6. Conclusies
In 2023 groeide de Nederlandse economie met een bescheiden 0,1 procent. Er was sprake van een hoge inflatie, gestegen rente en een afname van de wereldhandel. Als gevolg hiervan lagen de economische groeicijfers van alle regio’s substantieel lager dan in 2022 en 2021. In de meeste provincies lag de groei tussen de 0 en de 1 procent en in vier provincies was zelfs sprake van krimp. De hoogste groei werd behaald in Noord-Holland en Noord-Brabant, met ongeveer 1 procent. In Zeeland kromp de economie met 0,8 procent en was het verschil in groei met 2022 het grootst.
De regionale groeiverschillen worden deels verklaard door de relatieve grootte en structuur van bedrijfstakken. In 2023 waren vooral de ontwikkelingen in de industrie, delfstoffenwinning, vervoer en handel en de zakelijke dienstverlening bepalend. Zo kromp de Zeeuwse economie mede door tegenvallers in de chemische industrie die last had van de hoge energie- en grondstofprijzen. Dit in tegenstelling tot Noord-Brabant, waar de machine-industrie positief bijdroeg aan de groei. Ook verschillen tussen de vier grote steden worden op deze manier verklaard. De Rotterdamse economie stagneerde door verminderde handel via de haven, terwijl Amsterdam doorgroeide door gunstige ontwikkelingen in de zakelijke dienstverlening.
De substantieel lagere economische groei in 2023 had nog geen grote impact op de arbeidsmarkt. In alle provincies is de werkloosheid nagenoeg gelijk gebleven. In Groningen was de werkloosheid met 4 procent het hoogst. Wel nam in alle provincies de spanning op de arbeidsmarkt iets af, hoewel de gemiddelde spanning met 118 vacatures per 100 werklozen nog steeds hoog is. In Zeeland was de spanning op de arbeidsmarkt het hoogst met 154 vacatures per 100 werklozen.
Het aantal faillissementen liet in 2023 wel een sterke groei zien, namelijk 52 procent. In alle provincies nam het aantal faillissementen toe, waarbij de stijging het grootst was in Noord-Brabant. Zuid-Holland telde de meeste faillissementen, met vlak daarachter Noord-Brabant en Noord-Holland. Historisch gezien is het totaal aantal faillissementen nog steeds laag. In 2023 gingen 3 271 bedrijven failliet, wat minder is dan in 2019, het laatste volledige jaar voor corona.
Binnen brede welvaart is economische groei slechts één van de indicatoren die van invloed zijn op deze maatstaf van kwaliteit van leven. In de meest recente uitkomsten blijkt dat in een van de hoogst scorende provincies, Overijssel, de brede welvaart te danken is aan niet-materiële indicatoren: goede gezondheid, een hoog vertrouwen in anderen en instituties, en tevredenheid met de woning en woonomgeving. Ook blijkt dat verschillen in brede welvaart binnen de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant relatief groot zijn. In de Noord-Brabant is in de regio Zuidoost-Noord-Brabant de brede welvaart relatief hoog en in West-Noord-Brabant laag. Hierbij scoort Zuidoost-Noord-Brabant bijvoorbeeld beter in milieu-gerelateerde indicatoren zoals afstand tot openbaar groen en de relatieve hoeveelheid natuur- en bosgebieden.