De regionale economie 2023

5. De Brede Welvaart

Er zijn grote regionale verschillen in brede welvaart binnen Nederland. Voor een deel gaat het om niveauverschillen: de brede welvaart is relatief hoger in sommige regio’s en relatief lager in andere regio’s. De verschillen komen ook voort uit andere patronen: regio’s hebben een relatief lagere brede welvaart in het ene thema en een hogere in een ander thema. In dit hoofdstuk beschrijven we deze verschillen in niveaus en patronen van brede welvaart ‘hier en nu’ en ‘later’ voor de provincies. Daarnaast worden Noord-Holland en Noord-Brabant uitgelicht, twee provincies waarin de verschillen in brede welvaart tussen de COROP-gebieden relatief groot zijn.

Brede welvaart relatief hoog in provincie Utrecht

Op provinciaal niveau is duidelijk te zien dat relatieve niveaus van brede welvaart binnen Nederland verschillen. De brede welvaart ‘hier en nu’ is over het geheel genomen relatief hoog in Utrecht en Overijssel en relatief laag in Limburg en Groningen. De brede welvaart ‘later’ is juist relatief hoog in Fryslân en Flevoland en relatief laag in Zuid-Holland. Voor andere provincies zijn de uitkomsten minder eenduidig.

5.1 Indicatoren bovenaan de ranglijst brede welvaart 'hier en nu' per provincie
statnaamgroen ( indicatoren)
Drenthe12
Flevoland7
Frysl�n14
Gelderland5
Groningen0
Limburg2
Noord-Brabant8
Noord-Holland8
Overijssel14
Utrecht15
Zeeland8
Zuid-Holland6
NA0
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het bovenste kwart van de ranglijst van provincies.

5.2 Indicatoren onderaan de ranglijst brede welvaart 'hier en nu' per provincie
statnaamrood ( indicatoren)
Drenthe11
Flevoland11
Frysl�n9
Gelderland4
Groningen17
Limburg15
Noord-Brabant1
Noord-Holland14
Overijssel3
Utrecht2
Zeeland11
Zuid-Holland12
NA0
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het onderste kwart van de ranglijst van provincies.

5.3 Indicatoren bovenaan de ranglijst brede welvaart 'later' per provincie
statnaamgroen ( indicatoren)
Groningen1
Frysl�n7
Drenthe5
Overijssel2
Flevoland6
Gelderland2
Utrecht3
Noord-Holland4
Zuid-Holland2
Zeeland4
Noord-Brabant2
Limburg2
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het bovenste kwart van de ranglijst van provincies.

5.4 Indicatoren onderaan de ranglijst brede welvaart 'later' per provincie
statnaamrood ( indicatoren)
Groningen4
Frysl�n2
Drenthe2
Overijssel0
Flevoland3
Gelderland2
Utrecht4
Noord-Holland6
Zuid-Holland8
Zeeland3
Noord-Brabant3
Limburg3
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het onderste kwart van de ranglijst van provincies.

De relatief hoge brede welvaart ‘hier en nu’ in Utrecht en Overijssel blijkt bij beide provincies uit goede gezondheid en een hoog vertrouwen in anderen en in instituties. In Utrecht is ook de materiële welvaart relatief hoog, terwijl in Overijssel juist subjectief welzijn, tevredenheid over de woning en de woonomgeving relatief hoog zijn.

De relatief lage brede welvaart ‘hier en nu’ in Groningen en Limburg wordt gekenmerkt door relatief laag subjectief welzijn, lage besteedbare inkomens en een hoge uitstoot van broeikasgassen per inwoner. In Groningen is de tevredenheid met woningen en woonomgeving relatief laag net als de beschikbaarheid van natuur- en bosgebieden. In Limburg is de gezondheid relatief laag. Voor beide provincies geldt dat zij laag scoren bij de indicatoren voor het thema samenleving.

De relatief hoge brede welvaart ‘later’ in Fryslân en Flevoland komt voornamelijk door een relatief hoog natuurlijk kapitaal. Daarnaast zijn in Fryslân de schulden van huishoudens relatief laag en zijn de ervaren gezondheid en de sociale cohesie hoog. In Flevoland is er naast het natuurlijk kapitaal ook een hoge arbeidsduur per week.

5.5 Indicatoren bovenaan de ranglijst brede welvaart 'hier en nu' per COROP-gebied
statnaamgroen ( indicatoren)
Achterhoek5
Agglomeratie's-Gravenhage9
AgglomeratieHaarlem15
AgglomeratieLeidenenBollenstreek13
Alkmaarenomgeving7
Arnhem/Nijmegen8
DelftenWestland11
Delfzijlenomgeving2
Flevoland6
Groot-Amsterdam9
Groot-Rijnmond5
HetGooienVechtstreek13
IJmond7
KopvanNoord-Holland8
Midden-Limburg7
Midden-Noord-Brabant4
Noord-Drenthe12
Noord-Friesland8
Noord-Limburg6
Noord-Overijssel14
Noordoost-Noord-Brabant12
Oost-Groningen1
Oost-Zuid-Holland6
OverigGroningen5
OverigZeeland4
Twente6
Utrecht14
Veluwe9
West-Noord-Brabant4
Zaanstreek3
Zeeuwsch-Vlaanderen5
Zuid-Limburg4
Zuidoost-Drenthe3
Zuidoost-Friesland7
Zuidoost-Noord-Brabant9
Zuidoost-Zuid-Holland3
Zuidwest-Drenthe9
Zuidwest-Friesland6
Zuidwest-Gelderland9
Zuidwest-Overijssel13
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het bovenste kwart van de ranglijst van COROP-gebieden.

5.6 Indicatoren onderaan de ranglijst brede welvaart 'hier en nu' per COROP-gebied
statnaamrood ( indicatoren)
Achterhoek4
Agglomeratie's-Gravenhage13
AgglomeratieHaarlem7
AgglomeratieLeidenenBollenstreek2
Alkmaarenomgeving4
Arnhem/Nijmegen5
DelftenWestland9
Delfzijlenomgeving16
Flevoland10
Groot-Amsterdam13
Groot-Rijnmond15
HetGooienVechtstreek2
IJmond5
KopvanNoord-Holland7
Midden-Limburg11
Midden-Noord-Brabant1
Noord-Drenthe9
Noord-Friesland10
Noord-Limburg6
Noord-Overijssel4
Noordoost-Noord-Brabant2
Oost-Groningen15
Oost-Zuid-Holland5
OverigGroningen8
OverigZeeland8
Twente1
Utrecht1
Veluwe3
West-Noord-Brabant6
Zaanstreek14
Zeeuwsch-Vlaanderen14
Zuid-Limburg17
Zuidoost-Drenthe13
Zuidoost-Friesland7
Zuidoost-Noord-Brabant1
Zuidoost-Zuid-Holland9
Zuidwest-Drenthe6
Zuidwest-Friesland5
Zuidwest-Gelderland9
Zuidwest-Overijssel3
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het onderste kwart van de ranglijst van COROP-gebieden.

5.7 Indicatoren bovenaan de ranglijst brede welvaart 'later' per COROP-gebied
statnaamgroen ( indicatoren)
Oost-Groningen4
Delfzijlenomgeving4
OverigGroningen3
Noord-Friesland5
Zuidwest-Friesland4
Zuidoost-Friesland4
Noord-Drenthe5
Zuidoost-Drenthe3
Zuidwest-Drenthe5
Noord-Overijssel3
Zuidwest-Overijssel0
Twente0
Veluwe3
Achterhoek3
Arnhem/Nijmegen2
Zuidwest-Gelderland3
Utrecht2
KopvanNoord-Holland2
Alkmaarenomgeving1
IJmond2
AgglomeratieHaarlem4
Zaanstreek0
Groot-Amsterdam2
HetGooienVechtstreek4
AgglomeratieLeidenenBollenstreek3
Agglomeratie's-Gravenhage2
DelftenWestland3
Oost-Zuid-Holland0
Groot-Rijnmond2
Zuidoost-Zuid-Holland1
Zeeuwsch-Vlaanderen5
OverigZeeland2
West-Noord-Brabant0
Midden-Noord-Brabant0
Noordoost-Noord-Brabant1
Zuidoost-Noord-Brabant3
Noord-Limburg2
Midden-Limburg3
Zuid-Limburg1
Flevoland4
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het bovenste kwart van de ranglijst van COROP-gebieden.

5.8 Indicatoren onderaan de ranglijst brede welvaart 'later' per COROP-gebied
statnaamrood ( indicatoren)
Oost-Groningen5
Delfzijlenomgeving4
OverigGroningen2
Noord-Friesland2
Zuidwest-Friesland1
Zuidoost-Friesland0
Noord-Drenthe1
Zuidoost-Drenthe2
Zuidwest-Drenthe1
Noord-Overijssel0
Zuidwest-Overijssel0
Twente0
Veluwe1
Achterhoek0
Arnhem/Nijmegen3
Zuidwest-Gelderland3
Utrecht2
KopvanNoord-Holland1
Alkmaarenomgeving2
IJmond3
AgglomeratieHaarlem6
Zaanstreek6
Groot-Amsterdam6
HetGooienVechtstreek3
AgglomeratieLeidenenBollenstreek5
Agglomeratie's-Gravenhage6
DelftenWestland5
Oost-Zuid-Holland2
Groot-Rijnmond6
Zuidoost-Zuid-Holland5
Zeeuwsch-Vlaanderen4
OverigZeeland1
West-Noord-Brabant1
Midden-Noord-Brabant0
Noordoost-Noord-Brabant1
Zuidoost-Noord-Brabant0
Noord-Limburg1
Midden-Limburg2
Zuid-Limburg5
Flevoland2
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
De kaart toont het aantal indicatoren waarvoor een gemeente behoort tot het onderste kwart van de ranglijst van COROP-gebieden.

Ook binnen provincies grote regionale verschillen in brede welvaart

Niet alleen tussen provincies kunnen de verschillen groot zijn. Wanneer wordt gekeken naar COROP-gebieden, dan is te zien dat ook binnen provincies de brede welvaart aanzienlijk kan variëren6). In Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg bevinden zich COROP-gebieden die vergeleken met de rest van de Nederland een relatief hoge brede welvaart hebben en ook gebieden die een relatief lage brede welvaart hebben. Dit is bijvoorbeeld te zien bij de indicator overgewicht. Zo is het percentage van personen met overgewicht in Agglomeratie Haarlem, Groot-Amsterdam en Het Gooi en Vechtstreek beduidend lager dan de overige regio’s binnen Noord-Holland. Ook in Noord-Brabant zijn de verschillen tussen COROP-gebieden relatief groot.

In deze paragraaf worden de verschillen in de brede welvaart van de COROP-gebieden in de provincie Noord-Holland en Noord-Brabant vergeleken. Waar is de brede welvaart over het geheel genomen relatief hoog of laag? 

5.9 Overgewicht
COROP-gebiedOvergewicht
Agglomeratie Haarlem44,2
Groot-Amsterdam44,6
Het Gooi en Vechtstreek44,7
Alkmaar en omgeving47,5
Kop van Noord-Holland50,7
IJmond50,8
Zaanstreek53,1
Zuidoost-Noord-Brabant49,9
Noordoost-Noord-Brabant51,1
Midden-Noord-Brabant53,2
West-Noord-Brabant54,3
Bron: CBS, regionale Monitor Brede Welvaart 2023
Percentage personen van 18 jaar en ouder met een BMI van 25,0 kg/m2 en hoger. Cijfers over lichaamsgewicht zijn gebaseerd op zelf gerapporteerde waarden. De Body Mass Index (BMI) is een maat voor overgewicht, berekend als het quotiënt van het gewicht in kilogram en het kwadraat van de lengte in meters (kg/m2).
 

Brede welvaart hoog in Het Gooi en Vechtstreek en laag in Zaanstreek 

In Noord-Holland is de brede welvaart ‘hier en nu’ relatief hoog in Het Gooi en Vechtstreek en Alkmaar en omgeving. Voor de COROP-gebieden Agglomeratie Haarlem, IJmond en Kop van Noord-Holland zijn de uitkomsten minder eenduidig. De brede welvaart ‘hier en nu’ is relatief laag in Zaanstreek en (in mindere mate) Groot-Amsterdam. Het sterk verstedelijkte Groot-Amsterdam staat bij veel indicatoren onderaan de ranglijst. De meeste COROP-gebieden binnen Noord-Holland hebben geen duidelijk hoge of lage brede welvaart ‘later’. De uitzonderingen zijn Zaanstreek en IJmond met een lagere brede welvaart ‘later’ en Kop van Noord-Holland met een hogere brede welvaart ‘later’. 

Groot-Amsterdam
De brede welvaart ‘hier en nu’ van Groot Amsterdam is relatief laag. Dit komt voornamelijk door een laag subjectief welzijn en lage posities bij het thema wonen, samenleving en milieu. Daarnaast is ook de werkloosheid relatief hoog. Er zijn ook indicatoren waarbij Groot Amsterdam een hoge positie heeft vergeleken met andere COROP-gebieden. Het bruto binnenlands product is het hoogste van alle COROP-gebieden. Daarnaast is het aantal mensen met overgewicht relatief laag, is de brutoarbeidsparticipatie hoog en zijn relatief veel inwoners hoogopgeleid. Verder is het vertrouwen in instituties hoog en is openbaar groen relatief dichtbij. Voor de brede welvaart ‘later’ is het natuurlijk kapitaal laag maar het menselijk kapitaal relatief hoog. De huishoudens in de regio hebben het laagste vermogen van alle COROP-gebieden. 

Zaanstreek
De relatief lage brede welvaart ‘hier en nu’ van Zaanstreek komt voornamelijk door een laag subjectief welzijn, een laag bruto binnenlands product, een lage ervaren gezondheid, lage posities bij het thema arbeid en vrij tijd en het thema wonen. Daarnaast doen relatief weinig mensen aan vrijwilligerswerk in de regio. Het thema milieu laat een gevarieerd beeld zien. Er is relatief weinig natuur-en bosgebied in de regio en er wordt relatief veel fijnstof uitgestoten. Daarentegen is de afstand tot openbaar groen klein en worden relatief weinig broeikasgassen uitgestoten per inwoner. De brede welvaart ‘later’ is relatief laag vanwege een laag natuurlijk kapitaal en een lage ervaren gezondheid. 

Agglomeratie Haarlem
De relatief hoge brede welvaart ‘hier en nu’ in Agglomeratie Haarlem is niet terug te leiden tot enkele thema’s maar komt door verschillende aspecten. De regio heeft bijvoorbeeld een relatief hoge gezondheid. Daarnaast is er veel vertrouwen in elkaar, in de instituties en is er veel contact met familie, vrienden of buren. Wel doen relatief weinig mensen aan vrijwilligerswerk. Huishoudens in de regio hebben een relatief hoog besteedbaar inkomen maar het bruto binnenlands product is relatief laag. De afstand tot voorzieningen is klein maar de tevredenheid met de woning en de woonomgeving is relatief laag. Het subjectief welzijn is ook laag in Agglomeratie Haarlem. Het thema milieu laat ook geen eenduidig beeld zien. De fijnstof emissies zijn relatief hoog maar er zijn veel natuur en bosgebieden, lage broeikasgasemissies per inwoner en het openbaar groen is dichtbij. De brede welvaart ‘later’ laat ook een gemengd beeld zien. De huishoudens in de regio hebben relatief veel schulden maar ook veel vermogen. Het natuurlijk kapitaal is relatief laag in Agglomeratie Haarlem. Alleen de hoeveelheid natuur-en bosgebieden is relatief hoog. Het menselijk kapitaal is hoogopgeleid en heeft een hoge ervaren gezondheid. Wel is de arbeidsduur per week relatief laag. 

IJmond
De brede welvaart ‘hier en nu’ van IJmond is voor een groot deel niet relatief hoog of laag. De meeste hoge of lage posities vallen onder het thema wonen en milieu. Beide thema’s hebben een mix van hoge en lage posities. Zo heeft IJmond de hoogste fijnstofemissies van alle COROP-gebieden en de een na hoogste uitstoot van broeikasgassen per inwoner. Ook is de tevredenheid met de woonomgeving laag. Daarnaast is het besteedbaar inkomen van huishoudens relatief hoog. De brede welvaart ‘later’ is voor IJmond relatief laag wat betreft het natuurlijk kapitaal. Ondanks een relatief groot oppervlakte natuur- en bosgebieden. Verder is het vermogen van huishoudens relatief groot. 

Kop van Noord-Holland
De brede welvaart ‘hier en nu’ in de Kop van Noord-Holland laat een gemengd beeld zien. Er zijn geen thema’s waar de regio er in positieve of negatieve manier uitspringt. Het is veelal een combinatie van hoge, lage en gemiddelde posities op de ranglijst. De tevredenheid met het leven is in de Kop van Noord-Holland relatief hoog. Er is een lage werkloosheid, relatief weinig mensen zijn hoogopgeleid en het bruto binnenlands product is ook relatief laag. De tevredenheid met de woning en de woonomgeving is hoog maar de afstanden tot voorzieningen laten een gevarieerd beeld zien. In de regio is er veel contact met familie, vrienden of buren maar het vertrouwen in instituties is laag. De emissies van fijnstof en van broeikasgassen per inwoner zijn relatief laag. Het openbaar groen is relatief ver weg. De kwaliteit van het zwemwater kustwateren is hoog7) maar relatief laag voor zwemwater binnenwateren. Voor de brede welvaart ‘later’ is het natuurlijk kapitaal hoger vergeleken met andere COROP-gebieden. Dit komt door de lage emissies van fijnstof en de grote groen-blauwe ruimte. Het menselijk kapitaal blijft achter door de relatief kleine aantallen hoogopgeleiden. 

Het Gooi en Vechtstreek
De relatief hoge brede welvaart ‘hier en nu’ in Het Gooi en Vechtstreek komt voornamelijk door een hoge materiële welvaart en een hoge gezondheid. Ook is het vertrouwen in anderen en in instituties relatief hoog. De regio heeft relatief veel natuur- en bosgebieden, lage broeikasgasemissies per inwoner en de afstand tot openbaar groen is ook relatief klein. Wel is de afstand tot sportterreinen en tot cafés e.d. relatief groot. De brede welvaart ‘later’ laat een iets genuanceerder beeld zien. De huishoudens in de regio hebben relatief veel schulden maar ook veel vermogen. Er wordt weinig zonne-energie opgewekt en een relatief groot deel van de regio is bebouwd. Daar staat tegen over dat ook een relatief groot deel van de regio bestaat uit natuur- en bosgebieden. Het menselijk kapitaal is relatief hoog. 

Alkmaar en omgeving
Alkmaar en omgeving heeft voor brede welvaart ‘hier en nu’ voor bijna alle thema’s wel een indicator waarbij de regio hoog op de ranglijst staat. Er is een hoge tevredenheid met het leven, het besteedbaar inkomen is relatief hoog en de werkloosheid is laag. Relatief weinig mensen hebben overgewicht maar relatief veel mensen hebben langdurige aandoeningen. De tevredenheid met de woning en de woonomgeving is relatief hoog. Of de afstand tot voorzieningen relatief lang of kort is, verschilt per soort voorziening. De kwaliteit van het zwemwater kustwateren is hoog7) maar relatief laag voor zwemwater binnenwateren. Voor de brede welvaart ‘later’ heeft Alkmaar en omgeving weinig indicatoren met een hoge of lage positie vergeleken met andere COROP-gebieden. De indicatoren vallen met name onder het economisch kapitaal. De huishoudens in de regio hebben relatief veel schulden maar ook veel vermogen. Ook is de arbeidsduur per week relatief laag. 

Brede welvaart hoog in Zuidoost-Noord-Brabant en laag in West-Noord-Brabant

Noord-Brabant is wat betreft de brede welvaart verdeeld tussen west en oost. De brede welvaart ‘hier en nu’ en ‘later’ is relatief laag in West-Noord-Brabant, rond het gemiddelde in Midden-Noord-Brabant, en relatief hoog in Noordoost-Noord-Brabant en Zuidoost-Noord-Brabant. 

West-Noord-Brabant
De brede welvaart ‘hier en nu’ is in West-Noord-Brabant relatief laag. Dit komt voornamelijk door een relatief lage gezondheid en lage posities voor het thema samenleving. Het contact met familie, vrienden of buren is relatief hoog maar het vertrouwen in anderen en in instituties laag. Ook wordt er weinig vrijwilligerswerk gedaan. Daarnaast zijn de broeikasgasemissies per inwoner relatief hoog. Indicatoren waarop West-Noord-Brabant relatief goed presteert zijn de lage afstanden tot voorzieningen en het relatief hoge bruto binnenlands product. De brede welvaart ‘later’ is voor West-Noord-Brabant gemiddeld met uitzondering van de lage ervaren gezondheid. 

Midden-Noord-Brabant
De brede welvaart ‘hier en nu’ in Midden-Noord-Brabant is over het geheel genomen gemiddeld. De voorzieningen zijn dichterbij vergeleken met andere COROP-gebieden maar de tevredenheid met de woonomgeving ligt wel lager. Verder zijn de broeikasgasemissies per inwoner ook relatief laag. Voor brede welvaart ‘later’ zijn er geen indicatoren waarbij Midden-Noord-Brabant een hoge of lage positie heeft vergeleken met andere COROP-gebieden. 

Noordoost-Noord-Brabant
In Noordoost-Noord-Brabant is de materiële welvaart relatief hoog. Er is daarnaast een hoge arbeidsparticipatie en de werkloosheid is laag. Wel is de tevredenheid met de vrije tijd laag. Er is een grote tevredenheid met de woonomgeving en een korte afstand tot voorzieningen. Met uitzondering van het openbaar vervoer. Met een afstand van 0,5 kilometer is de afstand tot het openbaar vervoer relatief groot vergeleken met andere COROP-gebieden. Op het thema samenleving heeft Noordoost-Noord-Brabant een relatief hoog vertrouwen in instituties en wordt er relatief veel vrijwilligerswerk gedaan. Voor het thema milieu heeft de regio geen hoge of lage positie. De brede welvaart ‘later’ is voor Noordoost-Noord-Brabant gemiddeld met uitzondering van het economische kapitaal. De huishoudens in de regio hebben relatief veel schulden maar ook veel vermogen. Dit hangt samen met een relatief hoog eigenwoningbezit waar een hypotheek tegenover staat. 

Zuidoost-Noord-Brabant
De relatief hoge brede welvaart ‘hier en nu’ van Zuidoost-Noord-Brabant komt voor een groot deel door het thema milieu en de relatief kleine afstand tot voorzieningen. Daarnaast heeft de regio relatief veel hoogopgeleiden en een hoog bruto binnenlands product. Alleen de contacten met familie, vrienden of buren zijn relatief laag. Brede welvaart ‘later’ is ook relatief hoog in Zuidoost-Noord-Brabant. Dit komt door relatief grote natuur-en bosgebieden en een hoog menselijk kapitaal. 

5) De dimensie ‘elders’ is nog geen onderdeel van de regionale Monitor Brede Welvaart vanwege conceptuele complexiteit.
6) Daarbij moet worden opgemerkt dat er geen data beschikbaar is voor het thema veiligheid en sociale cohesie op COROP-niveau.
7) Dit geldt echter voor 8 van de 12 COROP gebieden die aan de kust liggen.