1. De Heitjes in een samenvattende index
Inmiddels is in 8 eerdere essays de gemeente Heerlen gepositioneerd ten opzichte van 50 andere grote gemeenten in de periode 2012 tot 2020 op talrijke terreinen die betrekking hebben op het meedoen met en het vertrouwen in de samenleving, alsook het welzijn. Uit de eerdere essays is gebleken dat Heerlen veelal naar voren kwam als een van drie gemeenten met het minste vertrouwen, participatie en welzijn. Tegen deze achtergrond is in de periode april tot september 2020 met aanvullende dataverzameling dieper ingegaan op deze aspecten in Heerlen, met de tweedeling tussen Heerlen-noord en Heerlen-zuid. Tevens is daarin belicht welke bevolkingsgroepen in beide stadsdelen zich onderscheiden in het vertrouwen, de participatie en het welzijn.
De dataverzameling vond plaats in een specifieke periode aangezien begin 2020 ook Nederland geconfronteerd werd met het Covid-19 virus. De gevolgen voor de samenleving waren groot. Het legde vooral een wissel op de sociale contacten door de maatregelen die werden getroffen, zoals het vermijden van fysieke sociale contacten, met als doel om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Dit had ook gevolgen voor de dataverzameling door het CBS: de interviews bij de respondenten thuis werd tijdelijk stopgezet. Dit betekende dat uitsluitend de vragenlijsten voor zowel het reguliere onderzoek Sociale samenhang en Welzijn (SSW) als die van de aanvullende steekproef ten behoeve van het Heerlens-Heitje-onderzoek via internet, danwel via een telefonische benadering werden ingevuld.
Statistieken leren inmiddels dat er in deze periode ook soms forse verschuivingen optraden. Zo namen de sociale contacten af, was er minder activiteit in het verenigingsleven, en daalde het aantal vrijwilligers. Echter, terwijl de participatie in de samenleving achteruit ging, nam de andere pijler van het sociaal kapitaal – het vertrouwen – toe (Schmeets en Exel, 2022; Schmeets, Exel, Ten Westenend en Martens, 2022a;b). Dat was vooral te zien bij het vertrouwen in de politiek, maar ook in veel andere publieke en private instituties. Deze ontwikkeling is geplaatst in het perspectief dat mensen behoefte hebben aan vaste ankers waar ze zich in tijden van een crisis aan vast kunnen klampen. En dat is bijvoorbeeld de politiek, veelal geduid met het ‘rally around the flag’ mechanisme (Mueller, 1970), maar bijvoorbeeld ook de gezaghebbende instituties zoals rechters, politie en leger. Daarbij is er op gewezen dat dit, in aansluiting op Inglehart (1977), gepaard kan gaan met een sterkere behoefte aan ‘materialistische waarden’ zoals (financiële) zekerheid, veiligheid en een goede gezondheid, in plaats van de ‘postmaterialistische waarden’ zoals het belangrijk vinden van inspraak, een goed milieu en klimaat, en een mooie woonomgeving. Het is al met al van belang om bij het analyseren en interpreteren van de aanvullende gegevens die in het Heerlens-Heitje project zijn verzameld rekening te houden met deze beginfase van de Covid-19 pandemie.
Met dit negende essay wordt beoogd om een samenvatting te geven in wat we tot dusverre hebben gezien in de specifieke participatie- en vertrouwensindicatoren. Dit wordt gedaan door de introductie van samenvattende scores in de vorm van drie indexen: sociaal kapitaal, vertrouwen en participatie. Op basis van de individuele scores op deze drie indexen worden in de periode 2012 tot 2020 bevolkingsgroepen met elkaar vergeleken zoals de inwoners van de gemeente Heerlen ten opzichte van het landelijke gemiddelde en andere grote gemeenten. En met de aanvullende dataverzameling in Heerlen in de periode april tot september 2020, worden de resultaten van bevolkingsgroepen gepresenteerd, met de tegenstelling tussen Heerlen-noord en Heerlen-zuid. Het Heerlense Heitjes-project (zie kader) is onder andere gericht op de bevordering van de sociale cohesie en het welzijn.
Voor het vaststellen van de sociale cohesie, ofwel sociale samenhang, is in 2008 een raamwerk opgesteld (Schmeets, 2008; 2010; 2015; Te Riele en Roest, 2009). Dit conceptuele kader bestaat uit het sociaal kapitaal, met de twee pijlers vertrouwen en participatie, en integratie als derde pijler. De integratie verwijst naar de mate waarin álle leden van een samenleving participeren, zoals sociale contacten onderhouden, actief zijn in organisaties, en betrokken zijn bij de politiek. En tevens dat allen fiducie hebben in zowel instituties als in andere personen. Niet alleen contact en vertrouwen binnen wisselende (sub)groepen, maar ook tussen die groepen zijn daarbij van belang. Er is sprake van meer integratie in een samenleving als mensen uit verschillende bevolkingslagen – zoals jongeren versus ouderen, hoger en lager opleidings- en inkomensgroepen, mensen met een verschillende religieuze, culturele of nationale achtergrond – binding hebben met en vertrouwen hebben in elkaar. Dit zal gepaard gaan met meer begrip voor elkaars meningen, gedeelde waarden en normen, en samenwerking tussen bevolkingsgroepen. Daardoor nemen tegenstellingen tussen groepen in het vertrouwen in en in het meedoen met de samenleving af. En dat versterkt de sociale cohesie.
In dit essay wordt ingegaan op de volgende vragen: Hoe groot is het sociaal kapitaal in Heerlen, en hoe verhoudt zich dat tot andere grote steden, en specifiek de Limburgse gemeenten Maastricht, Sittard-Geleen en Venlo? Hoe groot zijn de tegenstellingen binnen Heerlen tussen de bevolkingsgroepen en tussen de beide stadsdelen: Heerlen-noord en Heerlen-zuid? En wat zeggen deze tegenstellingen over de sociale cohesie in Nederland, en in Heerlen in het bijzonder? Daarmee vormt dit essay als het ware een overkoepelend overzicht van de bevindingen die in de eerdere essays zijn vermeld. Een verdere stap is om de bevindingen van het vorige essay – over het welzijn – te verbinden met het sociaal kapitaal. Hoe sterk zijn deze verbanden, en ook nu weer: zijn de relaties in gelijke mate te zien in Heerlen-noord en in Heerlen-zuid?
Alvorens de overzichten van de cijfers, de analyses en de interpretaties worden gepresenteerd, wordt gestart met een inkijk in het sociaal kapitaal: wat is dat, en hoe stellen we dit vast? Daarna wordt in grote lijnen de opbouw van de verhaallijn van de vorige essays gevolgd. Eerst komt de positie van Heerlen op de ranglijst van de 51 grote gemeenten in het sociaal kapitaal en de beide bouwstenen aan de orde: het vertrouwen en de participatie. Dat is gebaseerd op de periode 2012 tot 2020. Vervolgens worden de landelijke cijfers belicht in de vier kwartalen van 2020. Daarmee wordt gekeken of het sociaal kapitaal in het tweede en derde kwartaal, de periode waarin de aanvullende dataverzameling in Heerlen plaats vond, afwijkt van het eerste en het laatste kwartaal. Daarna gaan we in Heerlen de bevolkingsgroepen met elkaar vergelijken, met vooral de focus op de tweedeling tussen Heerlen-noord en Heerlen-zuid. Daarna komt de relatie met het welzijn aan de orde en wordt afgerond met conclusies en discussie.