5. Gebruik geboorteverlof
In dit hoofdstuk worden de resultaten met betrekking tot het gebruik van geboorteverlof beschreven. Is de respondent een man, werkt hij als werknemer en zijn er kinderen jonger dan één jaar in het huishouden, dan wordt gevraagd of hij na de geboorte van het kind geboorteverlof heeft opgenomen.
De wetgeving omtrent geboorteverlof is de afgelopen jaren gewijzigd. Sinds 1 januari 2019 krijgen partners eenmalig het aantal werkuren per week aan geboorteverlof. De werkgever betaalt het loon tijdens dit verlof volledig door. De werknemer kan de verlofdagen van het geboorteverlof naar eigen inzicht opnemen, maar moet dit wel doen binnen vier weken na de geboorte van het kind. Sinds 1 juli 2020 kunnen partners maximaal vijf weken (vijf keer het aantal werkuren per week) aanvullend geboorteverlof opnemen. Tijdens het verlof krijgt de partner geen salaris, maar een uitkering van het UWV. Zij moeten het aanvullend geboorteverlof opnemen binnen zes maanden na de geboorte van het kind.
In 2023 heeft bijna 90 procent van de mannelijke werknemers met een kind jonger dan een jaar geboorteverlof opgenomen in het afgelopen jaar. Meer dan helft (53 procent) maakte er voor de volledige zes weken gebruik van, 14 procent nam vijf weken geboorteverlof, 12 procent vier weken en de rest was ongeveer gelijk verdeeld over een tot en met drie weken.
Het verlof in de eerste week werd door 84 procent in één keer opgenomen. Het verlof in de tweede tot en met de zesde week werd door 45 procent in één keer opgenomen. De eerste week is verplicht volledig betaald. Bij een kwart werd het salaris in de volgende weken volledig doorbetaald. Meer dan de helft (54) procent gaf aan dat er minder dan 70 procent werd doorbetaald. Bij 81 procent van de jonge vaders was ook de partner aanwezig op de dagen van het geboorteverlof.