Bijlage A: Matchen vergelijkingsgroep niet-arme werkenden Den Haag
In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre bijstandsontvangers in Den Haag andere persoonsnetwerken hebben dan personen in vijf vergelijkingsgroepen. In hoofdstuk 2 kwam naar voren dat de vergelijkingsgroep bestaande uit niet-arme werkenden in Den Haag (206 350 personen) op belangrijke achtergrondkenmerken verschilt van bijstandsontvangers in Den Haag. Zo laat hoofdstuk 2 zien dat niet-arme werkenden statistisch significant vaker mannen zijn en minder vaak een leeftijd boven de 50 jaar hebben. Ook zijn dit significant minder vaak personen die in het buitenland zijn geboren (eerste generatie migratieachtergrond). Verder betreft de huishoudenssituatie duidelijk vaker een samenwonend paar (met of zonder kinderen). Deze initiële demografische verschillen kunnen van invloed zijn op de kwetsbaarheid van hun sociale omgeving.
Voor een goede vergelijking van de persoonsnetwerken van bijstandsontvangers en niet-arme werkenden in Den Haag moet voor deze demografische verschillen worden gecorrigeerd. Zonder correctie kan er mogelijk onterecht geconcludeerd worden dat er verschillen bestaan in de persoonsnetwerken tussen beide groepen, terwijl deze verschillen eigenlijk komen doordat de groep niet-arme werkenden vaker man is, minder vaak een (eerste generatie) migratieachtergrond heeft, jonger is, en een andere huishoudenssituatie heeft. Met andere woorden, er is een vergelijkingsgroep nodig van werkenden die niet arm zijn die wat betreft de opbouw van geslacht, leeftijd, herkomst en huishoudenssituatie vergelijkbaar is met de groep Haagse bijstandsontvangers. Dit zorgt voor een meer zuivere vergelijking tussen die twee groepen.
Om dit te kunnen realiseren is gebruik gemaakt van propensity score matching (Rosenbaum en Rubin, 1983). Met deze statistische techniek is een groep werkenden die niet arm zijn in Den Haag gemaakt die vergelijkbaar is met de groep Haagse bijstandsontvangers wat betreft geslacht, leeftijd, herkomst en huishoudenssituatie. Meer specifiek is gebruikt gemaakt van de nearest neighbour-methode en is als verhouding 1 op 1 aangehouden. Deze verhouding is gekozen, omdat dit de enige verhouding was waarop de (vergelijkings)groep niet significant verschilt van de focusgroep: de bijstandsontvangers in Den Haag. Het resultaat is dat een groep van 27 860 niet-arme werkenden in Den Haag is geselecteerd die niet van de Haagse bijstandsontvangers verschillen wat betreft opbouw van geslacht, leeftijd, herkomst en huishoudenssituatie.
Onderzoeksgroep | Aantal personen | |
---|---|---|
Bijstandsontvangers in Den Haag | Populatie | 27 860 |
Niet-arme werkenden in Den Haag | Populatie | 206 350 |
Niet-arme werkenden in Den Haag | Steekproef | 27 860 |