1. Bevolking
In dit hoofdstuk staat de demografie van personen van Sub-Saharaanse herkomst centraal. Het gaat hierbij om personen die in een land ten zuiden van de Sahara zijn geboren en zich in Nederland hebben gevestigd (‘migranten’) alsook om hun kinderen die in Nederland zijn geboren (‘de tweede generatie’). De beschrijving betreft personen die op 1 januari 2022 stonden ingeschreven in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. Eerst wordt gekeken naar het aantal personen, de herkomstlanden, de migratiemotieven, de verblijfsduur en de spreiding over Nederland. Vervolgens komen de leeftijdsopbouw, de verdeling naar geslacht en de gezinssituatie aan bod. Speciale aandacht gaat uit naar samenwoonrelaties: hebben mensen van Sub-Saharaanse herkomst partners met een Nederlandse of met een andere herkomst? Voorts wordt ingegaan op het kindertal van vrouwen van Sub-Saharaanse herkomst. De cijfers worden getoond voor zowel migranten als de tweede generatie. Indien van toepassing worden de cijfers vergeleken met die van personen van overig Buiten-Europese herkomst en met de totale Nederlandse bevolking.
Minder dan 2 procent van de bevolking heeft herkomst Sub-Sahara Afrika
De Nederlandse bevolking bestond op 1 januari 2022 uit 17,6 miljoen mensen. Het grootste deel daarvan was van Nederlandse herkomst (74,0 procent), een kleiner deel had een andere Europese herkomst (8,4 procent) of een Buiten-Europese herkomst (16,0 procent). Personen van Sub-Saharaanse herkomst vormden verhoudingsgewijs een klein deel van de bevolking (1,6 procent), bestaande uit 289 duizend mensen.
Van alle personen van Sub-Saharaanse herkomst is ongeveer twee derde in het buitenland geboren (62,4 procent). Ongeveer een derde is in Nederland geboren (37,6 procent), waarvan iets minder dan de helft één in het buitenland geboren ouder had en iets meer dan de helft twee in het buitenland geboren ouders. Het aandeel dat in Nederland is geboren ligt daarmee bij personen van Sub-Saharaanse herkomst lager dan bij personen van overig Buiten-Europese herkomst (46,8 procent).
Aantal personen | Aandeel in bevolking | Aandeel geboren in Nederland | waarvan | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 ouder geboren in buitenland | 2 ouders geboren in buitenland | |||||
x 1 000 | % | |||||
Totale bevolking | 17 591 | 100,0 | 85,5 | 6,3 | 5,2 | |
Nederland | 13 013 | 74,0 | 100,0 | 0,0 | 0,0 | |
Europa (excl. NL ) | 1 477 | 8,4 | 40,7 | 32,7 | 8,1 | |
Buiten-Europa (excl. SSA) | 2 812 | 16,0 | 46,8 | 21,0 | 25,8 | |
Sub-Sahara Afrika | 289 | 1,6 | 37,6 | 15,3 | 22,3 | |
waarvan | ||||||
Somalië | 41 | 0,2 | 39,9 | 3,3 | 36,6 | |
Zuid-Afrika | 36 | 0,2 | 34,2 | 29,5 | 4,7 | |
Ethiopië | 30 | 0,2 | 31,8 | 5,7 | 26,1 | |
Ghana | 27 | 0,2 | 41,3 | 12,3 | 29,0 | |
Eritrea | 25 | 0,1 | 16,1 | 0,4 | 15,7 | |
Kaapverdië | 23 | 0,1 | 49,0 | 15,6 | 33,5 | |
Nigeria | 17 | 0,1 | 42,5 | 25,9 | 16,6 | |
Overige landen | 89 | 0,5 | 40,9 | 21,1 | 19,8 | |
Bron: CBS |
Herkomst grotendeels uit zeven landen
Wanneer we inzoomen op de groep van Sub-Saharaanse herkomst, wordt duidelijk dat de herkomst naar een beperkt aantal landen is te herleiden. Voor migranten zijn de grootste herkomstlanden Somalië, Zuid-Afrika, Ethiopië, Ghana, Eritrea, Kaapverdië en Nigeria. In totaal is 71 procent van alle Sub-Saharaanse migranten uit een van deze landen afkomstig. Ook voor de tweede generatie zijn dit de grootste herkomstlanden, met uitzondering van Eritrea, dat nog niet onafhankelijk was toen de meeste van hun ouders migreerden. In totaal heeft 66 procent van de tweede generatie ten minste een ouder afkomstig uit een van deze landen. Van betrekkelijk weinig personen ligt het land van herkomst in de Sahel of op een van de eilandstaten (met uitzondering van Kaapverdië).
statname | Totaal | Geboren in buitenland | Geboren in Nederland |
---|---|---|---|
Angola | 9398 | 5030 | 4368 |
Benin | 534 | 321 | 213 |
Botswana | 433 | 302 | 131 |
Burkina Faso | 752 | 440 | 312 |
Burundi | 3397 | 2058 | 1339 |
Centraal-Afrikaanse Republiek | 120 | 88 | 32 |
Comoren | 23 | 12 | 11 |
Congo | 1616 | 876 | 740 |
Congo (DR) | 9250 | 4967 | 4283 |
Djibouti | 279 | 135 | 144 |
Equatoriaal-Guinea | 91 | 65 | 26 |
Eritrea | 25081 | 21043 | 4038 |
Eswatini | 185 | 101 | 84 |
Ethiopië | 29896 | 20380 | 9516 |
Gabon | 196 | 104 | 92 |
Gambia | 2366 | 1584 | 782 |
Ghana | 26908 | 15799 | 11109 |
Guinee | 4985 | 2603 | 2382 |
Guinee-Bissau | 496 | 285 | 211 |
Ivoorkust | 2077 | 1191 | 886 |
Kaapverdië | 23156 | 11805 | 11351 |
Kameroen | 3772 | 2150 | 1622 |
Kenia | 6262 | 3936 | 2326 |
Lesotho | 259 | 157 | 102 |
Liberia | 3294 | 1765 | 1529 |
Madagaskar | 410 | 237 | 173 |
Malawi | 717 | 377 | 340 |
Mali | 408 | 225 | 183 |
Mauritanië | 445 | 295 | 150 |
Mozambique | 1269 | 772 | 497 |
Namibië | 661 | 472 | 189 |
Niger | 441 | 267 | 174 |
Nigeria | 16907 | 9719 | 7188 |
Rwanda | 1880 | 1152 | 728 |
Sao Tomé en Principe | 334 | 193 | 141 |
Senegal | 2338 | 1315 | 1023 |
Sierra Leone | 6013 | 3795 | 2218 |
Soedan | 9091 | 6188 | 2903 |
Somalië | 41072 | 24701 | 16371 |
Tanzania | 2988 | 1542 | 1446 |
Togo | 2002 | 1118 | 884 |
Tsjaad | 219 | 109 | 110 |
Oeganda | 4005 | 2834 | 1171 |
Zambia | 2156 | 1146 | 1010 |
Zimbabwe | 3184 | 2013 | 1171 |
Zuid-Afrika | 36380 | 23928 | 12452 |
Zuid-Soedan | 33 | 33 | 0 |
Asiel en gezin belangrijke migratiemotieven
Ongeveer een vijfde (22,3 procent) van alle Sub-Saharaanse migranten heeft zich voor 1999 in Nederland gevestigd. Voor recentere migranten is een migratiemotief vastgesteld. Asiel (30,4 procent) en gezinsvorming en gezinshereniging (18,7) zijn de meest voorkomende migratiemotieven. Voor een kleiner deel bedroeg het motief studie (2,5 procent) of arbeidsmigratie (3,1 procent), waaronder ook kennismigratie. Deze motieven verschillen van de migratiemotieven van personen van overige Buiten-Europese herkomst. Met name het aandeel dat naar Nederland is gekomen voor asiel ligt bij Sub-Saharaanse migranten hoger dan bij overig Buiten-Europese migranten (12,2 procent). Er zijn geen migratiemotieven vastgesteld voor personen met de Nederlandse nationaliteit (9,0 procent) of een andere EU/EFTA-nationaliteit (4,5 procent). Het gaat daarbij om personen geboren in Sub-Sahara Afrika, die voor hun migratie naar Nederland een EU/EFTA-nationaliteit hebben verworven, bijvoorbeeld via hun ouders.
Het is bekend dat migratiemotieven sterk per land verschillen. Dat blijkt ook het geval als de motieven van Sub-Saharaanse migranten worden uitgesplitst naar herkomstland. Enerzijds zijn er landen als Ethiopië, Eritrea en Somalië, waarvan een groot deel naar Nederland is gemigreerd vanwege asiel. Anderzijds zijn er landen als Ghana en Kaapverdië, waarvan de migratiestromen eerder op gang zijn gekomen en de meeste huidige inwoners zijn gemigreerd vanwege hun gezin. Voor Zuid-Afrika en Nigeria spelen zowel gezinsmotieven als arbeidsmotieven een rol. Verder valt op dat een betrekkelijk groot deel van de Nigeriaanse migranten zich in Nederland heeft gevestigd om te studeren.
Herkomst | Asiel (%) | Gezin (%) | Arbeid (%) | Studie (%) | Overig/onbekend (%) | Nederlandse nationaliteit (%) | EU/EFTA-nationaliteit (%) | Migraite voor 1999 (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Sub-Sahara Afrika | 30,4 | 18,7 | 3,1 | 2,5 | 9,6 | 9,0 | 4,5 | 22,3 |
Somalië | 42,8 | 19,6 | 0,0 | 0,1 | 8,5 | 12,8 | 0,6 | 15,6 |
Zuid-Afrika | 0,2 | 21,6 | 15,1 | 2,5 | 7,5 | 16,3 | 12,0 | 24,9 |
Ethiopië | 59,9 | 8,7 | 0,7 | 1,4 | 3,9 | 4,9 | 0,5 | 20,0 |
Ghana | 0,8 | 34,0 | 1,2 | 2,8 | 10,7 | 9,4 | 3,6 | 37,4 |
Eritrea | 78,4 | 18,1 | 0,0 | 0,1 | 1,9 | 0,6 | 0,2 | 0,8 |
Kaapverdië | 0,0 | 11,1 | 0,6 | 0,0 | 7,5 | 6,0 | 9,8 | 64,9 |
Nigeria | 8,0 | 28,0 | 6,4 | 11,8 | 18,8 | 5,8 | 3,8 | 17,5 |
Overig SSA | 27,5 | 16,3 | 1,6 | 3,7 | 14,7 | 10,0 | 5,3 | 20,7 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | 12,2 | 16,8 | 4,7 | 3,6 | 5,6 | 10,9 | 2,7 | 43,5 |
Sub-Saharaanse migranten zijn recent aangekomen
Wanneer we kijken naar de verblijfsduur in Nederland, blijkt dat Sub-Saharaanse migranten zich pas korte tijd in Nederland bevinden. Bijna de helft van hen (51,0 procent) is in de afgelopen 10 jaar gekomen en bijna een derde (30,4 procent) zelfs in de afgelopen 5 jaar. Daarmee vormen Sub-Saharaanse migranten een relatief recente migrantengroep. Migranten van overig Buiten-Europese herkomst bevinden zich gemiddeld langer in Nederland. Zo is bijna twee derde (63,7 procent) van de overig Buiten-Europese migranten meer dan 10 jaar geleden geïmmigreerd en 7,7 procent al meer dan 50 jaar geleden.
Verblijfsduur | Sub-Sahara Afrika (%) | Buiten-Europa (excl. SSA) (%) |
---|---|---|
0 tot 5 jaar | 30,4 | 23,1 |
5 tot 10 jaar | 20,6 | 13,2 |
10 tot 15 jaar | 13,4 | 7,6 |
15 tot 20 jaar | 7,8 | 6,9 |
20 tot 25 jaar | 8,3 | 9,1 |
25 tot 30 jaar | 6,5 | 7,1 |
30 tot 35 jaar | 5,2 | 7,4 |
35 tot 40 jaar | 2,3 | 4,7 |
40 tot 45 jaar | 2,3 | 7,3 |
45 tot 50 jaar | 1,4 | 5,8 |
50 jaar of langer | 1,9 | 7,7 |
Vooral woonachtig in en rond Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Almere
Op 1 januari 2022 woonde in alle Nederlandse gemeentes wel iemand van Sub-Saharaanse herkomst. De spreiding over het land was echter niet gelijkmatig. De helft van alle personen van Sub-Saharaanse herkomst woonde verspreid over 20 gemeentes, terwijl de andere helft verspreid over de resterende 325 gemeentes woonde. Deze concentratie was sterker dan voor de totale Nederlandse bevolking. Van de totale bevolking woonde namelijk de helft verspreid over 59 gemeentes en de andere helft in de resterende 266 gemeentes.
Om de gemeentelijke spreiding beter te kunnen duiden, tonen de kaarten het aantal personen van Sub-Saharaanse herkomst per 1000 inwoners. Sub-Saharaanse migranten vormen een betrekkelijk grote groep in en rond Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Almere en enkele steden buiten de Randstad. In absolute zin betreft het aandeel ten hoogste 28 personen per 1000 inwoners, waarmee het om een kleine bevolkingsgroep gaat. De gemeentelijke spreiding van de Sub-Saharaanse tweede generatie lijkt sterk op die van Sub-Saharaanse migranten, behalve dat de tweede generatie een kleinere groep omvat. Het gaat om hoogstens 20 personen per 1000 inwoners.
Wel moet worden opgemerkt dat de spreiding sterk samenhangt met het specifieke herkomstland. Zo zijn personen van Somalische herkomst het sterkst vertegenwoordigd in Tilburg, personen van Zuid-Afrikaanse herkomst in Laren en Wassenaar, personen van Eritrese en Nigeriaanse herkomst in Westerwolde (waar in de plaats Ter Apel een aanmeldcentrum ligt), personen van Ghanese herkomst in Amsterdam, personen van Ethiopische herkomst in Uithoorn, Amstelveen en Diemen en personen van Kaapverdische herkomst in Rotterdam, Schiedam en Capelle aan den IJssel.
Gemeentenaam | Statcode | Geboren in het buitenland ( per duizend) | Geboren in Nederland ( per duizend) |
---|---|---|---|
Aa en Hunze | 7,0 | 4,3 | 2,8 |
Aalsmeer | 11,6 | 7,8 | 3,9 |
Aalten | 5,8 | 3,7 | 2,1 |
Achtkarspelen | 4,5 | 3,2 | 1,3 |
Alblasserdam | 8,6 | 4,8 | 3,8 |
Albrandswaard | 16,2 | 8,3 | 7,9 |
Alkmaar | 16,2 | 10,2 | 6,0 |
Almelo | 9,1 | 5,7 | 3,4 |
Almere | 28,8 | 16,6 | 12,2 |
Alphen aan den Rijn | 13,3 | 7,6 | 5,7 |
Alphen-Chaam | 5,3 | 3,2 | 2,1 |
Altena | 6,5 | 3,9 | 2,6 |
Ameland | 0,5 | 0,3 | 0,3 |
Amersfoort | 20,5 | 12,5 | 8,1 |
Amstelveen | 25,1 | 17,0 | 8,2 |
Amsterdam | 39,4 | 25,8 | 13,6 |
Apeldoorn | 15,1 | 10,3 | 4,8 |
Arnhem | 20,9 | 13,3 | 7,6 |
Assen | 15,8 | 10,1 | 5,6 |
Asten | 7,1 | 4,5 | 2,6 |
Baarle-Nassau | 3,5 | 2,7 | 0,7 |
Baarn | 16,7 | 10,0 | 6,7 |
Barendrecht | 15,1 | 7,2 | 8,0 |
Barneveld | 11,1 | 7,3 | 3,7 |
Beek | 7,8 | 5,0 | 2,8 |
Beekdaelen | 5,5 | 4,0 | 1,5 |
Beesel | 2,8 | 1,6 | 1,2 |
Berg en Dal | 8,1 | 4,9 | 3,3 |
Bergeijk | 6,1 | 4,2 | 1,9 |
Bergen (L.) | 5,3 | 4,0 | 1,4 |
Bergen (NH.) | 10,0 | 7,0 | 3,0 |
Bergen op Zoom | 16,4 | 10,1 | 6,2 |
Berkelland | 6,4 | 4,7 | 1,7 |
Bernheze | 5,8 | 3,8 | 2,0 |
Best | 12,7 | 8,4 | 4,3 |
Beuningen | 7,2 | 3,7 | 3,5 |
Beverwijk | 16,5 | 10,1 | 6,5 |
Bladel | 7,6 | 4,8 | 2,8 |
Blaricum | 9,8 | 5,5 | 4,3 |
Bloemendaal | 12,0 | 7,3 | 4,7 |
Bodegraven-Reeuwijk | 9,3 | 5,6 | 3,7 |
Boekel | 3,5 | 2,4 | 1,2 |
Borger-Odoorn | 3,6 | 2,8 | 0,8 |
Borne | 5,1 | 3,5 | 1,7 |
Borsele | 7,2 | 4,3 | 2,9 |
Boxtel | 12,2 | 8,8 | 3,4 |
Breda | 17,8 | 11,3 | 6,5 |
Brielle | 9,8 | 5,6 | 4,2 |
Bronckhorst | 3,4 | 2,3 | 1,1 |
Brummen | 5,7 | 3,8 | 1,9 |
Brunssum | 7,8 | 5,2 | 2,6 |
Bunnik | 11,3 | 6,5 | 4,8 |
Bunschoten | 7,2 | 3,9 | 3,2 |
Buren | 6,4 | 3,9 | 2,5 |
Capelle aan den IJssel | 28,1 | 14,9 | 13,2 |
Castricum | 9,5 | 6,0 | 3,6 |
Coevorden | 11,6 | 7,4 | 4,1 |
Cranendonck | 10,3 | 7,5 | 2,8 |
Culemborg | 11,7 | 7,0 | 4,7 |
Dalfsen | 6,2 | 3,9 | 2,2 |
Dantumadiel | 10,3 | 6,8 | 3,5 |
De Bilt | 12,3 | 7,0 | 5,3 |
De Fryske Marren | 11,0 | 7,7 | 3,4 |
De Ronde Venen | 12,4 | 7,6 | 4,8 |
De Wolden | 5,9 | 4,1 | 1,8 |
Delft | 24,3 | 15,3 | 9,0 |
Den Helder | 14,2 | 9,3 | 4,9 |
Deurne | 5,8 | 3,6 | 2,2 |
Deventer | 14,0 | 9,2 | 4,8 |
Diemen | 32,0 | 19,6 | 12,4 |
Dijk en Waard | 12,8 | 8,3 | 4,5 |
Dinkelland | 4,3 | 3,0 | 1,3 |
Doesburg | 11,1 | 8,1 | 3,1 |
Doetinchem | 10,5 | 6,8 | 3,6 |
Dongen | 6,4 | 3,8 | 2,6 |
Dordrecht | 22,5 | 13,4 | 9,1 |
Drechterland | 7,1 | 4,2 | 2,9 |
Drimmelen | 7,2 | 4,6 | 2,5 |
Dronten | 13,2 | 9,4 | 3,8 |
Druten | 3,9 | 2,3 | 1,5 |
Duiven | 7,3 | 4,4 | 2,8 |
Echt-Susteren | 6,2 | 4,4 | 1,8 |
Edam-Volendam | 7,4 | 4,5 | 2,9 |
Ede | 11,9 | 7,9 | 4,0 |
Eemnes | 9,3 | 7,0 | 2,3 |
Eemsdelta | 15,2 | 10,6 | 4,7 |
Eersel | 7,9 | 4,6 | 3,3 |
Eijsden-Margraten | 4,9 | 3,1 | 1,7 |
Eindhoven | 24,1 | 15,6 | 8,5 |
Elburg | 7,2 | 4,8 | 2,4 |
Emmen | 11,5 | 7,6 | 3,8 |
Enkhuizen | 10,7 | 7,1 | 3,5 |
Enschede | 12,3 | 7,8 | 4,5 |
Epe | 6,1 | 4,1 | 2,0 |
Ermelo | 12,6 | 7,7 | 4,9 |
Etten-Leur | 9,4 | 5,9 | 3,5 |
Geertruidenberg | 8,5 | 5,0 | 3,6 |
Geldrop-Mierlo | 14,3 | 9,0 | 5,3 |
Gemert-Bakel | 7,6 | 4,7 | 2,9 |
Gennep | 8,0 | 5,1 | 2,9 |
Gilze en Rijen | 18,0 | 12,9 | 5,1 |
Goeree-Overflakkee | 8,3 | 5,2 | 3,1 |
Goes | 13,2 | 7,9 | 5,3 |
Goirle | 9,0 | 6,0 | 3,0 |
Gooise Meren | 13,5 | 7,9 | 5,6 |
Gorinchem | 17,6 | 10,2 | 7,4 |
Gouda | 13,6 | 8,2 | 5,4 |
Groningen | 18,3 | 11,3 | 7,0 |
Gulpen-Wittem | 5,0 | 3,3 | 1,7 |
Haaksbergen | 5,1 | 2,9 | 2,2 |
Haarlem | 19,5 | 12,6 | 7,0 |
Haarlemmermeer | 16,7 | 10,4 | 6,3 |
Halderberge | 9,5 | 5,8 | 3,7 |
Hardenberg | 10,0 | 7,3 | 2,7 |
Harderwijk | 10,6 | 6,9 | 3,7 |
Hardinxveld-Giessendam | 11,7 | 6,3 | 5,5 |
Harlingen | 7,1 | 4,8 | 2,3 |
Hattem | 7,6 | 4,1 | 3,6 |
Heemskerk | 12,9 | 7,0 | 5,8 |
Heemstede | 14,1 | 9,0 | 5,1 |
Heerde | 5,0 | 3,1 | 1,9 |
Heerenveen | 12,0 | 7,0 | 5,0 |
Heerlen | 12,7 | 8,5 | 4,2 |
Heeze-Leende | 7,2 | 5,2 | 1,9 |
Heiloo | 11,3 | 7,9 | 3,4 |
Hellendoorn | 6,5 | 4,3 | 2,2 |
Hellevoetsluis | 11,2 | 6,4 | 4,8 |
Helmond | 14,3 | 8,7 | 5,5 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 10,6 | 5,5 | 5,1 |
Hengelo | 8,0 | 5,0 | 3,0 |
Het Hogeland | 10,1 | 6,7 | 3,4 |
Heumen | 8,4 | 4,8 | 3,6 |
Heusden | 6,3 | 4,3 | 2,1 |
Hillegom | 9,8 | 6,3 | 3,5 |
Hilvarenbeek | 4,9 | 3,5 | 1,3 |
Hilversum | 19,6 | 13,4 | 6,2 |
Hoeksche Waard | 9,2 | 5,6 | 3,6 |
Hof van Twente | 6,0 | 4,1 | 2,0 |
Hollands Kroon | 7,7 | 5,4 | 2,3 |
Hoogeveen | 8,5 | 5,8 | 2,7 |
Hoorn | 18,8 | 11,8 | 7,0 |
Horst aan de Maas | 5,1 | 3,8 | 1,3 |
Houten | 12,5 | 7,8 | 4,7 |
Huizen | 14,4 | 8,8 | 5,6 |
Hulst | 8,1 | 5,8 | 2,3 |
IJsselstein | 11,7 | 7,0 | 4,8 |
Kaag en Braassem | 10,0 | 6,2 | 3,8 |
Kampen | 11,6 | 7,3 | 4,3 |
Kapelle | 8,1 | 4,7 | 3,4 |
Katwijk | 11,2 | 6,5 | 4,7 |
Kerkrade | 7,3 | 4,9 | 2,4 |
Koggenland | 8,6 | 5,5 | 3,1 |
Krimpen aan den IJssel | 13,8 | 7,2 | 6,6 |
Krimpenerwaard | 9,5 | 6,1 | 3,4 |
Laarbeek | 6,4 | 4,4 | 2,0 |
Land van Cuijk | 9,7 | 6,5 | 3,2 |
Landgraaf | 7,3 | 4,4 | 2,9 |
Landsmeer | 10,5 | 5,4 | 5,1 |
Lansingerland | 13,6 | 6,8 | 6,8 |
Laren | 15,0 | 10,6 | 4,4 |
Leeuwarden | 19,4 | 12,1 | 7,3 |
Leiden | 20,2 | 12,2 | 8,0 |
Leiderdorp | 11,7 | 7,6 | 4,1 |
Leidschendam-Voorburg | 21,7 | 14,0 | 7,7 |
Lelystad | 21,8 | 13,2 | 8,6 |
Leudal | 8,0 | 6,4 | 1,6 |
Leusden | 11,6 | 7,2 | 4,4 |
Lingewaard | 5,0 | 3,2 | 1,9 |
Lisse | 9,0 | 5,3 | 3,7 |
Lochem | 7,2 | 4,4 | 2,8 |
Loon op Zand | 9,3 | 5,8 | 3,5 |
Lopik | 6,2 | 3,7 | 2,5 |
Losser | 4,4 | 2,9 | 1,5 |
Maasdriel | 6,2 | 3,9 | 2,2 |
Maasgouw | 7,2 | 5,3 | 1,9 |
Maashorst | 8,6 | 5,9 | 2,7 |
Maassluis | 13,4 | 6,8 | 6,6 |
Maastricht | 18,3 | 12,9 | 5,4 |
Medemblik | 9,2 | 5,9 | 3,3 |
Meerssen | 7,5 | 5,5 | 2,0 |
Meierijstad | 10,3 | 6,7 | 3,6 |
Meppel | 11,5 | 7,1 | 4,4 |
Middelburg | 15,9 | 9,9 | 6,0 |
Midden-Delfland | 10,5 | 6,8 | 3,7 |
Midden-Drenthe | 6,5 | 4,4 | 2,1 |
Midden-Groningen | 10,3 | 6,2 | 4,1 |
Moerdijk | 9,7 | 5,5 | 4,2 |
Molenlanden | 6,0 | 3,5 | 2,6 |
Montferland | 6,0 | 4,3 | 1,7 |
Montfoort | 10,4 | 6,6 | 3,8 |
Mook en Middelaar | 9,0 | 5,8 | 3,3 |
Neder-Betuwe | 5,6 | 3,8 | 1,9 |
Nederweert | 5,1 | 3,1 | 2,1 |
Nieuwegein | 16,3 | 9,9 | 6,5 |
Nieuwkoop | 7,6 | 5,3 | 2,4 |
Nijkerk | 10,3 | 6,2 | 4,1 |
Nijmegen | 19,9 | 11,9 | 8,0 |
Nissewaard | 19,7 | 10,0 | 9,7 |
Noardeast-Fryslan | 6,7 | 4,6 | 2,1 |
Noord-Beveland | 4,8 | 3,4 | 1,4 |
Noordenveld | 8,3 | 5,0 | 3,3 |
Noordoostpolder | 14,9 | 9,9 | 5,0 |
Noordwijk | 8,4 | 5,4 | 3,0 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 7,6 | 4,7 | 2,9 |
Nunspeet | 9,3 | 5,2 | 4,1 |
Oegstgeest | 15,3 | 9,1 | 6,2 |
Oirschot | 6,9 | 4,1 | 2,8 |
Oisterwijk | 8,5 | 5,5 | 3,0 |
Oldambt | 9,7 | 6,2 | 3,4 |
Oldebroek | 9,0 | 5,4 | 3,6 |
Oldenzaal | 6,9 | 4,6 | 2,3 |
Olst-Wijhe | 6,7 | 3,9 | 2,7 |
Ommen | 9,6 | 6,1 | 3,5 |
Oost Gelre | 4,9 | 3,4 | 1,5 |
Oosterhout | 10,8 | 6,2 | 4,7 |
Ooststellingwerf | 8,5 | 5,9 | 2,6 |
Oostzaan | 9,6 | 6,3 | 3,3 |
Opmeer | 5,0 | 3,0 | 2,0 |
Opsterland | 7,8 | 5,2 | 2,6 |
Oss | 9,5 | 6,1 | 3,4 |
Oude IJsselstreek | 6,1 | 3,8 | 2,3 |
Ouder-Amstel | 20,7 | 11,5 | 9,2 |
Oudewater | 6,4 | 3,4 | 3,0 |
Overbetuwe | 6,2 | 3,9 | 2,3 |
Papendrecht | 13,1 | 7,9 | 5,2 |
Peel en Maas | 4,9 | 3,4 | 1,5 |
Pekela | 7,5 | 5,5 | 2,0 |
Pijnacker-Nootdorp | 10,7 | 6,0 | 4,8 |
Purmerend | 15,1 | 9,3 | 5,9 |
Putten | 7,3 | 4,2 | 3,0 |
Raalte | 5,6 | 3,5 | 2,1 |
Reimerswaal | 7,8 | 4,8 | 3,0 |
Renkum | 11,9 | 7,3 | 4,6 |
Renswoude | 5,5 | 4,2 | 1,2 |
Reusel-De Mierden | 7,6 | 5,2 | 2,4 |
Rheden | 10,1 | 6,4 | 3,6 |
Rhenen | 9,6 | 5,1 | 4,5 |
Ridderkerk | 15,8 | 7,5 | 8,3 |
Rijssen-Holten | 3,2 | 2,3 | 0,8 |
Rijswijk | 17,2 | 10,7 | 6,5 |
Roerdalen | 7,7 | 4,5 | 3,3 |
Roermond | 15,3 | 10,3 | 5,0 |
Roosendaal | 17,1 | 11,4 | 5,7 |
Rotterdam | 48,4 | 28,2 | 20,2 |
Rozendaal | 9,1 | 4,6 | 4,6 |
Rucphen | 4,1 | 2,8 | 1,3 |
Schagen | 9,1 | 6,1 | 3,0 |
Scherpenzeel | 4,2 | 2,6 | 1,6 |
Schiedam | 38,7 | 20,7 | 18,0 |
Schiermonnikoog | 18,0 | 8,5 | 9,5 |
Schouwen-Duiveland | 10,5 | 7,0 | 3,5 |
s-Gravenhage | 28,9 | 19,1 | 9,9 |
s-Hertogenbosch | 12,9 | 8,3 | 4,6 |
Simpelveld | 4,4 | 2,9 | 1,5 |
Sint-Michielsgestel | 6,5 | 4,5 | 1,9 |
Sittard-Geleen | 9,8 | 6,2 | 3,7 |
Sliedrecht | 19,2 | 10,2 | 9,0 |
Sluis | 7,1 | 5,7 | 1,4 |
Smallingerland | 13,1 | 8,2 | 4,9 |
Soest | 16,7 | 10,5 | 6,2 |
Someren | 4,3 | 3,4 | 1,0 |
Son en Breugel | 10,7 | 6,4 | 4,3 |
Stadskanaal | 9,4 | 6,2 | 3,3 |
Staphorst | 6,9 | 4,6 | 2,3 |
Stede Broec | 9,5 | 6,0 | 3,5 |
Steenbergen | 5,4 | 3,4 | 2,0 |
Steenwijkerland | 11,3 | 7,0 | 4,3 |
Stein | 5,0 | 3,0 | 2,0 |
Stichtse Vecht | 12,1 | 7,8 | 4,4 |
Sudwest-Fryslan | 10,5 | 6,6 | 3,9 |
Terneuzen | 14,6 | 9,6 | 5,0 |
Terschelling | 4,8 | 1,6 | 3,2 |
Texel | 5,7 | 4,7 | 0,9 |
Teylingen | 12,0 | 7,3 | 4,7 |
Tholen | 6,4 | 3,9 | 2,5 |
Tiel | 10,6 | 6,5 | 4,2 |
Tilburg | 23,7 | 14,3 | 9,4 |
Tubbergen | 3,2 | 2,3 | 0,9 |
Twenterand | 4,5 | 2,7 | 1,8 |
Tynaarlo | 9,2 | 5,6 | 3,7 |
Tytsjerksteradiel | 9,6 | 6,4 | 3,2 |
Uitgeest | 8,3 | 4,7 | 3,6 |
Uithoorn | 21,7 | 13,8 | 7,9 |
Urk | 7,0 | 4,8 | 2,2 |
Utrecht | 19,7 | 12,3 | 7,4 |
Utrechtse Heuvelrug | 13,4 | 8,3 | 5,1 |
Vaals | 5,1 | 3,7 | 1,5 |
Valkenburg aan de Geul | 6,2 | 4,1 | 2,2 |
Valkenswaard | 10,9 | 6,8 | 4,1 |
Veendam | 9,1 | 5,8 | 3,3 |
Veenendaal | 14,0 | 7,9 | 6,1 |
Veere | 6,5 | 4,0 | 2,5 |
Veldhoven | 10,4 | 7,7 | 2,7 |
Velsen | 14,9 | 9,0 | 6,0 |
Venlo | 8,3 | 5,2 | 3,1 |
Venray | 13,9 | 8,6 | 5,3 |
Vijfheerenlanden | 9,3 | 5,5 | 3,8 |
Vlaardingen | 22,5 | 12,0 | 10,5 |
Vlieland | 1,7 | 1,7 | 0,0 |
Vlissingen | 14,6 | 8,3 | 6,3 |
Voerendaal | 6,1 | 2,8 | 3,3 |
Voorschoten | 15,8 | 9,4 | 6,5 |
Voorst | 5,5 | 3,3 | 2,2 |
Vught | 9,7 | 6,7 | 3,0 |
Waadhoeke | 9,8 | 7,2 | 2,5 |
Waalre | 9,5 | 6,0 | 3,5 |
Waalwijk | 12,9 | 8,8 | 4,1 |
Waddinxveen | 13,9 | 8,3 | 5,7 |
Wageningen | 28,2 | 20,0 | 8,2 |
Wassenaar | 23,0 | 17,2 | 5,8 |
Waterland | 11,1 | 6,7 | 4,3 |
Weert | 10,6 | 6,5 | 4,1 |
Weesp | 20,3 | 11,3 | 9,0 |
West Betuwe | 5,6 | 3,4 | 2,2 |
West Maas en Waal | 6,4 | 4,0 | 2,4 |
Westerkwartier | 7,4 | 4,5 | 2,8 |
Westerveld | 5,2 | 3,1 | 2,2 |
Westervoort | 9,6 | 5,9 | 3,7 |
Westerwolde | 25,0 | 21,7 | 3,3 |
Westland | 7,9 | 4,7 | 3,2 |
Weststellingwerf | 5,7 | 3,5 | 2,2 |
Westvoorne | 7,6 | 3,9 | 3,6 |
Wierden | 3,9 | 3,2 | 0,7 |
Wijchen | 6,2 | 3,5 | 2,7 |
Wijdemeren | 9,9 | 6,3 | 3,6 |
Wijk bij Duurstede | 7,5 | 4,6 | 2,9 |
Winterswijk | 13,2 | 9,3 | 3,9 |
Woensdrecht | 4,7 | 3,3 | 1,4 |
Woerden | 14,3 | 9,7 | 4,6 |
Wormerland | 10,9 | 6,6 | 4,3 |
Woudenberg | 12,3 | 6,6 | 5,7 |
Zaanstad | 17,9 | 10,1 | 7,7 |
Zaltbommel | 7,7 | 4,6 | 3,1 |
Zandvoort | 15,7 | 8,8 | 6,9 |
Zeewolde | 9,2 | 5,2 | 4,0 |
Zeist | 14,4 | 8,6 | 5,8 |
Zevenaar | 6,0 | 3,6 | 2,4 |
Zoetermeer | 16,0 | 9,1 | 7,0 |
Zoeterwoude | 8,6 | 4,9 | 3,7 |
Zuidplas | 12,4 | 6,6 | 5,8 |
Zundert | 5,0 | 3,3 | 1,8 |
Zutphen | 15,8 | 10,5 | 5,4 |
Zwartewaterland | 5,5 | 3,8 | 1,7 |
Zwijndrecht | 22,1 | 12,4 | 9,7 |
Zwolle | 16,5 | 9,8 | 6,7 |
De gemeentelijke spreiding van personen van Sub-Saharaanse herkomst lijkt op die van personen van overig Buiten-Europese herkomst. Ook zij wonen relatief vaak in en rond Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Almere. Het grootste verschil is dat Utrecht en Zaanstad ook populaire woongemeentes zijn onder personen van overig Buiten-Europese herkomst, terwijl Wageningen (studiemigranten) en Westerwolde (asielmigranten) juist populaire woongemeentes zijn onder personen van Sub-Saharaanse herkomst.
Jonge migranten en jonge kinderen
Personen van Sub-Saharaanse herkomst vormen een betrekkelijk jonge bevolkingsgroep. Een groot deel van de Sub-Saharaanse migranten heeft een leeftijd tussen de 18 en 45 jaar (52,9 procent) en slechts een klein deel is 65 jaar of ouder (5,8 procent). De tweede generatie, die in Nederland is geboren, vormt vanzelfsprekend een nog jongere groep. Het overgrote deel van hen is jonger dan 30 jaar (87,8 procent).
De groep van Sub-Saharaanse herkomst is jonger dan de groep van overige Buiten-Europese herkomst. Sub-Saharaanse migranten zijn bijvoorbeeld minder vaak 45 jaar of ouder en de tweede generatie heeft vaker een leeftijd jonger dan 30 jaar. De groep van Sub-Saharaanse herkomst is ook jonger dan de totale Nederlandse bevolking. Zo bevinden zich onder Sub-Saharaanse migranten (en zeker onder de tweede generatie) relatief weinig 65-plussers. Wanneer de leeftijdsopbouw wordt uitgesplitst naar het specifieke herkomstland komt de invloed van de migratiegeschiedenis naar voren. De Kaapverdische gemeenschap is bijvoorbeeld langere tijd in Nederland gevestigd dan de Eritrese gemeenschap, wat zichtbaar is in een hogere leeftijd.
Herkomstgebied | Geboorteland | 0 tot 4 jaar (%) | 4 tot 12 jaar (%) | 12 tot 18 jaar (%) | 18 tot 30 jaar (%) | 30 tot 45 jaar (%) | 45 tot 65 jaar (%) | 65 tot 111 jaar (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Totaal | 3,8 | 8,2 | 6,6 | 15,4 | 18,6 | 27,3 | 20,1 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in het buitenland | 0,4 | 4,9 | 6,6 | 20,0 | 32,9 | 29,3 | 5,8 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in Nederland | 17,7 | 28,1 | 16,7 | 25,3 | 10,4 | 1,6 | 0,4 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in het buitenland | 0,5 | 3,6 | 3,2 | 13,4 | 27,7 | 35,7 | 15,9 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in Nederland | 7,8 | 15,8 | 12,6 | 24,6 | 22,0 | 13,4 | 3,7 |
Wat betreft geslacht zijn personen van Sub-Saharaanse herkomst iets vaker man dan vrouw. Dat is het geval bij zowel Sub-Saharaanse migranten (51,7 procent man) als de tweede generatie (51,0 procent man). Overigens geldt ook hier dat er verschillen bestaan naar het specifieke herkomstland: onder migranten uit Eritrea en Nigeria bevinden zich relatief veel mannen. Onder personen van overig Buiten-Europese herkomst bevinden zich juist iets meer vrouwen dan mannen. De totale Nederlandse bevolking bestaat uit ongeveer evenveel mannen als vrouwen.
Herkomstgebied | Geboorteland | Mannen (%) | Vrouwen (%) |
---|---|---|---|
Totale bevolking | 49,7 | 50,3 | |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in het buitenland | 51,7 | 48,3 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in Nederland | 51,0 | 49,0 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in het buitenland | 48,4 | 51,6 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in Nederland | 51,0 | 49,0 |
Meer alleenstaanden en alleenstaande ouders
Vanwege grote verschillen in de gezinssituatie wordt deze apart beschreven voor mannen en vrouwen. Ongeveer een derde van de uit Sub-Sahara Afrika gemigreerde mannen woont alleen (35,9 procent), een kwart heeft een partner en kinderen (24,2 procent), een op de zeven heeft een partner maar geen kinderen (13,7 procent), een zesde woont als kind bij de ouders (16,3 procent) en het resterende deel is alleenstaande ouder (2,2 procent) of woont in een niet-standaard gezin of een institutioneel huishouden (7,7 procent). Het percentage alleenstaanden ligt daarmee hoog, zowel ten opzichte van mannen gemigreerd uit een overig Buiten-Europees land (26,1 procent) als ten opzichte van de totale mannelijke bevolking (17,7 procent). Alleen onder mannen gemigreerd uit Zuid-Afrika en Somalië is dat minder het geval. Ook de groep thuiswonende kinderen ligt hoger dan onder mannen gemigreerd uit een overig Buiten-Europees land (11,9 procent), wat verklaard kan worden doordat Sub-Saharaanse migranten een jongere bevolkingsgroep vormen.
Van de Sub-Saharaanse tweede generatie mannen is een zeer groot deel thuiswonend kind (78,0 procent). Daarnaast woont een deel alleen (8,4 procent). Deze cijfers zijn weinig verrassend, gezien het grote aandeel jonger dan 30. Onder de Sub-Saharaanse tweede generatie mannen komen de andere huishoudenstypen veel minder vaak voor. Deze cijfers wijken, wederom vanwege het leeftijdsverschil, af van personen de overig Buiten-Europese tweede generatie en zeker ook van de totale bevolking.
Herkomstregio | Geboorteland | Thuiswonend kind (% personen) | Alleenstaande (% personen) | Partner in paar zonder kinderen (% personen) | Partner in paar met kinderen (% personen) | Ouder in eenouderhuishouden (% personen) | Overig (% personen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 28,4 | 17,7 | 26,6 | 23,0 | 1,3 | 2,9 | |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in het buitenland | 16,3 | 35,9 | 13,7 | 24,2 | 2,2 | 7,7 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in Nederland | 78,0 | 8,4 | 4,6 | 4,5 | 0,2 | 4,3 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in het buitenland | 11,9 | 26,1 | 21,0 | 33,6 | 1,9 | 5,5 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in Nederland | 54,0 | 14,0 | 11,0 | 16,2 | 0,8 | 3,9 |
Wanneer we naar vrouwen kijken, komt naar voren dat hun gezinssituatie anders is dan die van mannen. Zo ligt onder Sub-Saharaanse migranten het aandeel alleenstaande moeders (22,1 procent) veel hoger dan het aandeel alleenstaande vaders (2,2 procent). Daarnaast ligt het aandeel alleenstaande vrouwen (19,2 procent) lager dan het aandeel alleenstaande mannen (35,9 procent). Deze verschillen komen waarschijnlijk doordat na een scheiding kinderen vaker bij hun moeder gaan wonen (Poortman en Van Gaalen, 2017). Eenzelfde patroon is zichtbaar voor vrouwen gemigreerd uit overig Buiten-Europese landen, hoewel het verschil tussen mannen en vrouwen daar kleiner is. Ook voor de totale Nederlandse bevolking is dit patroon zichtbaar, zij het met een nog iets kleiner verschil tussen mannen en vrouwen.
De tweede generatie Sub-Saharaanse vrouwen lijkt sterk op de tweede generatie Sub-Saharaanse mannen. De grote meerderheid woont als kind bij de ouders in (75,0 procent) of woont alleen (7,6 procent). Het enige noemenswaardige verschil betreft wederom alleenstaand ouderschap. Van de vrouwen woont 3,9 procent als alleenstaande moeder, terwijl van de mannen 0,2 procent als alleenstaande vader woont.
Herkomstregio | Geboorteland | Thuiswonend kind (% personen) | Alleenstaande (% personen) | Partner in paar zonder kinderen (% personen) | Partner in paar met kinderen (% personen) | Ouder in eenouderhuishouden (% personen) | Overig (% personen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 24,3 | 18,3 | 25,9 | 22,9 | 5,4 | 3,1 | |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in het buitenland | 15,8 | 19,2 | 12,1 | 25,5 | 22,1 | 5,2 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in Nederland | 75,0 | 7,6 | 4,4 | 5,5 | 3,9 | 3,6 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in het buitenland | 9,6 | 21,2 | 21,2 | 32,6 | 11,2 | 4,2 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in Nederland | 50,2 | 10,9 | 11,4 | 17,9 | 6,6 | 3,0 |
De tweede generatie heeft vaak een Nederlandse partner
Hieronder wordt ingezoomd op de groep die met een partner samenwoont. Onder partners vallen zowel gehuwde als ongehuwde samenwoonrelaties, met of zonder kinderen. Voor deze groep is onderzocht welke herkomst de partner heeft. Ongeveer de helft van alle Sub-Saharaanse migranten heeft een partner die in hetzelfde land is geboren of wier ouders in dat land zijn geboren (48,2 procent). Daarbij speelt een rol dat sommige paren samen naar Nederland zijn gemigreerd (gezinshereniging) of door huwelijksmigratie zijn gevormd (gezinsvorming). Verder heeft een kwart van de Sub-Saharaanse migranten een partner van Nederlandse herkomst (25,9 procent), een op de acht een partner van andere Sub-Saharaanse herkomst (13,2 procent) en een op de acht een partner van overige herkomst (12,6 procent). Deze cijfers zijn anders dan die van migranten van overig Buiten-Europese herkomst. Die groep heeft namelijk vaker een partner uit het eigen land van herkomst heeft (63,7 procent).
De Sub-Saharaanse tweede generatie heeft meestal een partner van Nederlandse herkomst (61,8 procent). Zij hebben minder vaak een partner uit het eigen herkomstland (8,9 procent), ook in vergelijking met de overig Buiten-Europese tweede generatie (30,1 procent). Overigens spelen ook hier verschillen naar herkomstland. Zo hebben personen van Nigeriaanse en Zuid-Afrikaanse herkomst betrekkelijk vaak een partner van Nederlandse herkomst, terwijl personen van Somalische herkomst vaak een partner uit het eigen herkomstland hebben.
Herkomstgregio | Gebooreland | Nederlandse herkomst (% van samenwonenden) | Zelfde niet-Nederlandse herkomst (% van samenwonenden) | (Andere) SSA herkomst (% van samenwonenden) | Overige herkomst (% van samenwonenden) |
---|---|---|---|---|---|
Totale bevolking | 77,6 | 9,9 | 0,5 | 11,9 | |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in het buitenland | 25,9 | 48,2 | 13,2 | 12,6 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in Nederland | 61,8 | 8,9 | 3,6 | 25,8 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in het buitenland | 21,6 | 63,7 | 0,4 | 14,3 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in Nederland | 52,6 | 30,1 | 0,7 | 16,6 |
Vaker gemengde relaties dan verwacht
Om de partnerherkomst beter te kunnen duiden is gebruik gemaakt van een decompositieanalyse. Van de Sub-Saharaanse migranten had 25,9 procent een partner van Nederlandse herkomst. Van de overig Buiten-Europese migranten had 21,6 procent een partner van Nederlandse herkomst, oftewel een verschil van 4,3 procentpunt. Dit verschil wordt niet verklaard door verschillen in achtergrondkenmerken. In tegendeel, als Sub-Saharaanse migranten dezelfde kenmerken zouden hebben als overig Buiten-Europese migranten, dan zou het verschil groeien tot 4,9 procentpunt. In dat geval zou dus 26,5 procent van hen een partner van Nederlandse herkomst hebben.
Dit is ook het geval voor de tweede generatie. Van de Sub-Saharaanse tweede generatie had 61,8 procent een partner van Nederlandse herkomst. Van de overig Buiten-Europese tweede generatie had 52,6 procent een partner van Nederlandse herkomst, oftewel een verschil van 9,2 procentpunt. Als de Sub-Saharaanse tweede generatie dezelfde kenmerken zou hebben als de overig Buiten-Europese tweede generatie, dan zou het verschil groeien tot 19,2 procentpunt. In dat geval zou dus 71,8 procent van hen een partner van Nederlandse herkomst hebben.
Geboorteland | Feitelijk (%) | Gecorrigeerd (%) |
---|---|---|
Geboren in het buitenland | 4,3 | 4,9 |
Geboren in Nederland | 9,2 | 19,2 |
Leeftijd grootste rol bij herkomst partner
De decompositie laat zien dat het verschil tussen personen van Sub-Saharaanse en overig Buiten-Europese herkomst zou groeien als zij dezelfde kenmerken bezaten. Leeftijd speelt daarbij een belangrijke rol. In alle leeftijdsgroepen hebben personen van Sub-Saharaanse herkomst vaker een partner van Nederlandse herkomst dan het geval is bij personen van overig Buiten-Europese herkomst. Vooral in de oudere leeftijdsgroepen is dit verschil groot. Als Sub-Saharaanse migranten dezelfde leeftijdsopbouw zouden hebben als overig Buiten-Europese migranten, dan zou hun aandeel met een partner van Nederlandse herkomst 1,4 procentpunt hoger liggen. Als de Sub-Saharaanse tweede generatie dezelfde leeftijdsopbouw zou hebben als de overig Buiten-Europese tweede generatie, dan zou hun aandeel met een partner van Nederlandse herkomst 8,7 procentpunt hoger liggen.
Verder speelt de stedelijkheid van de woongemeente een rol. Sub-Saharaanse migranten wonen in minder stedelijke gemeenten dan overig Buiten-Europese migranten, wat de kans op een partner van Nederlandse herkomst vergroot. Als beide herkomstgroepen in even stedelijke gemeenten zouden wonen, dan zou bij Sub-Saharaanse migranten het aandeel met een partner van Nederlandse herkomst 1,0 procentpunt lager liggen. De Sub-Saharaanse tweede generatie woont juist in stedelijker gemeenten dan de overig Buiten-Europese tweede generatie, waardoor zij een kleinere kans hebben op een partner van Nederlandse herkomst. Als beide herkomstgroepen in even stedelijke gemeenten zouden wonen, dan zou bij de Sub-Saharaanse tweede generatie het aandeel met een partner van Nederlandse herkomst 1,2 procentpunt hoger liggen.
Ten slotte speelt bij de migranten het geslacht een rol. Sub-Saharaanse migranten met een partner zijn vaker man dan overig Buiten-Europese migranten met een partner. Doordat mannelijke migranten in het algemeen vaker een partner van buitenlandse herkomst hebben, dempt dit hun kans op een partner van Nederlandse herkomst enigszins. Als de man-vrouwverhouding in beide herkomstgroepen hetzelfde zou zijn, dan zou het aandeel Sub-Saharaanse migranten met een partner van Nederlandse herkomst 0,4 procentpunt hoger liggen. De man-vrouwverhouding speelt geen rol voor de partnerherkomst bij de tweede generatie. Ook de inkomensverdeling speelt geen noemenswaardige rol bij het verschil in partnerherkomst tussen personen van Sub-Saharaanse en personen van overig Buiten-Europese herkomst.
Migranten meer kinderen, tweede generatie niet
Sub-Saharaanse migranten hebben meer kinderen gekregen dan hun leeftijdsgenoten. Gemiddeld genomen hebben uit Sub-Sahara Afrika gemigreerde vrouwen van tussen de 45 en 60 jaar oud namelijk 2,15 kinderen gekregen. Het kindertal ligt daarmee hoger dan in de totale populatie vrouwen van tussen de 45 en 60 (1,79). Wel is het kindertal vergelijkbaar met dat van overig Buiten-Europese migranten (2,14).
Herkomstland | Gemiddeld kindertal (kinderen per vrouw) |
---|---|
Totaal | 1,79 |
Sub-Sahara Afrika (totaal) | 2,15 |
Somalië | 3,44 |
Zuid-Afrika | 1,51 |
Ethiopië | 2,53 |
Ghana | 1,84 |
Eritrea | 2,27 |
Kaapverdië | 2,04 |
Nigeria | 1,79 |
Overig SSA | 2,07 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | 2,14 |
Overigens spelen er sterke verschillen naar het specifieke herkomstland. Van de hier gepresenteerde landen hebben uit Somalië gemigreerde vrouwen van tussen de 45 en 60 jaar gemiddeld het hoogste aantal kinderen gekregen (3,44). Uit Zuid-Afrika gemigreerde vrouwen daarentegen hebben minder kinderen gekregen dan hun leeftijdsgenoten (1,51). Deze cijfers weerspiegelen de situatie in het land van herkomst. Zo kent Somalië na Niger het hoogste kindertal en Zuid-Afrika juist het laagste kindertal van alle landen ten zuiden van de Sahara (Verenigde Naties, 2019).
Vrouwen van de Sub-Saharaanse tweede generatie hebben nog grotendeels een leeftijd waarop zij kinderen kunnen krijgen. Voor deze groep kan daarom nog geen uiteindelijk gerealiseerd kindertal worden vastgesteld. Wel is het mogelijk om voor hen de tussenstand te meten. Daaruit blijkt dat voor de tweede generatie Sub-Saharaanse vrouwen een lager kindertal kan worden verwacht dan voor migranten. Van personen die nu tussen de 25 en 30 jaar zijn is 21,1 procent moeder. Dat percentage lijkt sterk op dat voor de totale populatie vrouwen van die leeftijd in Nederland (23,0 procent). Van de tweede generatie Sub-Saharaanse vrouwen tussen de 30 en 35 jaar is ongeveer de helft moeder (52,2 procent). Dat percentage ligt zelfs lager dan dat van leeftijdsgenoten (56,3 procent). Dat migranten een tussenpositie innemen tussen de situatie in het land van herkomst en Nederland en dat de tweede generatie sterk op de Nederlandse bevolking lijkt, is eerder ook vastgesteld bij vrouwen van Turkse en Marokkaanse herkomst (Garssen en Nicolaas, 2008).
Herkomstregio | Geboorteland | 20-24 jaar (% met kinderen) | 25-29 jaar (% met kinderen) | 30-34 jaar (% met kinderen) |
---|---|---|---|---|
Totale bevolking | 4,3 | 23,0 | 56,3 | |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in het buitenland | 19,0 | 49,1 | 66,6 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in Nederland | 4,8 | 21,1 | 52,2 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in het buitenland | 10,2 | 29,5 | 54,2 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in Nederland | 5,3 | 27,0 | 56,8 |
Op jongere leeftijd moeder
Vrouwen van Sub-Saharaanse herkomst met kinderen hebben die op relatief jonge leeftijd gekregen. Sub-Saharaanse migranten waren tijdens de geboorte van het eerste kind gemiddeld 26,0 jaar oud. Dat is jonger dan onder de totale populatie vrouwen (27,1), maar wel iets ouder dan onder overig Buiten-Europese migranten (25,7). Wanneer we naar de tweede generatie vrouwen kijken, vallen de cijfers iets anders uit. Alhoewel de Sub-Saharaanse tweede generatie gemiddeld minder vaak kinderen heeft dan Nederlandse leeftijdsgenoten, hebben ook zij die gekregen toen ze iets jonger waren (26,6). Vrouwen van de overig Buiten-Europese tweede generatie met kinderen hebben die juist gekregen toen ze iets ouder waren (27,6).
Herkomstregio | Geboorteland | Gemiddelde leeftijd (jaar) |
---|---|---|
Totale bevolking | 27,1 | |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in het buitenland | 26,0 |
Sub-Sahara Afrika | Geboren in Nederland | 26,6 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in het buitenland | 25,7 |
Buiten-Europa (excl. SSA) | Geboren in Nederland | 27,6 |
Conclusie
Personen van Sub-Saharaanse herkomst zijn een kleine, recente en jonge bevolkingsgroep in Nederland. In totaal vormen zij 1,6 procent van de bevolking. Meer dan de helft van de Sub-Saharaanse migranten bevindt zich korter dan 10 jaar in Nederland. Zij zijn veelal afkomstig uit Somalië, Zuid-Afrika, Ethiopië, Ghana, Eritrea, Kaapverdië en Nigeria. Asiel en gezin zijn de belangrijkste migratiemotieven, alhoewel de motieven sterk verschillen naar het specifieke herkomstland. Sub-Saharaanse migranten zijn jonger dan de rest van de Nederlandse bevolking, wat vooral zichtbaar is in het kleine aandeel ouder dan 65 jaar. De tweede generatie is aanzienlijk jonger, met het merendeel jonger dan 18 jaar. Zij wonen dan ook vaak als kind bij hun ouders. De gezinnen van Sub-Saharaanse migranten lijken meer op die van de rest van de Nederlandse bevolking. Een opvallend verschil is echter dat mannen vaker alleenstaand zijn en vrouwen vaker alleenstaande ouder. Bij degenen die wel een partner hebben, is die partner vaker van Nederlandse herkomst dan het geval is onder overig Buiten-Europese migranten. Zeker de Sub-Saharaanse tweede generatie heeft relatief vaak een partner van Nederlandse herkomst. Dit kan niet worden verklaard door de hier onderzochte achtergrondkenmerken. Ten slotte zijn uit Sub-Sahara Afrika gemigreerde vrouwen vaker moeder, hebben ze gemiddeld meer kinderen en hebben ze hun eerste kind op jongere leeftijd gekregen dan andere vrouwen in Nederland. De Sub-Saharaanse tweede generatie is nog jong, maar tot nu toe lijkt zij qua moederschap sterk op de totale Nederlandse bevolking.
Literatuur
Garssen, J., Nicolaas, H. (2008). Fertility of Turkish and Moroccan women in the Netherlands: Adjustment to native level within one generation. Demographic Research, 19, 1249-1280.
Poortman, A. R., van Gaalen, R. (2017). Shared residence after separation: A review and new findings from the Netherlands. Family Court Review, 55(4), 531-44.
Verenigde Naties, Departement voor Economische en Sociale Zaken (2019). World Fertility Data 2019. POP/DB/Fert/Rev2019.