Bijlage A: Samenstellen vergelijkingsgroepen
In dit onderzoek wordt de kwetsbaarheid van de cliënten van ZVHHM en van hun omgeving in kaart gebracht. Dit wordt gedaan voor personen die door het JPT geholpen worden en voor personen die door het team Veiligheidshuis besproken worden. Hiervoor worden deze cliënten vergeleken met vergelijkingsgroepen. In deze bijlage wordt beschreven hoe deze vergelijkingsgroepen samengesteld zijn.
Afbakening onderzoeksgroepen jongeren die hulp krijgen van ZVHHM
De onderzoeksinteresse lag in dit onderzoek vooral bij jongeren. ZVHHM heeft via een beveiligde omgeving gegevens van 710 jeugdige cliënten van het team Veiligheidshuis en 340 cliënten van het Jeugd Preventie Team geleverd aan het CBS.30) Hiervoor is gekeken naar personen die in de periode eind december 2020 tot en met halverwege oktober 2022 hulp gekregen hebben van ZVHHM. Niet alle cliënten konden meegenomen worden in het onderzoek. Ten eerste is in dit onderzoek vanwege de vergelijkbaarheid met de referentiegroepen (zie hieronder) enkel gekeken naar cliënten die op 1 januari 202031) in regio Hollands Midden woonden. Daarnaast is er voor het Veiligheidshuis een selectie gemaakt op de leeftijdsgrens 13 tot en met 26 jaar, omdat slechts enkele cliënten buiten deze leeftijdscategorie vielen (te weinig om betrouwbare analyses voor te doen). Ook voor het JPT is een selectie gemaakt op leeftijd. In lijn met de samenstelling van de populatie is hier gekozen voor de leeftijdscategorie 13 tot en met 16 jaar. Daarnaast zijn voor het JPT enkel jongeren geselecteerd die thuiswonend zijn. Wederom omdat er te weinig cliënten waren die niet thuiswonend waren (maar bijvoorbeeld in een institutioneel huishouden woonden) om betrouwbare analyses voor te kunnen doen. In totaal zijn daarom voor dit onderzoek gegevens van 620 cliënten van het Veiligheidshuis en 320 cliënten van het JPT beschikbaar. Ongeveer 30 personen waren in de periode eind december 2020 en halverwege oktober 2022 zowel bekend bij het JPT als bij het Veiligheidshuis. In overleg met ZVHHM en ICTU is besloten, in lijn met de praktijk, om deze personen ook in beide onderzoeksgroepen mee te nemen.
Afbakening onderzoeksgroepen jongeren die geen hulp krijgen van ZVHHM
De hoofdvraag van dit onderzoek is in hoeverre personen die hulp ontvangen van ZVHHM andere kenmerken en persoonsnetwerken hebben dan personen die geen hulp hebben ontvangen. Aangezien in dit onderzoek gekeken wordt naar personen die hulp kregen van ZVHHM wordt in dit onderzoek voor de vergelijkingsgroep ook enkel gekeken naar inwoners van de regio Hollands Midden (op peildatum 1 januari 2020). Het is namelijk minder zinvol om cliënten van ZVHHM te vergelijken met bijvoorbeeld inwoners van Groningen of Limburg.
Daarnaast zijn voor het opstellen van de vergelijkingsgroepen dezelfde restricties gebruikt als voor de cliënten van het team Veiligheidshuis en het JPT. Meer specifiek betekent dit dat bij het afbakenen van de vergelijkingsgroep voor het team Veiligheidshuis enkel inwoners uit regio Hollands Midden worden geselecteerd in de leeftijd 13 tot en met 26 jaar. Voor de vergelijkingsgroep van het JPT worden enkel inwoners geselecteerd uit regio Hollands Midden van 13 tot en met 16 jaar oud die thuiswonend zijn (op het peilmoment van het onderzoek).
Demografische verschillen tussen jongeren wel en niet in beeld bij ZVHHM
Zoals in hoofdstuk 2 beschreven is zijn er duidelijk verschillen tussen jongeren die wel hulp hebben ontvangen van ZVHHM (zowel in het Veiligheidshuis als bij JPT) en jongeren die dit niet hebben ontvangen wat betreft enkele demografische kenmerken (ook na bovenstaande restricties). In paragraaf 2.3 wordt duidelijk dat personen die door het team Veiligheidshuis besproken worden statistisch significant vaker jonger zijn dan 25 jaar dan jongeren die geen hulp krijgen van het ZVH. Daarnaast hebben zij statistisch significant vaker een niet-Nederlandse herkomst. Verder is het percentage jongeren dat besproken wordt door het team Veiligheidshuis dat deel uitmaakt van een institutioneel huishouden relatief groot. Ook zijn de aangemelde en besproken personen vaker mannen dan vrouwen. Verder zijn deze jongeren relatief vaker woonachtig in de gemeenten Gouda, Leiden of Waddinxveen. Dergelijke verschillen zijn ook zichtbaar wanneer naar de cliënten van het JPT gekeken wordt. Zo zijn er duidelijk verschillen in te zien in de leeftijdssamenstelling, herkomst, geslacht en woongemeente: personen die hulp krijgen van het JPT zijn jonger, hebben vaker een niet-Nederlandse herkomst, zijn vaker man en vaker woonachtig in de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, en Zuidplas dan jongeren die geen hulp krijgen van het JPT.
Logistische regressieanalyses lieten zien dat wanneer deze demografische kenmerken (leeftijd, herkomstland, type huishouden, geslacht en woongemeente) samen opgenomen werden in een model de verschillen tussen de groepen (wel of geen hulp van het ZVH) statistisch significant bleven. Ook wanneer aanvullend rekening gehouden werd met aspecten als onderwijs en inkomen bleven de verschillen statistisch significant wat betreft leeftijd, herkomst, geslacht, woongemeente en thuissituatie.32) Dit geldt zowel voor het team Veiligheidshuis als voor het JPT.
Methode voor het opstellen van vergelijkingsgroepen
Indien de kwetsbaarheid van cliënten van ZVHHM en hun persoonsnetwerken vergeleken wordt met personen die geen hulp krijgen van het ZVH moet voor bovenstaande demografische verschillen gecorrigeerd worden. Zonder correctie kan mogelijk onterecht geconcludeerd worden dat er verschillen bestaan in de kenmerken en/of persoonsnetwerken tussen jongeren die wel of geen hulp krijgen van het ZVH terwijl deze verschillen eigenlijk komen doordat de groep die niet geholpen is door het ZVH ouder is, minder vaak een niet-Nederlandse herkomst heeft, vaker vrouw is, een andere thuissituatie heeft en/of in een andere gemeente woont. Met andere woorden, er zijn vergelijkingsgroepen nodig van jongeren die geen hulp krijgen van het team Veiligheidshuis en van het JPT die wat betreft de opbouw van leeftijd, herkomst, thuissituatie, geslacht en woongemeente vergelijkbaar zijn met jongeren die wel hulp krijgen van ZVHHM. Dit zorgt voor een meer zuivere vergelijking tussen jongeren die wel hulp krijgen van het JPT en/of het team Veiligheidshuis en jongeren die dit niet krijgen.33)
Om dit te kunnen realiseren is gebruik gemaakt van propensity score matching (Rosenbaum & Rubin, 1983). Met deze statistische techniek is een groep jongeren uit de regio Hollands Midden geselecteerd die niet geholpen wordt door het team Veiligheidshuis en het JPT maar die wel vergelijkbaar is met de groep die geholpen wordt door het ZVH wat betreft leeftijd, herkomst, type huishouden, geslacht en woongemeente. Meer specifiek is gebruikt gemaakt van de nearest neighbour-methode34) en is als verhouding 1 op 10 aangehouden (per cliënt van ZVHHM 10 personen voor de vergelijkingsgroep). Deze verhouding is gekozen, omdat hier de meest optimale balans gerealiseerd werd tussen aan één kant een zo groot mogelijke (vergelijkings)groep en aan de andere kant een (vergelijkings)groep die niet statistisch significant verschilt van de focusgroepen: de jongeren die besproken worden door het team Veiligheidshuis en jongeren die hulp krijgen van het JPT. Het resultaat is dat een groep van 6 190 jongeren geselecteerd is die hetzelfde demografisch profiel heeft als jongeren die besproken worden door het team Veiligheidshuis en een groep van 3 220 jongeren die hetzelfde demografische profiel heeft als jongeren als jongeren die door het JPT geholpen worden.
Bij de selectie van de vergelijkingsgroepen is ervoor gekozen dat jongeren die hulp krijgen van het JPT niet in de vergelijkingsgroep van het team Veiligheidshuis kunnen komen, en dat jongeren die besproken worden door het team Veiligheidshuis niet in de vergelijkingsgroep van het JPT kunnen komen. Daarnaast is ervoor gekozen dat dezelfde personen niet zowel in de vergelijkingsgroep van het Veiligheidshuis als in de vergelijkingsgroep van het JPT terecht kunnen komen. Dit is gedaan door eerst een vergelijkingsgroep samen te stellen voor het JPT, en de personen uit deze vergelijkingsgroep te verwijderen uit de groep die gebruikt wordt om de vergelijkingsgroep van het team Veiligheidshuis samen te stellen.
31) Dit is de peildatum van dit onderzoek, omdat de netwerken van de personen ook op deze datum afgeleid zijn.
32) Thuissituatie is alleen van toepassing op het Veiligheidshuis aangezien in het JPT alleen thuiswonenden zijn geselecteerd.
33) Er is voor gekozen om in dit onderzoek sociaaleconomische kwetsbaarheid niet mee te nemen bij het samenstellen van de vergelijkingsgroep. De reden hiervoor is dat het doel van het onderzoek juist is om te achterhalen in hoeverre jongeren binnen ZVHHM kwetsbaarder zijn, ook op dit gebied, dan jongeren buiten het ZVH.
34) Voor meer informatie over deze matchingsmethode (en overige matchingsmethodes die niet gebruikt worden in dit onderzoek) zie Caliendo & Kopeinig, 2008.