Auteur: Paul Bokern, Jasper Menger
Twintigers: tegenwoordig en toen

4. Conclusie

In dit artikel is een beeld geschetst van de woon-, werk- en financiële situatie van de huidige twintigers. Daarbij is een vergelijking gemaakt met de twintigers van een decennium eerder.

Bevindingen

De uitkomsten laten op meerdere aspecten van de leefsituatie verschillen zien tussen de twintigers van tegenwoordig en toen. Tegenwoordig gaan twintigers later uit huis en wonen ze minder vaak in een koopwoning wanneer zij zelfstandig wonen. Ze volgen langer onderwijs en zijn vaker hbo- of universitair geschoold. Ze werken vaker, maar jonge twintigers hebben daarbij minder vaak een vast contract. Ze ervaren minder werkdruk, maar meer werkgerelateerde psychische vermoeidheid. Uitwonende twintigers hebben een hoger inkomen dan tien jaar eerder, al geldt dit niet voor jonge uitwonende twintigers. Twintigers van tegenwoordig zijn vaker economisch zelfstandig, en uitwonende eindtwintigers hebben meer vermogen. Ze hebben minder hypotheek- en meer studieschuld. Verder zijn de twintigers van tegenwoordig ongeveer net zo tevreden over hun woon-, werk- en financiële situatie als de twintigers van toen.

Vergelijking

Dit artikel bouwt voort op vergelijkbare onderzoeken over twintigers die in het verleden door het CBS zijn uitgevoerd (Bierings et al., 2017; CBS, 2015). Daarnaast is het complementair aan een recent verschenen artikel waarin, gebaseerd op geaggregeerde gegevens, de economische positie van de huidige 25- tot 35-jarigen wordt vergeleken met die van tien en twintig jaar geleden (Van Wijk & Rouvroye, 2024). Omdat het in dat artikel een andere leeftijdsgroep betreft, zijn de conclusies niet één-op-één vergelijkbaar.

Verschillende andere onderzoeken gaan dieper in op één van de onderwerpen die hier globaal geschetst zijn voor de twintigers en betreffen een vergelijkbare populatie. Zo onderzochten Van den Berg et al. (2023) de kenmerken van groeiende groep jongvolwassen thuiswonenden (18 tot 31 jaar) tussen 2011 en 2021. Van der Mooren en De Vries (2022) gingen dieper in op de kenmerken van de groeiende groep hoogopgeleiden tussen 2013 en 2020. Gielen (2022) onderzocht de woonsituatie en woonbeleving van jongeren (18 tot 30 jaar) tussen 2012 en 2021.

Aanbevelingen vervolgonderzoek

In dit artikel zijn gegevens over twintigers uit diverse CBS-onderzoeken naast elkaar gelegd. Dat levert een breed plaatje op. Beperkingen van een dergelijke aanpak via uiteenlopende databronnen zijn dat de tijdsperiode niet altijd overeen komt en dat de verschillende fenomenen los van elkaar worden beschouwd. Verder verdiepend onderzoek is nodig om uit te wijzen in welke mate de geconstateerde verschuivingen in de woonsituatie, opleidingssituatie, arbeidssituatie en financiële situatie met elkaar verbonden zijn. Daarnaast zijn er diverse onderwerpen niet aan bod gekomen die ook relevant zijn voor een totaalplaatje over de twintiger, zoals bijvoorbeeld hun gezondheid, sociale participatie en veiligheidsbeleving.

Duidelijk is dat 20- tot 25-jarigen met studieschuld tegenwoordig meer studieschuld hebben. Het is relevant bij deze groep te onderzoeken of en in hoeverre hun financiële situatie een rol speelt bij het al dan niet kopen van een eigen woning. Voor het navolgende cohort kan op zijn beurt gekeken worden naar de gevolgen van de herinvoering van de basisbeurs.