Begrippen
Arbeidsduur
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek in de hoofdbaan werkt. In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Arbeidsrelatie
De verhouding tussen werkgever en werknemer. Deze wordt bepaald op basis van het soort baan en het soort contract. Zelfstandigen zijn ook meegenomen.
De arbeidsrelatie wordt in vier categorieën onderscheiden:
- Werknemer vast: werknemers met een contract voor onbepaalde tijd in een regulier dienstverband of een dienstverband volgens de Wet sociale werkvoorziening.
- Werknemer tijdelijk: werknemers met een contract voor bepaalde tijd in een regulier dienstverband of een dienstverband volgens de Wet sociale werkvoorziening.
- Werknemer overig flexibel: stagiairs in opleiding, oproep- en invalkrachten en uitzendkrachten.
- Zelfstandige: personen zonder dienstverband die werkzaam zijn als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder van een eigen bedrijf, meewerkend gezinslid of overige zelfstandige.
Bedrijfstak
Een groep bedrijven met de economische hoofdactiviteit.
Herkomst
Een kenmerk dat weergeeft waar een persoon of diens ouders zijn geboren. Een persoon van Nederlandse herkomst is zelf in Nederland geboren en heeft ouders die ook in Nederland zijn geboren. Een persoon van buitenlandse herkomst is zelf in het buitenland geboren of heeft ouders die in het buitenland zijn geboren. Het herkomstland van personen die in het buitenland geboren zijn bepaald door hun eigen geboorteland. Bij personen die in Nederland geboren zijn, wordt de herkomst bepaald door het geboorteland van de ouders. Wanneer beide ouders in het buitenland zijn geboren, is het geboorteland van de moeder leidend.
Hoofdbaan
De baan waarin iemand werkt. Indien een persoon op het peilmoment meerdere banen heeft, is de hoofdbaan de baan met het hoogste maandloon. Het gaat daarbij om het totaal verdiende maandloon, ongeacht het gewerkte aantal uren. Zelfstandigen verdienen geen loon maar winst en vallen daarom buiten de groep met een baan.
Gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.
Kindertal
Het aantal levend geboren kinderen dat een vrouw heeft gekregen. In deze publicatie is alleen gekeken naar het gerealiseerde kindertal van vrouwen van 45 jaar of ouder, niet naar nog te verwachten kinderen van jongere vrouwen.
Leeftijd bij geboorte eerste kind
De leeftijd van een vrouw op het moment dat zij haar eerste levend geboren kind heeft gekregen. In deze publicatie is gekeken naar alle vrouwen die op het peilmoment in Nederland stonden ingeschreven en ooit een kind hebben gekregen, niet alleen naar vrouwen die recent een kind hebben gekregen.
Loon
Het maandloon omvat het maandelijkse bruto loon in de hoofdbaan, inclusief betaald verlof en feestdagen en door de werknemer betaalde pensioenpremies, maar exclusief overwerktoeslag en andere bijzondere beloningen. Het uurloon bestaat uit het maandloon gedeeld door de maandelijkse arbeidsduur.
Migrant
Een persoon geboren in het buitenland.
Migratiemotief
Het motief voor immigratie naar Nederland. Deze motieven worden sinds 1999 door de Immigratie- en Naturalisatiedienst vastgesteld op moment van de eerste immigratie. Dit gebeurt alleen voor immigranten met een niet-EU/EFTA-nationaliteit.
Nettoarbeidsparticipatie
Het aandeel van de bevolking dat werkzaam is in een betaalde baan. De gegevens worden meestal gepresenteerd voor personen tussen de 15 en 75 jaar in particuliere huishoudens.
Opleidingsniveau
Het niveau van de hoogst behaalde opleiding. Het gaat daarbij om opleidingen in het formele onderwijs.
Plaats in het huishouden
De positie die een lid van een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon in dat huishouden.
Sociaaleconomische positie
De sociaaleconomische positie is vastgesteld op basis van de voornaamste inkomstenbron.
De volgende vijf sociaaleconomische categorieën worden onderscheiden:
- Werkzaam: inkomen uit arbeid of inkomen als zelfstandige is de voornaamste inkomstenbron;
- Uitkeringsontvanger: een werkloosheids-, ziekte- of arbeidsongeschiktheidsuitkering, of een uitkering uit een sociale voorziening (o.a. bijstand) is de voornaamste inkomstenbron;
- Pensioenontvanger: een pensioenuitkering is de voornaamste inkomstenbron;
- School(kind) of student: voltijdonderwijs volgen is de belangrijkste activiteit. Als een scholier of student inkomen heeft uit een bijbaan en dit meer is dan de lage-inkomensgrens (in 2021 was de grens 1 130 euro netto per maand voor een alleenstaande), dan wordt deze persoon gezien als werkzaam;
- Geen inkomen: persoon zonder eigen inkomen. Het is mogelijk dat iemand wordt betaald door een buitenlands bedrijf, waardoor mogelijk in Nederland geen inkomen wordt waargenomen. Hierdoor kan deze persoon onterecht in de categorie ‘geen inkomen’ terechtkomen.
Deze positie is alleen vastgesteld voor mensen in particuliere huishoudens met inkomen.
Specialistische ggz
Specialistische, op genezing gerichte, geestelijke gezondheidszorg. Deze wordt geleverd door onder meer ggz-instellingen, instellingen voor verslavingszorg, psychiatrische afdelingen van ziekenhuizen en zelfstandige praktijken van psychiaters en psychotherapeuten. Het betreft het deel van de zorg dat wordt gefinancierd via diagnose-behandelcombinaties en wordt betaald uit de basisverzekering.
Stedelijkheid
De mate van stedelijkheid van een gemeente. Deze wordt toegekend op grond van de gemiddelde adressendichtheid binnen de gemeente. De adressendichtheid voor een gegeven adres bestaat uit het aantal andere adressen binnen een straal van een kilometer.
Studiestatus
Een kenmerk dat aangeeft of een persoon in een bepaalde maand is ingeschreven als scholier of student. Deze informatie is bekend voor alle scholieren en studenten in door de Nederlandse overheid bekostigd onderwijs.
Sub-Sahara Afrika
Afrika ten zuiden van de Sahara. Deze regio omvat de landen Angola, Benin, Botswana, Brits Indisch Oceaanterritorium, Burkina Faso, Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Comoren, Congo, Democratische Republiek Congo, Djibouti, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Eswatini, Ethiopië, de Franse Zuidelijke Gebieden, Gabon, de Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Ivoorkust, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Lesotho, Liberia, Madagaskar, Malawi, Mali, Mauritanië, Mauritius, Mayotte, Mozambique, Namibië, Niger, Nigeria, Oeganda, Réunion, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Senegal, de Seychellen, Sierra Leone, Sint-Helena, Somalië, Tanzania, Togo, Tsjaad, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika en Zuid-Soedan.
Tweede generatie
Personen die in Nederland geboren zijn en van wie een of beide ouders in het buitenland geboren zijn.
Verblijfsduur
De periode die is verstreken sinds de eerste immigratie naar Nederland. Deze is in dit rapport alleen berekend voor personen geboren in het buitenland.
Voortijdig schoolverlater
Een leerling die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat. Een startkwalificatie bestaat uit een afgeronde havo-, vwo- of basisberoepsopleiding (ook bekend als mbo-2). Een afgeronde vmbo- of entreeopleiding (mbo-1) volstaat niet als startkwalificatie. Voortijdig schoolverlaten wordt berekend voor de jaarlijkse aanwas, dat wil zeggen als aandeel van alle scholieren of studenten die in een bepaald jaar een bepaald onderwijsniveau volgden.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
Zelfstandigen
Zelfstandig ondernemers zijn personen die in een verslagjaar winst in de aangifte inkomstenbelasting hebben opgegeven. De aangifte- en inkomensgegevens worden afgeleid uit de winstaangiften Inkomstenbelasting en de daarbij behorende voorlopige aanslagen.
Zorgkosten
De kosten die in het kader van de basisverzekering door zorgverzekeraars zijn vergoed. Bij deze kosten is ook het eigen risico inbegrepen dat door verzekerden zelf is betaald, met uitzondering van verzekerden die in het betreffende jaar het eigen risico niet volledig hebben opgebruikt.