1. Inleiding
1.1 Achtergrond
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil graag inzicht in de ontwikkeling van het aantal loonkostensubsidies (LKS) en de situatie van personen met een loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet (LKSP) of forfaitaire loonkostensubsidie (LKSF) qua uitkerings- en werksituatie over de tijd. Door de koppeling van de Statistiek Re-integratie door Gemeenten (SRG) met de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) en de Polisadministratie met daarin informatie over inkomstenverhoudingen van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen, kan de situatie van personen met een loonkostensubsidie gemonitord worden.
In 2023 heeft het CBS een onderzoek uitgevoerd1) waarbij personen een jaar gevolgd zijn vanaf het moment dat zij in het tweede half jaar van 2021 een startende, beëindigde of lopende loonkostensubsidie hadden. Dit jaar herhaalt het CBS dit onderzoek met enkele uitbreidingen. In plaats van alleen naar het tweede half jaar van 2021 te kijken, wordt nu het gehele verslagjaar 2021 genomen om de personen te volgen die een startende, beëindigde of lopende voorziening hadden. Het cohort 2021 wordt langer gevolgd, namelijk twee jaar. Tevens wordt er een nieuw cohort toegevoegd voor verslagjaar 2022 dat één jaar wordt gevolgd.
1.2 Onderzoeksvragen
Vragen die SZW graag beantwoord zou willen zien, gaan primair over de lopende loonkostensubsidies op grond van de Participatiewet, waarbij deze gedurende een langere periode gevolgd kunnen worden. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat er bij personen met een lopende loonkostensubsidie gedurende de tijd wijzigingen plaatsvinden in de arbeidspositie. Zo zou de omvang van de arbeidsaanstelling kunnen toe- of afnemen en het contracttype kunnen wijzigen. Ook is het mogelijk dat de loonwaarde van personen met een loonkostensubsidie over de tijd toe- of afneemt. Bovendien is de vraag of er verschillen te zien zijn tussen cohort 2021 en cohort 2022 en welke variatie in de situatie van personen er te zien is als langer dan een jaar wordt gekeken naar bijvoorbeeld de arbeidspositie. Achtergrond van deze vraag is de wijziging van de financiering van de loonkostensubsidie.
Daarnaast is SZW geïnteresseerd in de personen die switchen tussen LKSP en LKSF. Meest voorkomend is dat LKSF gevolgd wordt door een LKSP, maar andersom gebeurt ook, en de vraag is of dat samenhangt met de wisseling van werkgever of contract, en of de loonwaarde wijzigt. Aanvullend zijn voor cohort 2022 enkele analyses verricht naar de beëindigde en gestarte LKSP.
1.3 Leeswijzer
De publicatie is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt de methode beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van de lopende LKSP van cohorten 2021 en 2022. Ook worden in dit hoofdstuk de cohorten 2021 en 2022 nader vergeleken. In hoofdstuk 4 ligt de focus op beëindigde en gestarte loonkostensubsidies van cohort 2022. In sommige gevallen wordt de beëindigde LKSP direct opgevolgd wordt door een LKSF voorziening. Naar deze groep wordt in hoofdstuk 4 ook nader gekeken.