2. Haagse bijstandsontvangers en vergelijkingsgroepen
2.1 Inleiding
In dit onderzoek staat de kwetsbaarheid van de sociale omgeving van Haagse bijstandsontvangers centraal en wordt deze vergeleken met verschillende vergelijkingsgroepen. In dit hoofdstuk worden de onderzoeksgroepen beschreven door middel van verschillende demografische achtergrondkenmerken. Op basis hiervan wordt bekeken in hoeverre de Haagse bijstandsontvangers in demografisch opzicht vergelijkbaar zijn met de vergelijkingsgroepen.
2.2 Samenstelling van onderzoeksgroepen
Haagse bijstandsontvangers
De focus in dit onderzoek ligt op bijstandsontvangers in Den Haag. Deze bijstandsontvangers zijn personen die op 1 oktober 20181) stonden ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP), op dat moment in Den Haag woonden én op 1 oktober 2018 bijstand ontvingen. Het betreft hier enkel personen die op deze peildatum een leeftijd van 18 tot 67 jaar hadden. Er vallen 27 860 personen in deze groep.
Deze onderzoeksgroep wordt vergeleken met een aantal vergelijkingsgroepen, namelijk enerzijds werkende armen en niet-arme werkenden in Den Haag en anderzijds bijstandsontvangers in de drie andere grote steden in de G4. De groepen worden hieronder verder toegelicht. Ook bij deze groepen is een leeftijdsselectie van 18 tot 67 jaar toegepast.
Haagse werkende armen
De groep werkende armen in Den Haag bestaat uit personen die op 1 oktober 2018 stonden ingeschreven in de BRP, op dat moment in Den Haag woonden, in 2018 werk als voornaamste inkomensbron hadden én in 2018 een inkomen tot 130% van het sociaal minimum hadden. Deze groep is daarmee op dezelfde manier afgeleid als de groep werkende armen in het onderzoek Werkende armen in Den Haag. Deze groep bestaat uit 13 150 personen.
Haagse niet-arme werkenden
De groep niet-arme werkenden Den Haag bestaat uit personen die op 1 oktober 2018 stonden ingeschreven in de BRP, op dat moment in Den Haag woonden, in 2018 werk als voornaamste inkomensbron hadden én in 2018 een inkomen van 130% of meer van het sociaal minimum hadden. Met 206 350 personen is dit de grootste groep.
Bijstandsontvangers in de andere drie grote steden
De bijstandsontvangers in Den Haag worden daarnaast vergeleken met bijstandsontvangers in de andere grote steden in de G4: Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Deze groepen bijstandsontvangers zijn, met uitzondering van de woongemeente op 1 oktober 2018, op dezelfde manier afgebakend als de Haagse bijstandsontvangers. De groepen Amsterdamse, Rotterdamse en Utrechtse bijstandsontvangers bestaan respectievelijk uit 44 850, 39 610 en 11 570 personen.
2.3 Demografische beschrijving van de onderzoeksgroepen
In deze paragraaf worden de demografische achtergrondkenmerken van de Haagse bijstandsontvangers vergeleken met die van de vergelijkingsgroepen. Dit geeft een eerste beeld van de verhouding van de groepen ten opzichte van elkaar. De volgende tabellen geven respectievelijk de verdeling van geslacht, leeftijd, herkomst en huishoudenssituatie weer voor de verschillende onderzoeksgroepen. Deze kenmerken zijn bepaald op 1 oktober 2018.
Tabel 2.3.1 laat zien dat de Haagse bijstandsontvangers wat betreft geslacht geen grote verschillen kennen in vergelijking met de bijstandsontvangers uit de andere steden. Tussen de Haagse bijstandsontvangers en de werkenden die al dan niet arm zijn, zijn wel verschillen zichtbaar; de bijstandsontvangers zijn vaker vrouwen in vergelijking met de werkenden. De grootste verschillen ten opzichte van de Haagse bijstandsontvangers zijn te zien voor de groep niet-arme werkenden.
Man | Vrouw | |
---|---|---|
Onderzoeksgroep | ||
Bijstandsontvangers Den Haag | 47 | 53 |
Werkende armen Den Haag | 53 | 47 |
Niet-arme werkenden Den Haag | 54 | 46 |
Bijstandsontvangers Amsterdam | 48 | 52 |
Bijstandsontvangers Rotterdam | 42 | 58 |
Bijstandsontvangers Utrecht | 49 | 51 |
Uit Tabel 2.3.2 blijkt dat Haagse bijstandsontvangers wat betreft leeftijd het meest vergelijkbaar zijn met bijstandsontvangers in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht. De Haagse bijstandsontvangers wijken wat betreft leeftijd iets af van de niet-arme werkenden in Den Haag; deze laatste groep is iets jonger. De verdeling van leeftijd van werkende armen wijkt het meest af van die van bijstandsontvangers in Den Haag. Deze is groep is jonger dan de Haagse bijstandsontvangers. De categorie 18 tot 35-jarigen komt ruim anderhalf keer zo vaak voor onder werkende armen in Den Haag in vergelijking met bijstandsontvangers in Den Haag.
18 tot 35 jaar | 35 tot 50 jaar | 50 tot 67 jaar | |
---|---|---|---|
Onderzoeksgroep | |||
Bijstandsontvangers Den Haag | 25 | 35 | 40 |
Werkende armen Den Haag | 39 | 38 | 23 |
Niet-arme werkenden Den Haag | 31 | 39 | 30 |
Bijstandsontvangers Amsterdam | 19 | 34 | 47 |
Bijstandsontvangers Rotterdam | 21 | 35 | 44 |
Bijstandsontvangers Utrecht | 27 | 36 | 37 |
Tabel 2.3.3 laat de verdeling naar herkomst in de verschillende onderzoeksgroepen zien. Een persoon heeft een eerste generatie migratieachtergrond wanneer deze in het buitenland is geboren en ten minste één in het buitenland geboren ouder heeft. Een persoon heeft een tweede generatie migratieachtergrond wanneer deze in Nederland is geboren en ten minste één ouder heeft die in het buitenland is geboren. De tabel laat zien dat de Haagse bijstandsontvangers wat betreft herkomst vergelijkbaar zijn met alle groepen behalve met de groep Haagse niet-arme werkenden. De niet-arme werkenden hebben ruim twee keer zo vaak geen migratieachtergrond in vergelijking met de Haagse bijstandsontvangers.
Autochtoon | Eerste generatie | Tweede generatie | |
---|---|---|---|
Onderzoeksgroep | |||
Bijstandsontvangers Den Haag | 23 | 63 | 13 |
Werkende armen Den Haag | 29 | 55 | 16 |
Niet-arme werkenden Den Haag | 51 | 33 | 16 |
Bijstandsontvangers Amsterdam | 20 | 66 | 15 |
Bijstandsontvangers Rotterdam | 22 | 64 | 14 |
Bijstandsontvangers Utrecht | 29 | 59 | 13 |
Tabel 2.3.4 geeft inzicht in de huishoudenssituatie van de onderzoeksgroepen. Dit laat eenzelfde beeld zien wat betreft de vergelijkbaarheid van de onderzoeksgroepen als voor geslacht en herkomst. De huishoudenssituatie van bijstandsontvangers in Den Haag is vergelijkbaar met de bijstandsontvangers in de andere drie grote steden. De Haagse werkende armen laten kleine afwijkingen zien in vergelijking met de Haagse bijstandsontvangers; deze groep bevat bijvoorbeeld iets minder eenoudergezinnen en iets meer paren. De grootste afwijking is opnieuw te zien tussen de Haagse niet-arme werkenden en de bijstandsontvangers. De niet-arme werkenden zijn veel minder vaak eenoudergezinnen of eenpersoonshuishoudens en veel vaker paren.
Eenoudergezin | Eenpersoons- huishouden | Paar | Overig | |
---|---|---|---|---|
Onderzoeksgroep | ||||
Bijstandsontvangers Den Haag | 22 | 41 | 27 | 11 |
Werkende armen Den Haag | 14 | 42 | 38 | 5 |
Niet-arme werkenden Den Haag | 8 | 22 | 66 | 5 |
Bijstandsontvangers Amsterdam | 21 | 43 | 25 | 10 |
Bijstandsontvangers Rotterdam | 25 | 41 | 27 | 8 |
Bijstandsontvangers Utrecht | 18 | 40 | 32 | 10 |
Samenvattend kan gezegd worden dat de Haagse bijstandsontvangers wat betreft de demografische kenmerken geslacht, leeftijd, herkomst en huishoudenssituatie grotendeels vergelijkbaar zijn met de meeste vergelijkingsgroepen, met uitzondering van de groep niet-arme werkenden in Den Haag.
2.4 Matching niet-arme werkenden
Voor een zinvolle vergelijking van de kwetsbaarheid van de sociale omgeving is het belangrijk dat de demografische achtergrondkenmerken van de bijstandsontvangers in Den Haag niet te veel verschillen van de kenmerken van de vergelijkingsgroepen. In de vorige paragraaf kwam naar voren dat de Haagse bijstandsontvangers op belangrijke achtergrondkenmerken sterk verschillen van de groep Haagse niet-arme werkenden. Met een speciale techniek (propensity score matching) is daarom binnen de totale groep niet-arme werkenden in Den Haag een kleinere groep geselecteerd die wat betreft demografisch profiel vergelijkbaar is met de groep Haagse bijstandsontvangers. Er zijn 27 860 niet-arme werkenden geselecteerd die niet statistisch significant van de bijstandsontvangers verschillen wat betreft hun geslacht, leeftijd, herkomst en huishoudenssituatie. Dit zijn evenveel niet-arme werkenden als het aantal bijstandsontvangers in Den Haag. Verschillen in de kwetsbaarheid van de sociale omgeving tussen deze twee groepen zijn daardoor niet het resultaat van initiële verschillen op deze demografische kenmerken. Meer informatie over de afbakening van de gematchte vergelijkingsgroep niet-arme werkenden staat in Bijlage A.