SDG's
De Sustainable Development Goals laten zien hoe het gaat met de brede welvaart in Nederland. Thema’s binnen brede welvaart worden beschreven vanuit de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Sommige SDG’s zijn opgeknipt, omdat deze verschillende invalshoeken hebben. De voortgang van Nederland ten aanzien van brede welvaart en de SDG’s wordt in deze monitor gemeten aan de hand van 293 verschillende indicatoren. Voor alle 17 SDG’s wordt per indicator gekeken of er sprake is van een trend in de richting van het doel, een neutrale trend of een beweging van het doel af. Ook wordt de positie van Nederland, waar mogelijk, vergeleken met die van de andere EU-landen.
SDG’s
Trends
De samenvattende figuur is gebaseerd op de indicatoren waarvoor een middellangetermijntrend (2015-2022) berekend kon worden. De figuur toont welk percentage van de indicatoren zich in de richting van het doel beweegt (groen), welk deel een neutrale trend heeft (grijs), en welk deel van het doel af beweegt (rood).
- Meer dan de helft van de indicatoren beweegt zich in de richting van hogere brede welvaart in SDG 5 Gendergelijkheid, SDG 7 Betaalbare en duurzame energie, SDG 8.2 Waardig werk en economische groei: arbeid en vrije tijd, SDG 9.2 Industrie, innovatie en infrastructuur: duurzame bedrijvigheid en SDG 13 Klimaatactie.
- Meer dan een kwart van de indicatoren beweegt zich in de richting van lagere brede welvaart bij SDG 10.1 Ongelijkheid verminderen: sociale samenhang en ongelijkheid, SDG 10.2 Ongelijkheid verminderen: financiële houdbaarheid, SDG 11.1 Duurzame steden en gemeenschappen: wonen, SDG 15 Leven op het land en SDG 16.2 Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties.
De figuur hieronder geeft per SDG een overzicht van de trends van alle gemeten indicatoren, onderverdeeld naar type: middelen en mogelijkheden, gebruik, uitkomsten en beleving. Dit is een verdieping van de figuur hierboven. De kleuren hebben daarbij dezelfde betekenis: groen wijst op een trend die in richting van het doel beweegt, en rood op een trend die juist van het doel af beweegt.
Opmerkelijke combinaties van trends naar (balans tussen) middelen en mogelijkheden, gebruik, uitkomsten en beleving zijn te zien bij:
- SDG 1 Geen armoede: groene trends bij middelen en mogelijkheden, maar bij uitkomsten neemt de relatieve armoede trendmatig toe (rood).
- Bij de categorie gebruik van SDG 2 Geen honger kleuren vier van de zes trends groen. De twee indicatoren voor middelen en mogelijkheden (het aandeel cultuurgrond, en de productie van de landbouw gerelateerd aan de ingezette arbeid) kleuren rood.
- SDG 5 Gendergelijkheid: acht van de dertien indicatoren wijzen op een stijgende brede welvaart, alle drie de indicatoren bij gebruik en vijf bij uitkomsten. Bij het aandeel vrouwen in het parlement is een trendomslag van dalend (rood) naar grijs. Hier zijn geen rode trends.
- Alleen de indicator waterproductiviteit, in de categorie gebruik van SDG 6 Schoon water en sanitair, wijst op een stijgende brede welvaart. Bij drie indicatoren in de categorie gebruik is de trend omgeslagen van groen naar grijs. Twee indicatoren, in de rubriek uitkomsten, hebben een rode trend: fauna van zoet water en moeras en oppervlaktewater met een goede chemische kwaliteit.
- SDG 8.2 Waardig werk en economische groei: arbeid en vrije tijd: negen groene trends (onder andere daling van werkloosheid, stijging nettoarbeidsparticipatie, minder werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, gunstige ontwikkeling van de belevingsindicatoren). Een uitzondering is psychische vermoeidheid door werk (onder werkenden). Deze neemt trendmatig, en ook in het meest recente jaar, toe (rood).
- SDG 10.1 Ongelijkheid verminderen: sociale samenhang en ongelijkheid: drie van de vier indicatoren voor gebruik laten een rode trend zien (trendmatige daling bij contact met familie, vrienden of buren, bij deelname aan verenigingen, en bij vrijwilligerswerk).
- SDG 11.1 Duurzame steden en gemeenschappen: wonen: trendmatige daling van brede welvaart bij indicatoren voor de betaalbaarheid van wonen. Het percentage mensen dat de woonlasten als zware last ervaart, neemt echter trendmatig af.
- SDG 15 Leven op het land: achteruitgang van brede welvaart bij indicatoren in de categorie uitkomsten, vooral bij de biodiversiteitsindicatoren. Rode trends voor de Rode Lijst Indicator, vogels van het boerenland en fauna van het land.
- Bij SDG 16.2 Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties, zijn de trends voor indicatoren in de categorieën middelen en mogelijkheden, gebruik en uitkomsten rood of grijs, terwijl subjectieve beleving (vertrouwen) enkele groene trends heeft. In de categorie beleving wijst de meest recente jaarmutatie echter bij alle indicatoren op een verslechtering.
Posities
Het is niet mogelijk voor alle indicatoren in de monitor een internationale vergelijking te maken. Uit de indicatoren waarbij dit wel kan, is per SDG de gemiddelde positie van Nederland binnen de EU-27 bepaald.
- Vergeleken met andere landen in de EU heeft Nederland bij de volgende vijf SDG’s een positie bovenaan de ranglijst: SDG 1 Geen armoede, SDG 9.2 Industrie, innovatie en infrastructuur: duurzame bedrijvigheid, SDG 10.1 Ongelijkheid verminderen: sociale samenhang en ongelijkheid en SDG 16.2 Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties.
- Voor SDG 9.1 Industrie, innovatie en infrastructuur: infrastructuur en mobiliteit, SDG 14 Leven in het water en SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken zijn er maar weinig indicatoren beschikbaar en is de positie moeilijk te bepalen.
- Bij SDG 13 Klimaatactie staat Nederland onderaan de EU-ranglijst.