8. Conclusie
De gestegen energieprijzen in 2021 en 2022 hadden een grote impact op het Nederlandse bedrijfsleven. Dat gold vooral voor de energie-intensieve bedrijfstakken zoals de chemische industrie, de vervoersector, de landbouw en de horeca. De uitgaven van de eerste drie bedrijfstakken aan energie in 2022 waren meer dan 25 procent van hun toegevoegde waarde. Voor de chemische industrie was dat zelfs meer dan 75 procent.
Door de prijsstijgingen van energie in 2021 en 2022 namen de kosten van veel energie-intensieve bedrijfstakken sterk toe. Ondanks dat meerdere bedrijfstakken hun verbruik verminderden, verdubbelden in veel gevallen de uitgaven aan energie. Dat betekende dat de gestegen energielasten op een andere manier moesten worden opgevangen, bijvoorbeeld door te besparen op andere kostenposten, door hogere prijzen te berekenen aan de klant, of door het verlies te nemen.
De vier meest energie-intensieve bedrijfstakken hebben de gestegen energielasten echter niet kunnen opvangen door te besparen op andere kostenposten. Vooral de uitgaven en de hoeveelheden verbruikt materiaal en ingekochte diensten namen sterk toe. De prijzen van materiaal en diensten namen indirect toe door de hoge energieprijzen, maar ook door de hoge vraag na de coronacrisis. De energie-intensieve bedrijfstakken zetten in 2022 wel minder extra personeel in ten opzichte van 2019 dan gemiddeld in de Nederlandse economie.
In de chemische industrie en de vervoersector namen de afzetprijzen sterker toe dan de kosten. De prijzen van de landbouw en horeca stegen echter minder snel dan de prijzen van grondstoffen en arbeid. De horeca kon dit opvangen door meer te produceren. De landbouw niet en had daardoor een dalende winstquote, terwijl deze bij de andere geanalyseerde bedrijfstakken steeg.
De meest energie-intensieve bedrijfstakken zijn dus op verschillende manieren omgegaan met energieprijsstijgingen. Bij alle vier de bedrijfstakken daalde het energieverbruik of bleef het verbruik nagenoeg gelijk. Dit was echter onvoldoende om de gestegen prijzen te compenseren. De hogere energiekosten moesten daarom op andere manieren worden opgevangen. Dat gebeurde vaak door een stijging van de prijzen of een hogere productie.
Opvallend is dat de winstquote van de chemie, de horeca en de vervoersector niet alleen op peil bleef, maar zelfs steeg. Ondanks de stijgende prijzen nam de winst van deze bedrijfstakken toe. Hetzelfde geldt voor de energieproducerende bedrijfstakken. De winstquote van bedrijven in deze sectoren steeg zeer sterk tijdens de energieprijscrisis van 2021 en 2022.