5. Conclusie
In de nationale rekeningen worden drie illegale activiteiten geschat: de illegale productie en verkoop van drugs, prostitutie en de illegale handel in tabak. Deze activiteiten droegen in 2021 volgens een nieuwe raming in het kader van de revisie van de nationale rekeningen 4,5 miljard euro bij aan de Nederlandse economie (het bbp). Daarmee is het aandeel in de totale economie 0,5 procent. De vorige raming voor de omvang van de illegale economie, over verslagjaar 2015, kwam uit op 0,6 procent van het bbp. Bij die raming werden echter ook nog enkele niet binnen Europa verplicht te beschrijven illegale activiteiten meegenomen.
De ramingen van de illegale economie zijn met veel meer onzekerheid omgeven dan andere delen van de economie waar veelal wel directe informatie beschikbaar is uit registers en enquêtes. Voor de raming van de illegale economie geldt bovendien dat de gedane aannames veel invloed kunnen hebben op de uitkomsten. Doordat dit deel van de economie niet in het openbaar plaatsvindt, zijn er geen waterdichte bronnen beschikbaar. Bij de handel in cocaïne hebben de aannames, vooral het inbeslagnamepercentage en de prijzen, veel invloed op de uitkomst. Voor de overige illegale activiteiten gelden vergelijkbare kanttekeningen.
Daarnaast maakt de locatie van de uiteindelijke eigenaar van het illegale proces veel verschil voor de omvang van de raming van de illegale activiteiten binnen de Nederlandse economie. Als de eigenaar niet-ingezetene is, wordt een groot deel van de waarde aan het buitenland toegerekend. Zo wordt er binnen de Nederlandse landsgrenzen 10,7 miljard euro aan de handel in cocaïne verdiend, maar vloeit het grootste deel hiervan naar het buitenland. Slechts 1,2 miljard euro aan toegevoegde waarde slaat neer binnen de Nederlandse economie. Voor andere illegale activiteiten (voornamelijk die op het gebied van synthetische drugs) geldt dit ook, maar in mindere mate.