3 Het CES-meetsysteem
De Monitor is opgesteld conform de CES Recommendations for Measuring Sustainable Development (CES, 2014) die in een samenwerking van de VN, de OESO en Eurostat tot stand zijn gekomen. Het CBS had hierin een voortrekkersrol. Het CES-meetsysteem is een internationale richtlijn voor het meten van brede welvaart en duurzaamheid. Met dit meetsysteem hebben statistische bureaus een wetenschappelijk onderbouwde ‘gemeenschappelijke taal’ ontwikkeld om brede welvaart in kaart te brengen.
3.1 Definities
Het CES-meetsysteem onderscheidt drie dimensies, die in deze Monitor toegepast zijn: kwaliteit van leven (‘hier en nu’), kapitaal (‘later’) en grensoverschrijdende impacts (‘elders’).
- Brede welvaart ‘hier en nu’ betreft de persoonlijke kenmerken van mensen, de kwaliteit van de omgeving waarin zij leven en meer in het algemeen hun materiële welvaart en welzijn.
- Brede welvaart ‘later’ betreft de hulpbronnen die volgende generaties nodig hebben om een zelfde niveau van welvaart te kunnen bereiken als de huidige generatie.
- Brede welvaart ‘elders’ betreft de effecten van Nederlandse keuzes op banen, inkomens, (niet-hernieuwbare) hulpbronnen en het milieu in andere landen.
3.2 Thema’s en indicatoren
Voor iedere dimensie – ‘hier en nu’, ‘later’ en ‘elders’ – zijn in de Monitor thema’s uit het CES-raamwerk en kernindicatoren beschreven die relevant zijn voor de brede welvaart. Het CES-meetsysteem maakt bovendien een onderscheid tussen een vaste set indicatoren die op conceptuele gronden wordt gekozen en een thematische set met beleidsrelevante thema’s en indicatoren die kan worden aangepast aan het heersende beleid.
Hoofdstuk 4 van deze toelichting geeft een overzicht van de thema’s in de Monitor. In paragraaf 5.1 wordt uitgelegd hoe de indicatoren in de vaste set zijn geselecteerd. En paragraaf 5.3 legt uit hoe de indicatoren voor de SDG’s zijn geselecteerd.
3.3 Afbakening
De Monitor beschrijft de staat van de brede welvaart ‘hier en nu’, ‘later’ en ‘elders’ puur vanuit het perspectief van de mens. Dat zijn in de praktijk individuen, huishoudens, kostwinners, werknemers, scholieren, enzovoorts, afhankelijk van de statistische informatie over een thema. Het gaat in de Monitor om alles wat ons als mens een kwaliteit van leven geeft. Het gaat nadrukkelijk niet om bedrijven, overheden of instituties en evenmin om de intrinsieke waarde van de natuur of de groei van de economie.
De Monitor heeft betrekking op alle mensen die in Nederland wonen. Dit is geen harde richtlijn, omdat de indicatoren in de Monitor zijn gemaakt aan de hand van verschillende standaarden die ieder een eigen afbakening hanteren. Er zijn dan ook verschillen in de populatie die ten grondslag ligt aan de indicatoren in de Monitor, al zijn deze verschillen doorgaans gering.