2. Winst versus looninkomen
In de nationale rekeningen zijn verschillende concepten beschikbaar die als ‘inkomen’ van huishoudens en niet-financiële bedrijven kunnen worden gezien. De meest gebruikte is het beschikbaar inkomen: het inkomen waar huishoudens of bedrijven over kunnen beschikken voor consumptie en investeringen, nadat alle afdrachten betaald zijn. Onder die afdrachten vallen bijvoorbeeld premies, belastingen, winstuitkeringen en andere inkomensoverdrachten. Voor huishoudens is het beschikbaar inkomen, gecorrigeerd voor prijsstijgingen (het zogenaamde reëel beschikbaar inkomen) een veelgebruikte macro-economische maatstaf voor de koopkracht van huishoudens.
Voor bedrijven is het minder gebruikelijk om het beschikbaar inkomen als maatstaf voor inkomen te gebruiken. Een belangrijke reden hiervoor is dat winstuitkeringen hierop in mindering zijn gebracht. Doordat er van jaar op jaar grote verschillen kunnen zitten in de omvang van de uitgekeerde winsten, is het beschikbaar inkomen van bedrijven veel volatieler dan dat van huishoudens. Voor bedrijven ligt het meer voor de hand om naar de winst voor belasting te kijken, aangezien de winst het inkomen is dat bedrijven genereren voor de eigenaars. Anders gezegd, het is de beloning van kapitaal.
De meest geschikte tegenhanger voor de beloning van kapitaal is die van arbeid, oftewel de beloning van werknemers. Net als de winst van bedrijven is de beloning van werknemers een vorm van primair inkomen, waar nog geen belastingen en premies over zijn afgedragen.
De beloning van werknemers is de belangrijkste, maar niet de enige component van het beschikbaar inkomen van huishoudens. Daar zijn premies en belastingen wel in verrekend en het omvat ook nog andere vormen van inkomen, zoals het gemengd inkomen van zelfstandigen, pensioenen en andere uitkeringen. Desondanks is de ontwikkeling van de beloning van werknemers de afgelopen decennia vrijwel identiek aan die van het beschikbaar inkomen van huishoudens.
Zowel de totale winst voor belasting van niet-financiële bedrijven als de beloning van werknemers bereikten in 2022 in nominale termen een recordhoogte. De toename verschilde echter aanzienlijk: de beloning was 7,2 procent groter dan in 2021, de winst groeide met 18,7 procent ruim twee keer zo hard. Dat beide zo sterk stegen komt voor een groot deel door de gunstige economische omstandigheden. De economische groei joeg de winsten aan en de groei van het aantal banen zorgde voor een grotere totale loonsom.
Dat de ontwikkeling zo sterk verschilt, heeft met de doorwerking van hogere prijzen te maken. Hogere prijzen werken vaak snel door in omzetten en daarmee ook vaak in de winsten van bedrijven, maar pas met enige vertraging in de lonen van werknemers. Dat blijkt ook uit de cijfers van 2023. Mede door de grote loonstijging in dat jaar was de beloning van werknemers opnieuw sterk toegenomen, met 7,6 procent.1) De winsten waren echter 4,4 procent lager dan in het voorgaande jaar. De economische groei viel bijna stil en de inflatie vertraagde. De energieprijzen, die in sommige bedrijfstakken de winsten flink aanjoegen, daalden weer.
Ondanks die daling in 2023 namen de winsten van bedrijven over de hele periode van 2019 tot en met 2023 nog wel duidelijk meer toe dan de beloning van werknemers, met respectievelijk 31,5 versus 24,5 procent.
Jaar | Beloning van werknemers (mld euro) | Brutowinst vóór belasting niet-financiële vennootschappen (mld euro) |
---|---|---|
2019 | 384 | 272 |
2020 | 398 | 241 |
2021 | 415 | 316 |
2022 | 444 | 375 |
2023 | 478 | 358 |