3. Kortdurende zorgsituaties en verlof
In dit hoofdstuk worden de resultaten met betrekking tot kortdurende zorgsituaties en het gebruik en de behoefte aan verlof binnen dergelijke situaties beschreven. Deze cijfers hebben betrekking op een partner, kind, een familielid, vriend of bekende die door gezondheidsproblemen korter dan twee weken zorg of hulp nodig had. Bijvoorbeeld vanwege een plotselinge ziekte, een ongeval of een ziekenhuisopname.
In 2023 waren er in totaal 779 duizend werknemers van 15 tot 75 jaar die te maken hadden met een kortdurende zorgsituatie. Ruim acht op de tien hebben ook zelf de zorg verleend. De meeste zorgsituaties hadden betrekking op een (stief- of pleeg-)kind. Bij 226 duizend werknemers was dat het geval. Daarna volgde zorg voor een ouder (168 duizend), partner (160 duizend) en zorg voor een familielid, vriend of een bekende (71 duizend). Bijna twee op de tien hebben niet gezorgd (154 duizend). 59 procent daarvan had wel willen zorgen. De belangrijkste reden om niet te zorgen is dat het niet nodig was vanwege voldoende hulp van anderen (123 duizend). Daarna gaven 95 duizend werknemers aan dat het niet mogelijk is vanwege het werk, vooral vanwege drukte (42 duizend). Vervolgens werd ongeveer even vaak genoemd dat het emotioneel of lichamelijk te zwaar was (30 duizend), dat men niet bekend was met verlofregelingen (29 duizend) of het financieel niet mogelijk was (26 duizend). Tot slot zeiden 19 duizend werknemers dat het mogelijk slecht zou zijn voor de carrière en 53 duizend had een andere reden dan bovengenoemde.
Aanpassingen in het werk
Bijna 45 procent (280 duizend) van de werknemers die gezorgd hebben voor een kortdurend zieke, hebben daarvoor aanpassingen gedaan in hun werk. De meeste daarvan (163 duizend) zijn (meer) gaan thuiswerken. Met 135 duizend werknemers waren er ook relatief veel die op andere tijden en/of dagen zijn gaan werken. Daarnaast waren er ook nog 33 duizend die een andere aanpassing hebben gedaan. Werknemers kunnen meerdere aanpassingen tegelijk hebben gedaan, waardoor het totaal aan aanpassingen hoger uitvalt dan het aantal werknemers dat een aanpassing heeft gedaan.
Verlof opnemen
Bijna 36 procent van de werknemers die zorg verleenden bij een kortdurende zorgsituatie, nam hiervoor enige vorm van verlof op. De meest gebruikte verlofsoort binnen kortdurende zorgsituaties waren vakantiedagen (115 duizend), daarna volgde het kortdurend zorgverlof (68 duizend). Langdurig zorgverlof werd door 2 duizend werknemers gebruikt. Calamiteiten- of kort verzuimverlof (34 duizend) werd iets vaker gebruikt dan bijzonder of buitengewoon verlof (22 duizend) en overig verlof (20 duizend). Werknemers kunnen meerdere verlofsoorten combineren, waardoor het totaal aan verlofsoorten hoger uitvalt dan het aantal werknemers dat verlof nam.
Ruim zes op de tien werknemers die zorgden bij een kortdurende zorgsituatie, namen geen verlof op. Het grootste deel kreeg al voldoende hulp van familie, vrienden of kennissen (113 duizend), partner (59 duizend) of thuiszorg of andere professionele hulp (39 duizend). 58 duizend werknemers gaven aan dat het niet mogelijk was met het werk, vooral vanwege drukte (18 duizend). 20 duizend werknemers waren niet bekend met de regelingen, voor 14 duizend was het financieel niet mogelijk en 11 duizend gaven aan dat het mogelijk slecht zou zijn voor de carrière. Een grote groep (127 duizend) had een andere reden om geen verlof op te nemen.
Het gebruik van verlof bij kortdurende zorgsituaties verschilt niet sterk per zorgvrager. Bij een kind of een partner ging het in beide gevallen om 48 procent. Bij een ouder was het 45 procent. Bij een overig familielid, vriend of bekende was het met 35 procent wel wat minder. Voltijdswerkenden gebruiken vaker verlof bij een kortdurende zorgsituatie (40 procent) dan deeltijders (32 procent).
Verlof (x 1000) | Geen verlof (x 1000) | Onbekend (x 1000) | |
---|---|---|---|
Kind (of stief- of pleegkind) | 100 | 123 | 2 |
Partner | 60 | 99 | 1 |
Ouder of schoonouder | 49 | 117 | 2 |
Familielid, vriend of bekende | 14 | 57 | 0 |
arbeidsduur: deeltijd | 101 | 213 | 3 |
arbeidsduur: voltijd | 122 | 184 | 2 |