5. Conclusie
Middels een beschrijvende netwerkanalyse is onderzoek gedaan naar de kwetsbaarheid van de sociale omgeving van bijstandsontvangers in Den Haag. De kenmerken van de bredere familie en meest dichtstbijzijnde buren van Haagse bijstandsontvangers zijn in kaart gebracht en vergeleken met de kenmerken van de sociale omgeving van vergelijkingsgroepen: enerzijds de Amsterdamse, Rotterdamse en Utrechtse bijstandsontvangers en anderzijds de Haagse al dan niet arme werkenden.
De resultaten laten voor alle kenmerken, met name op sociaaleconomisch gebied en op het gebied van voorzieningengebruik, zien dat de sociale omgeving van Haagse bijstandsontvangers ten opzichte van al dan niet werkende armen in Den Haag vaker kwetsbaar is. Met name bij de aanwezigheid van armoede zijn grote verschillen te zien tussen deze groepen. Ook zijn de meest dichtstbijzijnde buren van deze onderzoeksgroepen over het algemeen vaker kwetsbaar dan familieleden.
Verder zijn er tussen de familieleden van de bijstandsontvangers uit de verschillende steden in de G4, behalve op het thema zorg, alleen minieme verschillen te zien. In het burennetwerk zijn wel verschillen zichtbaar. Buren van bijstandsontvangers uit Den Haag en Rotterdam zijn over het algemeen kwetsbaarder dan buren van bijstandsontvangers uit Amsterdam en Utrecht. De groep Haagse bijstandsontvangers heeft gemiddeld wat vaker buren en familieleden met gezondheidsproblemen, gevolgd door de bijstandsontvangers uit Rotterdam, Utrecht en Amsterdam.
Voor de Haagse onderzoeksgroepen verschilt het gemiddelde percentage arme familieleden tussen wijken. De familieleden van bijstandsontvangers in sommige Haagse wijken zijn dus armer dan familieleden van bijstandsontvangers in andere wijken. Bij het percentage gezondheidsproblemen onder familieleden zijn juist geen verschillen te zien tussen wijken. Verder blijkt uit een verkennende analyse dat armoede onder elk type familielid van bijstandsontvangers vaker voorkomt dan bij de al dan niet werkende armen. Het lijkt dus relevant om naar het bredere familienetwerk te kijken en niet alleen naar ouders en kinderen (intergenerationele armoede). Daarnaast komt armoede vaker voor onder relaties die dichter bij een persoon staan, zoals ouders en broers/zussen, ten opzichte van tantes/ooms en neven/nichten.
De groep Haagse bijstandsontvangers is mogelijk een diverse groep: niet alleen verschillen zij in de duur van de bijstand, maar ook in de mate waarin gezondheidsproblemen een rol spelen. De mate van kwetsbaarheid van de sociale omgeving binnen de groep bijstandsontvangers kan daarom verschillen. Dit kan mogelijk in een vervolgonderzoek verder onderzocht worden.