7. Beloning bestuurders
In dit hoofdstuk wordt geen vergelijking gemaakt met instellingen die niet WNT-plichtig zijn. Er zijn grote verschillen tussen WNT- en niet WNT-plichtige instellingen, zoals het aantal werkzame personen en de sector waarin zij opereren. Instellingen die niet WNT-plichtig zijn, zijn gemiddeld kleiner dan instellingen die wel WNT-plichtig zijn. Zelfs wanneer er een selectie op minimale omvang (zie paragraaf 2.1) en een indeling naar kleine, middelgrote en grote instellingen wordt gemaakt (zie paragraaf 2.3.2) is binnen die drie groepen de gemiddelde omvang van de niet WNT-plichtige instellingen substantieel kleiner. Hierdoor is het niet mogelijk om een betrouwbare vergelijking te maken tussen WNT-instellingen en instellingen die niet WNT-plichtig zijn. Daarom is in dit hoofdstuk alleen een beschrijving van het salaris van bestuurders bij WNT-plichtige instellingen opgenomen.
7.1 Totaalbeeld
Het gemiddelde inkomen van bestuurders van WNT-instellingen neemt na invoering van de WNT-1 in 2013 af. Ook na de invoering van de WNT-2 is een afname zichtbaar, maar deze is minder sterk, zie grafiek 7.1.1.Jaar | WNT-instelling ( euro) |
---|---|
2006 | 133000 |
2007 | 135000 |
2008 | 140000 |
2009 | 143000 |
2010 | 143000 |
2011 | 141000 |
2012 | 141000 |
2013 | 141000 |
2014 | 134000 |
2015 | 126000 |
2016 | 124000 |
2017 | 124000 |
2018 | 123000 |
De afname van het gemiddelde inkomen wordt veroorzaakt door een toename van het aandeel bestuurders met een inkomen tussen de 50 en 150 duizend euro, zie figuur 7.1.2. Het aandeel bestuurders met een inkomen van 175 duizend euro of meer neemt in dezelfde periode af.
Jaar | Minder dan 50 000 euro (%) | 50 000 tot 100 000 euro (%) | 100 000 tot 150 000 euro (%) | 150 000 tot 175 000 euro (%) | 175 000 euro of meer (%) |
---|---|---|---|---|---|
2006 | 26,9 | 35,9 | 12,1 | 21,1 | |
2007 | 4,2 | 25,1 | 36,2 | 12,3 | 22,3 |
2008 | 3,9 | 22,9 | 35,4 | 13,2 | 24,6 |
2009 | 3,6 | 20,8 | 36,3 | 13,5 | 25,8 |
2010 | 3,9 | 20,6 | 36 | 12,7 | 26,8 |
2011 | 4,7 | 20,7 | 36 | 12,5 | 26,2 |
2012 | 4,3 | 22,5 | 34,8 | 12,5 | 25,9 |
2013 | 4,2 | 22 | 35,7 | 12,6 | 25,5 |
2014 | 4,5 | 25,8 | 35,7 | 11,8 | 22,1 |
2015 | 5,3 | 27,4 | 38,3 | 12 | 17,1 |
2016 | 5,1 | 28,9 | 39,1 | 12,1 | 14,7 |
2017 | 5,4 | 28,1 | 39,9 | 11,7 | 15 |
2018 | 4,6 | 29,1 | 40,1 | 12 | 14,2 |
Wanneer een verdeling wordt gemaakt naar instellingen waar ooit een bestuurders heeft gewerkt die in de buurt van het bezoldigingsmaximum heeft verdiend, en instellingen waar dit niet het geval is, valt op dat het inkomen van bestuurders in beide gevallen afneemt na 2013. Pas tijdens de WNT-2 is de afname bij instellingen met een bestuurder met een inkomen in de buurt van het bezoldigingsmaximum sterker dan bij instellingen waar dit niet het geval is.
7.2 Sectoren
7.2.1 Algemeen
Het inkomen van bestuurders binnen de sector algemeen neemt voorafgaand aan de invoering van de WNT toe, zie grafiek 7.2.1.1. Na de invoering van de WNT in 2013 is echter een sterke afname te zien, gevolgd door een lichte toename vanaf 2015.Jaar | Algemeen ( euro) |
---|---|
2006 | 109000 |
2007 | 116000 |
2008 | 125000 |
2009 | 129000 |
2010 | 134000 |
2011 | 139000 |
2012 | 142000 |
2013 | 144000 |
2014 | 137000 |
2015 | 126000 |
2016 | 127000 |
2017 | 130000 |
2018 | 130000 |
7.2.2 Cultuur en Media
Ook in de sector cultuur en media neemt het gemiddelde inkomen van bestuurders af, zie grafiek 7.2.2.1. Deze afname begon enkele jaren voor de invoering van de WNT, namelijk al in 2010. Ook na invoering van de WNT zet de afname door, maar deze is minder sterk dan voor gehele WNT-sector. Deze afname wordt met name veroorzaakt door de culturele instellingen waar in 2014 een sterkere afname zichtbaar is.Jaar | Cultuur en media ( euro) |
---|---|
2006 | |
2007 | |
2008 | 143000 |
2009 | 153000 |
2010 | 144000 |
2011 | 142000 |
2012 | 141000 |
2013 | 141000 |
2014 | 140000 |
2015 | 130000 |
2016 | 131000 |
2017 | 128000 |
2018 | 130000 |
7.2.3 Zorg
Het gemiddelde inkomen van bestuurders in de zorg neemt vanaf 2014 jaarlijks af. De afname wordt deels veroorzaakt doordat de groep zorginstellingen verandert: het aantal kleine zorginstellingen neemt toe. Bij kleinere instellingen verdienen bestuurders over het algemeen minder, waardoor het gemiddelde inkomen van de totale groep zorgbestuurders afneemt. Maar ook als naar de groepen kleine, middelgrote en grote instellingen apart wordt gekeken, is in elke groep een afname zichtbaar in het gemiddelde loon vanaf 2013. Deze afname is het sterkst voor grote instellingen, zie grafiek 7.2.3.1. In 2018 is voor middelgrote en kleine instellingen echter weer een lichte toename zichtbaar, terwijl voor grote instellingen de afname doorzet.Jaar | Kleine instelling ( euro) | Middelgrote instelling ( euro) | Grote instelling ( euro) |
---|---|---|---|
2006 | 81000 | 120000 | 185000 |
2007 | 82000 | 123000 | 189000 |
2008 | 89000 | 132000 | 200000 |
2009 | 91000 | 134000 | 197000 |
2010 | 90000 | 135000 | 194000 |
2011 | 90000 | 135000 | 197000 |
2012 | 86000 | 139000 | 198000 |
2013 | 89000 | 146000 | 200000 |
2014 | 87000 | 140000 | 197000 |
2015 | 84000 | 138000 | 191000 |
2016 | 84000 | 136000 | 185000 |
2017 | 82000 | 133000 | 181000 |
2018 | 84000 | 134000 | 180000 |
7.2.4 Onderwijs
Het gemiddelde inkomen van bestuurders binnen het MBO, HBO en WO ligt hoger dan binnen het PO, VO en de samenwerkingsverbanden, zie figuur 7.2.4.1. In beide groepen neemt het inkomen echter voor invoering van de WNT licht toe, gevolgd door een daling na invoering van de WNT-1 in 2013. In het PO, VO en de samenwerkingsverbanden neemt de gemiddelde beloning na 2015 weer toe. In het MBO, HBO en WO gebeurt dit na 2017.Jaar | PO, VO en samenwerkingsverbanden ( euro) | MBO, HBO en WO ( euro) |
---|---|---|
2006 | 97000 | 142000 |
2007 | 102000 | 147000 |
2008 | 108000 | 154000 |
2009 | 114000 | 159000 |
2010 | 115000 | 157000 |
2011 | 112000 | 157000 |
2012 | 112000 | 160000 |
2013 | 114000 | 163000 |
2014 | 109000 | 160000 |
2015 | 105000 | 155000 |
2016 | 109000 | 153000 |
2017 | 113000 | 153000 |
2018 | 117000 | 156000 |
7.2.5 Woningcorporaties
Het gemiddelde inkomen van bestuurders van woningcorporaties neemt voor invoering van de WNT elk jaar licht toe, maar daalt na 2013. Na 2015 blijven de beloningen redelijk stabiel. Ondanks dat het niveau van beloningen verschilt tussen kleine, middelgrote en grote woningcorporaties is de algemene ontwikkeling vergelijkbaar, zie grafiek 7.2.5.1.Jaar | Kleine instelling ( euro) | Middelgrote instelling ( euro) | Grote instelling ( euro) |
---|---|---|---|
2006 | 112000 | 152000 | 186000 |
2007 | 117000 | 150000 | 188000 |
2008 | 123000 | 160000 | 194000 |
2009 | 116000 | 148000 | 192000 |
2010 | 115000 | 162000 | 195000 |
2011 | 114000 | 160000 | 196000 |
2012 | 122000 | 164000 | 194000 |
2013 | 117000 | 162000 | 199000 |
2014 | 105000 | 158000 | 190000 |
2015 | 99000 | 141000 | 169000 |
2016 | 97000 | 142000 | 165000 |
2017 | 103000 | 142000 | 166000 |
2018 | 101000 | 141000 | 165000 |
15) Bij de berekening van het gemiddelde zijn extreme, mogelijk onjuiste, inkomens uitgesloten om deze het beeld niet te laten vertekenen.