Aanbod kinderopvang in Nederland, 2017-2023

4. Afgenomen uren kinderopvang en uurtarieven

In dit hoofdstuk wordt zowel de ontwikkeling in het aantal afgenomen uren als de prijsontwikkeling in het aanbod van kinderopvang beschreven.

4.1 Aantal afgenomen uren

Hieronder wordt beschreven hoe het aantal afgenomen uren zich ontwikkeld heeft over de tijd. In Figuur 4.1.1 wordt hiervoor gekeken naar het absolute aantal afgenomen uren en in Figuur 4.1.2 wordt het gemiddelde aantal afgenomen uren per kind weergegeven. In beide figuren wordt een onderscheid gemaakt tussen kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang.

4.1.1 Totaal aantal afgenomen uren (BSO+KDV)
 Buitenschoolse opvang (x 1 000 000)Kinderdagopvang (x 1 000 000)
2017147278,41
2019177,44332,4
2021196,61376,5
2022217,36406,8
2023225,33416,69

4.1.2 Gemiddeld aantal afgenomen uren per kind (BSO+KDV)
 20172019202120222023
Totaal 520540580610610
Buitenschoolse opvang350370390420420
Kinderdagverblijf690710770800810

Het totaal aantal afgenomen uren kinderopvang is de afgelopen jaren toegenomen. In 2023 zijn er meer dan 642 miljoen uren aan kinderopvang afgenomen. In 2017 waren dit er afgerond 425 miljoen. De stijging in het aantal afgenomen uren is zowel te zien bij kinderdagverblijven als bij de buitenschoolse opvang. Ook indien gekeken wordt naar het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind is een stijging te zien over de tijd. Zo werden in 2023 per kind gemiddeld 610 uren kinderopvang afgenomen terwijl dit in 2017 nog 520 uren waren. Ook hier geldt dat de stijging zowel bij kinderdagverblijven als bij de buitenschoolse opvang te zien is. De laatste jaren lijkt de stijging in het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind echter wel af te zwakken. In 2023 was het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind hetzelfde als in 2022. Dat het totaal aantal afgenomen uren wel toeneemt en het gemiddelde aantal uren per kind niet komt omdat er meer (ouders van) kinderen zijn die gebruik maken van kinderopvang (zie ook het tabblad Overzicht op het dashboard).

4.2 Uurtarieven

In deze paragraaf wordt de prijsontwikkeling van kinderopvang in Nederland beschreven. De cijfers over het gemiddelde uurtarief zijn gebaseerd op de uurprijzen die ouders aan de Dienst Toeslagen doorgeven.9) Het is niet precies bekend in hoeverre deze uurprijzen volledig aansluiten bij het uurtarief dat een kinderopvangorganisatie rekent. Dit komt doordat niet alle ouders tijdig een wijziging van het uurtarief doorgeven. Ook sluit het tarief dat ouders doorgeven soms niet volledig aan bij het tarief dat een kinderopvangorganisatie vraagt. Dit komt bijvoorbeeld doordat ouders een tariefstijging boven het maximum uurtarief niet altijd doorgeven aan Toeslagen. Ouders blijven dan het maximum uurtarief doorgeven aan Toeslagen, terwijl ze een hoger tarief betalen aan de kinderopvangorganisatie. Het op deze manier berekende gemiddelde uurtarief geeft wel een indicatie van de prijsontwikkeling van het aanbod van kinderopvang in Nederland. Het CBS heeft voor de afgelopen drie jaar het gemiddelde uurtarief voor het aanbod van kinderopvang op deze manier berekend. Onderstaande figuur toont deze tarieven. Daarnaast wordt ook het maximale uurtarief over de tijd heen weergegeven per opvangvorm (buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven). Dit maximale uurtarief wordt elk jaar door de Rijksoverheid vastgesteld. Het maximale uurtarief is het maximale tarief waarover kinderopvangtoeslag aangevraagd kan worden.10) Aangezien de kinderopvang sector een vrije markt is mogen organisaties hun eigen prijzen bepalen en kan het werkelijke uurtarief dus hoger of lager liggen dan dit maximum.

4.2.1 Maximale uurprijs en gemiddeld uurtarief (BSO+KDV)
 2017 (€)2019 (€)2021 (€)2022 (€)2023 (€)
Maximale uurprijs buitenschoolse opvang6,696,897,277,317,85
Maximale uurprijs kinderdagverblijf 7,188,028,468,59,12
Gemiddeld uurtarief buitenschoolse opvang7,848,068,42
Gemiddeld uurtarief kinderdagverblijf 8,718,939,47

Zoals duidelijk wordt in bovenstaand figuur is het gemiddelde werkelijke uurtarief hoger dan het maximale uurtarief waarvoor kinderopvangtoeslag kan worden aangevraagd. Ouders kunnen enkel kinderopvangtoeslag aanvragen over het deel van tot het maximale uurtarief. Dit betekent het werkelijke uurtarief dat organisaties vragen gemiddeld hoger is dan het maximale uurtarief voor de kinderopvangtoeslag. Verder toont bovenstaande figuur dat zowel het maximale uurtarief als het gemiddelde uurtarief stijgen over de tijd heen. Dit geldt zowel voor de kinderdagverblijven als voor de buitenschoolse opvang. De uurtarieven voor de kinderdagopvang zijn hoger dan voor de buitenschoolse opvang.

Duidelijk is dat zowel het aantal afgenomen uren als de uurtarieven stijgen. Wat betreft het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind is een stijging te zien over de tijd, maar deze lijkt de laatste jaren af te vlakken. Of er een (directe) relatie is tussen het aantal afgenomen uren en de uurtarieven valt op basis van deze beschrijvende analyses niet te zeggen. Op individueel niveau is de betaalbaarheid van de opvang namelijk (slechts) één factor in het besluit van ouders en verzorgenden om al dan niet gebruik te maken van kinderopvang (en vervolgens ook wat betreft het aantal uur dat afgenomen wordt). Er zijn ook andere factoren die een rol kunnen spelen in dit besluit. Denk hierbij aan ideeën over de kwaliteit van de opvang, de beschikbaarheid van formele opvanglocaties in de buurt afgezet tegen de mogelijkheden van informele zorg en in welke mate ouders (genoodzaakt zijn te) werken en daardoor kinderopvang nodig hebben. Op macroniveau beïnvloedt bijvoorbeeld het totaal aantal kinderen ook de vraag naar kinderopvang. Ook de prijzen worden niet enkel door de vraag bepaald. Zo kunnen prijzen beïnvloed worden door inflatie (prijsstijgingen in de kosten voor de aanbieders, bijvoorbeeld voor gas, water en licht) en door wat er exact aangeboden wordt voor de betreffende prijs (in hoeverre zitten bijvoorbeeld luiers en maaltijden in de prijs?). Dus hoewel het totaal aantal afgenomen uren stijgt net als de maximumprijs kan op basis van deze beschrijvende statistieken niet geconcludeerd worden of er een directe relatie is en zo ja hoe sterk deze dan is. Hier zou aanvullend (multivariaat) onderzoek voor nodig zijn.11) Beide aspecten (afgenomen uren en gehanteerde uurtarieven) zijn wel belangrijk om een beeld te vormen van kinderopvang in Nederland. Daarom staan beide aspecten in dit hoofdstuk beschreven. Op het dashboard kunnen zowel het aantal afgenomen uren als de uurtarieven ook op regionaal niveau geraadpleegd worden (op respectievelijk het tabblad Afgenomen uren en het tabblad Tarief en maximum uurtarief).

9) De gemiddelde prijs betreft een gewogen gemiddelde; het aantal afgenomen uren van een kind wordt met het bijbehorende (ongemaximeerde) uurtarief vermenigvuldigd tot een jaarsom. Per combinatie van opvangtype, leeftijd en regio en verslagjaar wordt deze jaarsom gedeeld door de som van het aantal afgenomen uren per combinatie.

10) https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/toeslagen/kinderopvangtoeslag/hoeveel-kinderopvangtoeslag-kan-ik-krijgen/maximaal-uurtarief-voor-de-kinderopvang

11) Voor een onderzoek naar hoe ouders denken over de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van kinderopvang zie Roeters, A., & Bucx, F. (2018). Kijk op kinderopvang. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.