Bruto nationaal inkomen groeit met 8,1 procent in 2023

3. Beschikbaar inkomen Nederlandse huishoudens

In 2023 groeide het bruto beschikbaar inkomen van huishoudens (inclusief IZWh’s) met 8,1 procent. Dat was iets minder dan in 2022, toen het beschikbaar inkomen met 8,3 procent groeide. De toename in 2023 was de op twee na grootste sinds het begin van de reeks in 1995. De groei van het inkomen is vooral toe te schrijven aan een hogere beloning van werknemers. Net als in 2022 ging in 2023 een krappe arbeidsmarkt samen met een relatief hoge inflatie. De totale beloning van werknemers was 7,6 procent hoger dan in 2022. De stijging was nog iets sterker dan in 2022 (7,2 procent).

De stijging van de beloning van werknemers in 2023 is meer dan in 2022 toe te schrijven aan hogere lonen. Weliswaar lag ook in 2023 het aantal banen en het aantal gewerkte uren hoger dan een jaar eerder, maar die groei was kleiner dan in 2022. De brutolonen zoals vastgelegd in cao’s waren in 2023 echter gemiddeld 6,1 procent hoger dan in 2022. Dat is de grootste stijging na 1982, toen de toename van de lonen op 6,6 procent uitkwam. In 2022 was de stijging van de cao-lonen 3,2 procent.

De werkelijke brutolonen van werknemers veranderen van jaar op jaar niet alleen doordat er in cao’s loonsverhogingen worden afgesproken, maar ook doordat werknemers korter of langer gaan werken, opklimmen in hun loonschaal, promotie maken of van baan veranderen. Het gemiddelde bruto verdiende uurloon steeg in 2023 met 7,0 procent. Dit is de grootste loonstijging in 45 jaar. Bij de grote loonstijging speelt ook de bijzondere verhoging van de minimumlonen een rol. De minimumlonen waren in 2023 gemiddeld 12,9 procent hoger dan in 2022.

Daarnaast groeide het bruto exploitatieoverschot in 2023 met ruim 17 procent. Het exploitatieoverschot van huishoudens bestaat vooral uit gemengd inkomen (inkomen van zelfstandigen uit eigen onderneming) en inkomsten uit woondiensten door eigenwoningbezit. De stijging van ontvangen uitkeringen bedroeg ruim 12 procent. Dat komt vooral doordat uitkeringen vaak zijn gekoppeld aan het minimumloon. Verder stegen de uitkeringen ook sterk door indexatie van pensioenen. Daartegenover stond dat huishoudens ruim 10 procent meer belastingen en premies hebben betaald. Per saldo droegen ontvangen uitkeringen/premies en betaalde belastingen/premies negatief bij aan de groei van het beschikbaar inkomen van huishoudens in 2023.

Figuur 3.1 Bruto beschikbaar inkomen huishoudens (incl. IZWh's)
 Beloning van werknemers (mld euro)Bruto exploitatieoverschot (vooral gemengd inkomen) (mld euro)Saldo inkomen uit vermogen en overige inkomensoverdrachten (mld euro)Saldo ontvangen uitkeringen/premies en betaalde belastingen/premies (mld euro)Bruto beschikbaar inkomen (mld euro)
2019384,395,659,2-134,5404,6
2020397,895,756,6-129,3420,8
2021414,8106,356-130,4446,7
2022444,5121,860-142,7483,6
2023478,4142,656-154,1522,9

Het bruto beschikbaar inkomen is niet gecorrigeerd voor inflatie. Het CBS berekent naast het bruto beschikbaar inkomen ook de ontwikkeling van het netto reëel beschikbaar inkomen (rbi) van huishoudens. Dat is het beschikbaar inkomen gecorrigeerd voor prijsveranderingen van de consumptieve uitgaven van huishoudens.

Het netto reëel beschikbaar inkomen van alle huishoudens samen lag vorig jaar 1,4 procent hoger dan in 2022. Aangezien de Nederlandse bevolking in 2023 met 1 procent groeide, had een inwoner van Nederland in 2023 gemiddeld bijna 0,4 procent meer te besteden dan in 2022. Deze stijging van het reëel beschikbaar inkomen per inwoner volgt op een daling van bijna 0,4 procent in 2022. Toen steeg het rbi met 0,6 procent en groeide de bevolking ook met 1 procent.

Met het netto reëel beschikbaar inkomen van huishoudens kan ook een indruk verkregen worden van de mate waarvan huishoudens weten te profiteren van de economische groei. Sinds 2010 is het bbp met bijna 24 procent gegroeid. Het rbi nam in die periode met 19 procent wat minder sterk toe.

In 2023 groeide het rbi met 1,4 procent echter sterker dan het bbp (0,1 procent). Dat komt zoals eerder vermeld vooral door hogere lonen en een grotere werkgelegenheid. Verder springen de ontwikkelingen in de coronajaren 2020, 2021 en 2022 in het oog. Hoewel in 2020 het bbp kromp met 3,9 procent, groeide het rbi met 1,7 procent. Dat is onder meer te danken aan de omvangrijke steunmaatregelen van de overheid om zo veel mogelijk mensen aan werk te houden. In de twee jaren erna groeide het bbp veel sterker dan het rbi. Het bbp maakte in die jaren een inhaalslag.

Figuur 3.2 Bruto binnenlands product en netto reëel beschikbaar inkomen
 Netto reëel beschikbaar inkomen (% verandering t.o.v. jaar eerder)Bbp (reëel) (% verandering t.o.v. jaar eerder)
2010-0,61,3
2011-0,21,8
2012-0,6-1
2013-1,50
20142,41,6
20152,42,1
20163,32,4
20170,52,8
20183,22,3
20192,82,3
20201,7-3,9
20211,66,3
20220,65
20231,40,1