1. Inleiding
Sociaaleconomische verschillen in gezonde leefstijl dragen voor een deel bij aan ongelijkheden in de lengte en kwaliteit van het leven (zie bijvoorbeeld Janssen et al., 2020; Reep-van den Bergh et al., 2017; Verheij, 2002). In het Nationaal Preventieakkoord (NPA) zet de overheid via beleid in op gedrag en gedragsverandering (Rijksoverheid, 2018). Dit vindt veelal plaats door overheidsvoorlichting, preventie-activiteiten, ondersteuning en diverse vormen van educatie. Begin 2023 is het Gezond Actief Leven Akkoord (GALA) getekend (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2023). Het GALA bouwt onder andere voort op doelen over leefstijl in het NPA, waaronder het terugdringen van gezondheidsachterstanden. De nadruk ligt op preventie en er zijn afspraken gemaakt om mensen gezonder en actiever te laten leven. De overheidsmaatregelen blijken niet bij alle bevolkingsgroepen even effectief te zijn geweest en de overheid wil zich meer richten op de kenmerkende groepen die er het meeste baat bij kunnen hebben (RIVM, 2024).
De sociaaleconomische status (ses) van mensen hangt samen met hun leefstijl. De ses van een persoon zegt iets over iemands positie in de maatschappij. Deze wordt meestal gemeten met het onderwijsniveau, inkomen en beroep, waarbij elk van deze indicatoren een ander aspect van die status omvat en de indicatoren daarom niet uitwisselbaar zijn (Shavers, 2007). Er zijn verschillende factoren die verband houden met het verschil in leefstijl. Te denken valt aan verschillen in financiële mogelijkheden, werkomstandigheden, sociaal netwerk, fysieke omgeving, cultuur, of kennis en competenties tussen mensen met verschillende onderwijsniveaus (André et al., 2018). Daarnaast hebben mensen met een lagere ses over het algemeen vaker te maken met langdurige stress dan mensen met een hogere ses en heeft chronische stress een grote invloed op gedrag en leefstijl (Stults-Kolehmainen & Sinha, 2014; Van der Valk et al., 2018; Hosper & Van Loenen, 2021). Bij de oorzaken van gezondheidsverschillen speelt een complex van factoren een rol. Het gaat niet enkel om sociaaleconomische factoren, maar om een interactie tussen verschillende factoren en problemen die zich gedurende een langere periode opstapelen (Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, 2025).
Niet ieder aspect van leefstijl hangt even sterk samen met ses, en niet ieder aspect van ses hangt even sterk samen met leefstijl. Daarnaast zijn er ook tussen diverse achtergrondkenmerken onderlinge samenhangen. Zo hebben 25-plussers met hoogstens een vmbo-diploma over het algemeen een lager inkomen dan hbo’ers en universitair geschoolden. De samenhang tussen het inkomen en een leefstijlaspect kan dan deels toe te schrijven zijn aan het onderwijsniveau. Hiermee is in de analyse van de relatie tussen inkomen en leefstijl rekening gehouden door te ‘corrigeren’ voor deze onderlinge samenhang tussen onderwijsniveau en inkomen. Zie paragraaf 2.3 voor de methode die daarvoor is gebruikt.
Dit artikel brengt deze samenhangen op basis van data uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor in beeld en biedt daarmee wellicht aanknopingspunten voor beleid dat zich richt op het terugdringen van gezondheidsachterstanden. De volgende leefstijlindicatoren worden meegenomen: dagelijks roken, overmatig alcoholgebruik, overgewicht, niet voldoen aan de beweegrichtlijnen, minder gezond eten en het hebben van risicovolle seks. De ses wordt in dit onderzoek gemeten via het onderwijsniveau, het inkomen en de voornaamste inkomensbron.
Het gaat in dit onderzoek primair over de samenhang tussen leefstijl en verschillende indicatoren van ses bij de bevolking van 25 jaar of ouder, waarbij de vraag wordt gesteld of de relaties veranderen als rekening gehouden wordt met de andere onderzochte ses-indicatoren of andere achtergrondkenmerken. Daarbij zijn kenmerken meegenomen waarvan bekend is dat ze zowel een relatie met ses als met leefstijl vertonen: geslacht, leeftijd, herkomst en samenstelling van het huishouden (CBS StatLine, 2025a en 2025b). Met deze analyses kunnen geen uitspraken worden gedaan over causaliteit tussen leefstijl en ses. Ze kunnen wel handvatten bieden voor beleid, bijvoorbeeld voor een antwoord op de vraag op welke sociaaleconomische groepen beleidsmaatregelen zich het best kunnen richten.
De onderzoeksvragen zijn:
- Hoe hangen de verschillende leefstijlindicatoren met de sociaaleconomische status samen?
- Welk aspect (onderwijsniveau, inkomen, of voornaamste inkomensbron) van de sociaaleconomische status hangt het meest samen met leefstijl rekening houdend met geslacht, leeftijd, huishoudsamenstelling en herkomst?