Auteur: Nienke Oude Steenhof
De invloed van gestegen energiekosten op het bedrijfsleven

3. Prijsstijgingen en aanpassingen verbruik energie

In 2021 en 2022 namen de prijzen voor energie sterk toe. De verbruiksprijzen voor producenten van bijvoorbeeld elektriciteit, (niet-ruw) gas, stoom en warmte waren 134 procent hoger in 2022 dan in 2021. In 2021 lagen de prijzen ook al ruim 60 procent hoger dan een jaar eerder. De prijzen voor cokes en geraffineerde aardolieproducten namen ook sterk toe, maar in mindere mate. 

Delfstoffen, zoals aardolie en aardgas, zijn een belangrijke input voor zowel cokes en aardolieproducten als voor elektriciteit, gas, stoom en warmte. In 2021 en 2022 namen de prijzen van cokes en aardolieproducten minder toe dan die van delfstoffen. De prijzen voor elektriciteit, gas, stoom en warmte stegen juist harder dan de prijzen van delfstoffen. Paragraaf 7 gaat dieper in op de invloed van de prijzen op de kosten en de productie van energieproducerende bedrijfstakken.

Figuur 3.1 Verandering verbruiksprijzen per energiedrager
Energiedrager2021 (% verandering t.o.v. een jaar eerder)2022 (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Delfstoffen (aardolie en aardgas)69,5103,9
Cokes en aardolieproducten48,160,3
Elektriciteit, gas, stoom en warmte82,3134

Een manier om de gestegen energieprijzen op te vangen is door te besparen op energieverbruik. Om te bepalen of bedrijven hiertoe in staat waren, wordt het energieverbruik van de meest energie-intensieve bedrijfstakken in 2022 vergeleken met dat van 2019. Dit is immers het laatste jaar zonder verstorende coronamaatregelen. Ook in de rest van het artikel wordt het verbruik in hoeveelheden en uitgaven (waarden) daarom vergeleken met 2019.

Veel bedrijfstakken verbruikten in 2022 minder energie dan in 2019. In de hele economie bedroeg de afname ruim 3 procent. Vooral de chemische industrie verbruikte in 2022 veel minder energie dan drie jaar eerder, maar ook de landbouw en de vervoersector wisten het energieverbruik terug te schroeven. Deze besparingen werden overigens gerealiseerd terwijl de productie van de chemische industrie en vervoersector hoger was dan in 2019. 

Ondanks de energiebesparingen waren de energiekosten in de meest energie-intensieve bedrijfstakken minimaal 65 procent hoger dan in 2019. De sterkste kostenstijgingen vonden plaats in bedrijfstakken die veel elektriciteit verbruiken, zoals de horeca. Dit komt doordat de elektriciteitsprijs sterker is gestegen dan die van andere energiedragers. De vervoersector verbruikt daarentegen vooral cokes en aardolieproducten, zoals brandstoffen voor voertuigen, en ondervond daardoor een kleinere toename van de uitgaven aan energie.

Figuur 3.2 Energieverbruik en -uitgaven door energie-intensieve bedrijfstakken, 2022 t.o.v. 2019*
BedrijfstakUitgaven (% verandering)Hoeveelheid (% verandering)
Horeca1410,1
Landbouw99,3-10,1
Chemische industrie96,9-19,1
Vervoer66,8-1,6
Hele economie (exclusief
energieproducerende
bedrijfstakken)
96,5-5,6
*voorlopige cijfers

Concluderend hebben de energie-intensieve bedrijfstakken hun energieverbruik verlaagd, maar woog dit niet op tegen de stijging van de energieprijzen. Onder de streep namen bij veel bedrijfstakken de uitgaven aan energie toe. In de volgende paragrafen wordt bekeken hoe de andere kosten, productie en winsten ontwikkelden in de afgelopen jaren.