Loopbaanpaden in zorg en welzijn

6. Begrippen

Branche zorg en welzijn

De sector zorg en welzijn binnen het AZW programma bestaat uit 10 branches:

  • Universitair medische centra (UMC)
  • Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg
  • Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
  • Huisartsen en gezondheidscentra
  • Overige zorg en welzijn
  • Verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT)
  • Gehandicaptenzorg
  • Jeugdzorg
  • Sociaal werk (SW)
  • Kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk)

Het programma Arbeidsmarkt zorg en welzijn maakt onderscheid in een brede en een smalle definitie. Zorg en welzijn (breed) is een samentelling van de tien afzonderlijke branches die samen het terrein van de zorg en welzijn beschrijven. Zorg en welzijn (smal) is een samentelling van diezelfde branches, maar dan zonder de branche kinderopvang.

Werkenden

Werknemers en zelfstandigen.

Werknemer

Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat. Een werknemer kan zowel in deeltijd als in voltijd werkzaam zijn.

Werknemers zijn niet alle personen die actief zijn op de arbeidsmarkt; zelfstandigen worden bijvoorbeeld niet tot deze populatie gerekend.

Per werknemer wordt gekeken naar de hoofdbaan. De hoofdbaan is de baan waarin het hoogste basisloon verdiend wordt. Bij berekeningen voor AZW StatLine wordt er prioriteit gegeven aan banen in zorg en welzijn alvorens er naar basisloon gekeken wordt.

De werknemers met inkomsten uit zowel een baan als met zelfstandig ondernemerschap worden ingedeeld naar de branche van de baan.

Zelfstandigen

Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk. De zelfstandigen worden ingedeeld naar de branche van hun bedrijf.

De werknemers met inkomsten uit zowel een baan als met zelfstandig ondernemerschap worden ingedeeld naar de branche van de baan.

Baanwissel

Het wisselen van branche en/of baan binnen de bedrijfstak zorg en welzijn gedurende de voorgaande periode. Een overstap van werknemer naar zelfstandige wordt ook geteld als baanwissel.

De werknemers met inkomsten uit zowel een baan als met zelfstandig ondernemerschap worden ingedeeld naar de branche van de baan.

Het is mogelijk dat een gedeelte van de mobiliteit veroorzaakt wordt door administratieve wijzigingen. Dit betekent dat een werknemer niet uitgestroomd is uit de baan bij zijn of haar werkgever, maar wel geteld wordt onder uitstroom. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer een werknemer van hoofdbaan wisselt, of wanneer de SBI-code van een werkgever dusdanig wijzigt dat deze tot een andere bedrijfstak gerekend wordt.

Uitstroom

Werknemers die gedurende de voorgaande periode zijn gestopt met werken als werknemer in zorg en welzijn. Het wisselen van baan binnen de bedrijfstak zorg en welzijn wordt niet meegeteld bij uitstroom.

Het is mogelijk dat een gedeelte van de mobiliteit veroorzaakt wordt door administratieve wijzigingen. Dit betekent dat een werknemer niet uitgestroomd is uit de baan bij zijn of haar werkgever, maar wel geteld wordt onder uitstroom. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer een werknemer van hoofdbaan wisselt, of wanneer de SBI-code van een werkgever dusdanig wijzigt dat deze tot een andere bedrijfstak gerekend wordt.

Zorg en welzijn-opleidingen

De opleidingen in zorg en welzijn die bepaald zijn voor een behaald diploma zijn opgenomen in deze tabellen:

StatLine - Mbo; gediplomeerden, leerweg, opleiding, regio (cbs.nl)
StatLine - Hbo; gediplomeerden, opleidingsvorm, opleiding, regio (cbs.nl)
StatLine - Wo; gediplomeerden, opleidingsvorm, opleiding, regio (cbs.nl)

Enkele voorbeelden van relatief grote opleidingen zijn: helpende in zorg en welzijn (mbo), verpleegkunde (mbo en hbo), social work (hbo) en psychologie (wo).