Begrippenlijst
Ademhalingsinsufficiëntie: ernstig tekortschieten of stoppen van de ademhaling
Artrose: gewrichtsslijtage
Aspiratiepneumonie: longontsteking door het verslikken in voedsel
B-formulier: doodsoorzakenverklaring, afgegeven door een arts op een formulier dat door
de WHO is vastgesteld om de causale keten van ziekten of aandoeningen die aan het overlijden ten grondslag ligt (deel 1) en ziekten of aandoeningen die aan het overlijden hebben bijgedragen (deel 2) te rapporteren (WHO, 2016). Dit formulier wordt opgestuurd naar het CBS en daar verwerkt ten behoeve van de Doodsoorzakenstatistiek. Ter onderscheid van het A-formulier dat in Nederland wordt gebruikt voor de administratieve registratie van sterfgevallen door gemeenten. Op het A-formulier wordt aangegeven dat iemand is overleden. Het bevat geen doodsoorzaken of andere medische gegevens. Zie.
Cachexie: ernstige vermagering of uittering door ernstige ziekten (bijvoorbeeld kanker) of langdurig onvoldoende voedselopname (bijvoorbeeld bij dementie).
Clustering: het samen voorkomen van doodsoorzaken bij dezelfde persoon, vaker dan op basis van toeval kan worden verwacht.
Codering: het toekennen van een ICD-10 code, bestaande uit een letter en twee tot vijf cijfers, aan een ziekte of aandoening ten behoeve van statistische bewerking en verslaglegging.
Co-morbiditeit: het samen voorkomen van twee of meer ziekten bij dezelfde persoon waarbij de ene ziekte de oorzaak is van de andere, bijvoorbeeld: suikerziekte en chronisch nierfalen.
COPD: Chronisch Obstructief Longlijden gepaard gaande met benauwdheid en hoesten.
CVA: Cerebrovasculair accident (beroerte, hersenbloeding of herseninfarct)
Dementie: hersenziekte gekenmerkt door geheugenverlies, tekortschieten van verstandelijke vermogens en/of het niet meer kunnen verzorgen van zichzelf
Diabetes Mellitus: suikerziekte
Dehydratie: ernstige vorm van uitdroging door verminderde vochtopname
Doodsoorzaak:
- Onderliggende: ziekte of aandoening die de causale keten van het overlijden in gang heeft gezet
- Directe: ziekte of aandoening die de aanleiding vormde tot overlijden
- Bijdragende: ziekte of aandoening die het overlijden (mede) heeft veroorzaakt, maar niet het begin van de causale keten is
Endocriene stoornissen: ziekten van hormoonproducerende organen (bijvoorbeeld: alvleesklier, schildklier, bijnier) en/of hun gevolgen voor de stofwisseling (dehydratie, cachexie).
Hypertensie: hoge bloeddruk
Iris: naam van de software die het CBS gebruikt om B-formulieren te coderen en één onderliggende doodsoorzaak per persoon aan te wijzen (Iris Institute, 2014).
ICD-10: indeling (classificatie) van ziekten en aandoeningen, opgesteld en voorgeschreven door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Sinds 1996 gebruikt het CBS de 10e versie van deze classificatie voor de codering van doodsoorzaken.
Metastase: uitzaaiing (van kanker)
Multimorbiditeit: het onafhankelijk van elkaar samen voorkomen van twee of meer ziekten of aandoeningen bij dezelfde persoon, bijvoorbeeld: hartinfarct en COPD.
Nieuwvorming: medische aanduiding van kanker.
- maligne: kwaadaardige kanker (doorgroei of uitzaaiing)
- benigne: goedaardige kanker (lokale en begrensde groei)
Noodzakelijk en voldoende oorzaak: ziekte of aandoening zonder welke de persoon niet zou zijn overleden, en waarbij geen enkele andere ziekte een rol van betekenis heeft gespeeld (bijvoorbeeld: uitgezaaide longkanker).
Pneumonie: longontsteking
Pneumosepsis: bloedvergiftiging (sepsis) vanuit een infectie van de longen
Sepsis: bloedvergiftiging ten gevolge van een infectie
Tekenen van overlijden: Uitwendig waarneembare verschijnselen die aangeven dat een persoon is overleden. Volgens INED (2009): hart-, ademhalingstilstand of staken van de bloedsomloop (shock).
WHO: World Health Organization, wereld gezondheidsorganisatie. Een vereniging van 192 landen, waaronder Nederland, die gezamenlijk gezondheidsbeleid proberen te maken. Het publiceren van doodsoorzakengegevens is hier een onderdeel van.