Potentiële neveneffecten Wet Normering Topinkomens

5. Omvang en samenstelling bestuur

Voorafgaand aan het onderzoek was een van de onderzoeksvragen of de WNT invloed heeft op de omvang en samenstelling van het bestuur van WNT-instellingen. Hierbij was de aanname dat het door een lagere bezoldiging mogelijk is dat meer bestuurders worden aangesteld om de werkzaamheden over te verdelen. Ook was een aanname dat wanneer door de lagere bezoldiging een ander type potentiële kandidaat op de vacatures reageert, de diversiteit van het bestuur toeneemt.

Dit hoofdstuk beschrijft de ontwikkeling van de omvang en samenstelling van het bestuur wat betreft leeftijd, geslacht en migratieachtergrond. Bij de interpretatie van de resultaten in dit hoofdstuk moet er rekening mee worden gehouden dat er in de afgelopen jaren beleid is gevoerd om diversiteit in de top, bijvoorbeeld ten aanzien van het aandeel vrouwen, te vergroten. Daardoor kan niet aangetoond worden of de ontwikkelingen die worden beschreven veroorzaakt worden door de invoering van de WNT of dat er andere verklaringen zijn.

5.1 Totaalbeeld

Omvang van bestuur
Sinds de invoering van de WNT is de gemiddelde omvang van het bestuur van WNT-instellingen gedaald. De daling begon voor de invoering van de WNT en heeft tot 2016 doorgezet. Tussen 2011 en 2018 daalde de gemiddelde omvang van 2,6 naar 2,2 bestuurders. Bij niet WNT plichtige instellingen is het beeld in deze periode stabiel en veranderde de omvang nauwelijks, zie grafiek 5.1.1.

5.1.1 Gemiddelde omvang van het bestuur, WNT- en niet WNT-instellingen
JaarWNT-instellingGeen WNT-instelling
20102,41,6
20112,61,6
20122,51,6
20132,41,6
20142,41,6
20152,31,6
20162,21,6
20172,21,6
20182,21,5


Leeftijd
Sinds de invoering van de WNT-2 in 2015 lijkt er verjonging in besturen van WNT-instellingen op te treden. Het percentage bestuurders tot 45 jaar nam bij WNT-instellingen sinds dat jaar toe. In deze periode steeg echter ook het aantal kleine WNT-instellingen van 840 in 2015 naar 1 300 in 2018, bij kleine instellingen werken relatief meer jonge bestuurders. Ook bij (middel)grote WNT-instellingen was sprake van een (lichte) stijging in het percentage jonge bestuurders sinds de invoering van de WNT-2, zie grafiek 5.1.2. Bij instellingen die niet onder het WNT-regime vielen, vertoonde de ontwikkeling van het percentage jongere bestuurders vanaf 2007 een dalende trend.
5.1.2 Aandeel bestuurders met leeftijd tot 45 jaar, WNT-instellingen naar grootteklasse
JaarKleine instelling (%)Middelgrote instelling (%)Grote instelling (%)
200623,114,66,9
200728,611,86,2
200827,912,87,2
200926,814,86,4
201025,712,77,6
201127,713,87,2
201228,313,66,8
201328,911,97,2
201425,912,65,8
201524125,1
201628,213,25,9
201730,412,95,8
201828,615,26,6


Naast een toename in het aandeel jonge bestuurders, nam ook het deel bestuurders van 60 jaar of ouder toe, zie grafiek 5.1.3. Hoewel dit mogelijk te maken heeft met bestuurders die langer in hun functie gebleven zijn, bijvoorbeeld gebruik makend van het overgangsrecht, is een soortgelijke stijging ook al voor het inwerkingtreden van de WNT te zien, en neemt deze na invoering van de WNT-2 licht af. Bij niet WNT-plichtige instellingen steeg het aandeel 60-plussers minder hard, maar wel consistent tijdens de hele periode.
5.1.3 Aandeel bestuurders met leeftijd van 60 jaar of ouder, WNT- en niet WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Geen WNT-instelling (%)
20065,611,1
20077,811,9
20089,812,3
200912,912,1
201016,914,1
201119,315
201220,515,5
201322,816,1
201425,616,6
201527,717,3
201628,317,9
201728,118,5
201827,719,2


Geslacht
Het bestuur van WNT-instellingen is in de totale onderzoeksperiode ten aanzien van geslacht meer divers geworden, zie grafiek 5.1.4. Het aandeel vrouwelijke bestuurders steeg van ruim 26 procent in 2012 naar ruim 38 procent in 2018. De toename zette al voor het inwerkingtreden van de WNT in, maar lijkt sinds de WNT-1 harder te hebben doorgezet. In de periode voor invoering van de WNT steeg het aandeel vrouwelijke bestuurders met gemiddeld 5 procent per jaar. In de periode sinds de invoering van de WNT is het stijgingspercentage bijna 7 procent. Het percentage vrouwelijke bestuurders bij instellingen die niet onder de WNT vallen steeg in de gehele onderzoeksperiode beperkt 13).
5.1.4 Aandeel vrouwelijke bestuurders, WNT- en niet WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Geen WNT-instelling (%)
200619,615,2
200721,914,6
200822,215,4
20092314,7
201024,116,4
201124,716,8
201226,117
201327,617,1
201429,617,1
201532,117,3
201634,717,4
201736,417,6
201838,217,8


Het aandeel vrouwelijke bestuurders neemt sterker toe bij WNT-instellingen waar ooit een bestuurder is geweest die rond het bezoldigingsmaximum heeft verdiend, dan bij instellingen waar dit niet het geval was. Er is echter een sterke relatie tussen het hebben van een bestuurder die in de buurt van het maximum verdient, en de omvang van de instelling: deze instellingen zijn vaker een grote instelling. Het is dus mogelijk dat bovenstaande effect deels wordt verklaard door de omvang van de instellingen.

Migratieachtergrond
Ook de diversiteit in migratieachtergrond van het bestuur nam toe tijdens de onderzoeksperiode. Het percentage bestuurders met een niet-westerse migratieachtergrond steeg bij WNT-instellingen van ruim 1 procent in 2006 naar 8 procent in 2018. De stijging zette voor 2013 al in, maar lijkt vanaf 2015, het jaar waarin de WNT-2 is ingevoerd, sterker toe te nemen. Bij WNT instellingen is de stijging vooral zichtbaar bij kleine instellingen. Bij niet WNT plichtige instellingen is ook een toename te zien, maar deze is over de gehele periode stabiel.

5.2 Sectoren

5.2.1 Algemeen

Leeftijd
In de sector algemeen wijkt de ontwikkeling van de omvang en samenstelling van het bestuur regelmatig af van de ontwikkeling in andere WNT-sectoren. Zo daalde het percentage jonge bestuurders (tot 45 jaar) sinds de invoering van de WNT-2 bij de sector algemeen, terwijl dit bij alle WNT-instellingen juist toenam, zie grafiek 5.2.1.1. Het percentage bestuurders van 60 jaar of ouder is tot de WNT 2 in de sector algemeen gestegen. Deze trend is vergelijkbaar met alle WNT-instellingen.

5.2.1.1 Aandeel bestuurders met leeftijd tot 45 jaar, sector algemeen en WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Algemeen (%)
200611,514,5
200711,216,4
200812,218,7
200911,415,9
201011,713,3
20111212,2
2012129,9
201312,210,4
201411,79,8
201511,28,7
201613,29,2
201714,38
201815,26,2

 
Geslacht
Na de invoering van de WNT-1 nam het aandeel vrouwelijke bestuurders in de sector algemeen sneller toe dan in de periode daarvoor. Het percentage daalde tussen 2017 en 2018 licht.

Migratieachtergrond
De variatie in migratieachtergrond binnen het bestuur is in de sector algemeen relatief stabiel gebleven na invoering van WNT-2. Het percentage bestuurders met een niet-westerse migratieachtergrond bleef gelijk of nam licht af. Dit wijkt af van alle WNT-instellingen, waar het percentage bestuurders met een niet-westerse migratieachtergrond juist sterker toenam sinds de WNT-2, zie grafiek 5.2.1.2.
5.2.1.2 Aandeel bestuurders met niet-westerse migratieachtergrond, sector algemeen en WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Algemeen (%)
20061,3
20071,6
20081,6
20091,8
20102,4
20112,92,3
20123,1
20133,52
201442,6
20154,53,1
20165,83,2
20176,93,1
201882,9

5.2.2 Cultuur en media

Omvang van bestuur
De ontwikkeling van de omvang van het bestuur in de sector cultuur en media liet een vergelijkbare trend als alle WNT instellingen samen zien.

Leeftijd
Gemiddeld was de leeftijd van het bestuur van de sector cultuur en media iets lager dan voor alle WNT-instellingen samen, zie grafiek 5.2.2.1. Wel lag de gemiddelde leeftijd nog steeds hoger dan voor instellingen die niet WNT-plichtig zijn. In de periode sinds de WNT-2 nam de gemiddelde leeftijd binnen het bestuur van de WNT-instellingen samen licht af, hierdoor komt de gemiddelde leeftijd binnen de sector cultuur en media in 2018 in de buurt van de gemiddelde leeftijd bij alle WNT-instellingen.

5.2.2.1 Gemiddelde leeftijd bestuurders, sector cultuur en media, WNT- en niet WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Cultuur en media (%)Geen WNT-instelling (%)
20065249,248,3
200752,450,148,1
200852,850,348,5
200953,250,848,4
201053,651,849,1
201153,851,849,6
20125451,349,9
201354,251,650,2
201454,452,550,5
201554,652,650,8
201654,352,551
201754,152,951,2
201853,95351,4


Het aandeel bestuurders tot 45 jaar kende tot 2014 een neerwaartse trend. Hierna volgde een lichte stijging. Bij instellingen die niet WNT-plichtig zijn zagen we over de hele onderzoeksperiode een daling in het aandeel jonge bestuurders. Het aandeel bestuurders van 60 jaar of ouder ligt rond het aandeel bij instellingen die niet WNT-plichtig zijn, en is daarmee lager dan bij alle WNT-instellingen samen.

Geslacht
Voor invoering van de WNT laat het aandeel vrouwelijke bestuurders bij instellingen in de sector cultuur en media een grillig patroon zien, in tegenstelling tot de alle WNT-instellingen samen waar een constante toename is, zie grafiek 5.2.2.2. Na invoering van de WNT in 2013 lijkt de toename, met name tussen 2017 en 2018, juist sterker binnen de sector cultuur en media. Deze toename ontstond voornamelijk door veranderingen binnen de cultuursector.
5.2.2.2 Aandeel vrouwelijke bestuurders, sector cultuur en media en WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Cultuur en media (%)
200619,631,4
200721,931
200822,226,2
20092323,5
201024,126,5
201124,726,1
201226,129,2
201327,623,9
201429,625,7
201532,126,7
201634,728,8
201736,428,7
201838,235,2


Migratieachtergrond
De sector cultuur en media is een kleine sector, daardoor is het lastig om uitspraken te doen over het aandeel bestuurders met een niet-westerse migratieachtergrond omdat het om relatief weinig personen gaat. Het aandeel bestuurders met een westerse migratieachtergrond nam in de periode tussen de invoering van de WNT-1 en de WNT-2 echter sterk toe. Voor die periode was over het algemeen een neerwaartse trend zichtbaar.

5.2.3 Zorg

Omvang van bestuur
De omvang van het bestuur in de sector zorg is heel licht afgenomen, maar is over het algemeen stabiel.

Leeftijd
Het aandeel bestuurders tot 45 jaar nam sterker toe vanaf de WNT 2 in 2015. Het aandeel jonge bestuurders ligt binnen de zorg hoger dan het gemiddelde van alle WNT instellingen samen en steeg vooral bij kleine zorginstellingen. Het aandeel bestuurders van 60 jaar of ouder nam in de sector zorg toe tot de invoering van de WNT-2 in 2015, waarna het percentage licht daalde. De aanvankelijke stijging was minder sterk dan bij alle WNT-instellingen samen.

Geslacht
Besturen in de zorg zijn met betrekking tot geslacht gelijkwaardiger geworden. Het relatieve aantal vrouwelijke bestuurders is in dezelfde mate toegenomen als - maar ligt structureel hoger dan - het percentage van alle WNT-instellingen samen, zie grafiek 5.2.3.1. Kleine zorginstellingen kennen het hoogste percentage vrouwelijke bestuurders. Bij kleine instellingen is de ontwikkeling sinds de WNT 2 relatief stabiel gebleven.

5.2.3.1 Aandeel vrouwelijke bestuurders, sector zorg, naar grootteklasse
JaarKleine instelling (%)Middelgrote instelling (%)Grote instelling (%)
200645,621,915,2
200747,325,116
200845,625,318,7
200943,328,620,5
201046,227,921,1
201147,829,522,3
201245,331,823,9
201347,634,425,5
201450,133,627,2
201550,336,430,3
201651,140,931,6
201751,337,934,2
201850,139,937


Migratieachtergrond
Het aandeel bestuurders met een niet-westerse migratieachtergrond nam in de sector zorg sterker toe sinds de WNT-2 (2015), zie grafiek 5.2.3.2. De ontwikkeling lijkt op die van alle WNT instellingen, al is de toename in de zorg sterker. Vooral in kleine zorginstellingen werden besturen meer divers met betrekking tot migratieachtergrond.
5.2.3.2 Aandeel bestuurders met niet-westerse migratieachtergrond, sector zorg en WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Zorg (%)
20061,3
20071,62,3
20081,62,2
20091,82,7
20102,44
20112,94,6
20123,15,3
20133,55,9
201446,7
20154,57,1
20165,89,3
20176,911,3
2018812,9

5.2.4 Onderwijs

Omvang van bestuur
Gemiddeld bestaat het bestuur bij onderwijsinstellingen uit meer personen dan bij alle WNT-instellingen. De ontwikkeling van de omvang is vergelijkbaar met die bij alle WNT-instellingen. Onder de sector onderwijs vallen zowel het PO, VO en de samenwerkingsverbanden als het MBO, HBO en WO. De gemiddelde omvang van het bestuur nam binnen het MBO, HBO en WO na de invoering van de WNT-2 in 2015 heel licht toe, terwijl deze bij de overige onderwijsinstellingen afnam, zie grafiek 5.2.4.1.

5.2.4.1 Gemiddelde omvang van het bestuur, sector MBO, HBO en WO, PO, VO en samenwerkingsverbanden en WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)PO, VO en samenwerkingsverbanden (%)MBO, HBO en WO (%)
20102,43,53,4
20112,64,23,1
20122,53,62,9
20132,43,32,8
20142,43,22,7
20152,33,12,6
20162,22,92,7
20172,232,7
20182,22,92,7


Leeftijd
Het aandeel jonge bestuurders in de sector onderwijs nam al voor invoering van de WNT af, en deze afname zet ook na de invoering door. Alleen tussen 2017 en 2018 is een sterke toename zichtbaar. De groep bestuurders van 60 jaar of ouder nam binnen de sector onderwijs sterker toe dan bij alle WNT instellingen samen. Deze toename ontstond met name in het PO, VO en de samenwerkingsverbanden.

Geslacht
Het percentage vrouwelijke bestuurders steeg bij onderwijsinstellingen sinds 2011 onafgebroken, maar ligt gemiddeld lager dan bij alle WNT-instellingen samen. In de sector onderwijs was in 2018 ruim 28 procent van de bestuurders vrouw, ten opzichte van ruim 38 procent bij alle WNT instellingen samen.

Migratieachtergrond
Het aandeel bestuurders met een niet-westerse migratieachtergrond is in de sector onderwijs lager dan voor alle WNT-instellingen samen. Wel is sinds de invoering van WNT-1 een lichte toename te zien, zie grafiek 5.2.4.2.
5.2.4.2 Aandeel bestuurders met niet-westerse migratieachtergrond, sector onderwijs en WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Onderwijs (%)
20061,3
20071,6
20081,6
20091,8
20102,4
20112,91,6
20123,11,7
20133,51,6
201441,8
20154,52,2
20165,82,2
20176,92,1
201882,9

5.2.5 Woningcorporaties

Omvang van bestuur
De omvang van het bestuur in de sector woningcorporaties bleef in vergelijking met alle WNT-instellingen relatief stabiel en lag rond de 1,6 bestuursleden per instelling.

Leeftijd
Het aandeel jonge bestuurders daalde vanaf de invoering van de WNT 1 in 2013 bij woningcorporaties, terwijl deze bij alle WNT-instellingen samen juist gemiddeld toenam, zie grafiek 5.2.5.1. De daling was minder sterk dan de afname bij instellingen die niet WNT-plichtig waren. Deze ontwikkeling speelde vooral bij grote woningcorporaties.

5.2.5.1 Aandeel bestuurders met leeftijd tot 45 jaar, sector woningcorporaties, WNT- en niet WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Woningcorporaties (%)Geen WNT-instelling (%)
200611,512,138,8
200711,21039,9
200812,210,638,1
200911,49,838,1
201011,710,835
20111210,632,9
2012121031,3
201312,29,929,7
201411,77,627,9
201511,26,826,6
201613,27,925,8
201714,37,725
201815,29,124,8


Het aandeel bestuurders van 60 jaar of ouder nam bij woningcorporaties tot 2016 sterker toe dan bij alle WNT-plichtige instellingen samen. Na 2016 is een afname te zien.

Geslacht
Het bestuur van woningcorporaties lijkt meer divers geworden qua geslacht. Deze trend zette al voor invoering van de WNT in, maar lijkt zich na invoering van de WNT sterker te ontwikkelen, zie grafiek 5.2.5.2. In 2018 was ruim een kwart van de bestuurders vrouw. Het gemiddelde van alle WNT-instellingen in hetzelfde jaar was daarentegen ruim 38 procent. Voor instellingen die niet onder de WNT vallen was dit aandeel bijna 18 procent.
5.2.5.2 Aandeel vrouwelijke bestuurders, sector woningcorporaties, WNT- en niet WNT-instellingen
JaarWNT-instelling (%)Woningcorporaties (%)Geen WNT-instelling (%)
200619,67,815,2
200721,97,314,6
200822,27,615,4
2009238,714,7
201024,19,116,4
201124,79,616,8
201226,111,517
201327,612,417,1
201429,61517,1
201532,11817,3
201634,720,117,4
201736,42417,6
201838,225,917,8


Migratieachtergrond
De samenstelling van besturen van woningcorporaties is met betrekking tot migratieachtergrond relatief stabiel gebleven. Zowel voor als na de invoering van de WNT bestonden besturen voornamelijk uit bestuurders met een Nederlandse achtergrond. In 2006 had bijna 96 procent van de bestuurders een Nederlandse achtergrond. In 2018 was dit bijna 94 procent. Dit tegenover een gemiddelde van bijna 85 procent voor alle WNT-instellingen en bijna 87 procent bij instellingen die niet WNT-plichtig zijn.

13) Er vallen sectoren onder de WNT waar naar verhouding een hoger aandeel vrouwen werkzaam zijn, zoals de sectoren zorg en onderwijs. Mogelijk is dit ook van invloed op de sterkere toename van het aandeel vrouwelijke bestuurders binnen WNT-instellingen.