is verhuisd. Bij het AKO behoren immers de personen die wonen op het geselecteerd adres op moment van waarnemen tot de steekproef, niet de personen die op het adres woonden een aantal maanden voor de waarneming.
3.3 Vragenlijst
De vragenlijst van AKO-CN is een vragenlijst voor huishoudens. Wanneer interviewers op een adres komen dat in de steekproef is gevallen, moeten zij eerst vaststellen of er sprake is van één huishouden op het adres of wellicht van meerdere huishoudens. Per huishouden wordt de AKO-vragenlijst afgenomen. Deze start door bij één persoon in het huishouden de huishoudbox af te nemen. Hierin wordt vastgesteld welke personen er tot het huishouden behoren, inclusief kinderen. Enkel alle personen van 15 jaar en ouder krijgen vervolgens, per persoon, vragen over hun situatie op de arbeidsmarkt. Hierbij is het toegestaan dat, wanneer één of meerdere personen in het huishouden op het moment van het interview niet thuis zijn, iemand anders (een proxy) de vragen voor deze persoon beantwoordt. Tabel 3.3.1 is een weergave van de globale structuur van de vragenlijst. Schema’s van de volledige vragenlijsten per onderzoek zijn via de CBS website elektronisch beschikbaar.
Blok | |
---|---|
Iedereen | Huishoudbox (1 persoon in het huishouden) |
Persoonsgegevens | |
Betaald werk | |
Onderwijs | |
Algemene vragen | |
Werkzaam | Bedrijf en Beroep |
Dienstverband | |
Arbeidsuren | |
Meer/minder werken | |
Beroep | |
Niet werkzaam | Vraagblokken gerelateerd aan werk zoeken |
Reden geen werk | |
Retro | |