4. Ervaren discriminatie naar kenmerken van persoon, werk en organisatie
4.1 Ervaren discriminatie: alle werknemers
Bedrijfstak en leeftijdssamenstelling geen samenhang met discriminatie
De resultaten van de multivariate analyse wijzen uit dat de ervaring met discriminatie op het werk samenhangt met vrijwel alle onderzochte kenmerken. Uitzondering zijn de bedrijfstak en de leeftijdssamenstelling van de organisatie waar iemand werkzaam is: deze hebben geen significante samenhang met discriminatie. Dat betekent dat de verschillen die er tussen bedrijfstakken zijn, kunnen worden toegeschreven aan verschillen in andere kenmerken van werknemers, het werk of de organisatie. Ook blijkt het percentage werknemers dat zich gediscrimineerd voelt niet te variëren met het percentage jongeren of ouderen op de werkvloer.
Figuur 4.1.1 laat voor de kenmerken die significant samenhangen met ervaren discriminatie zien hoe groot het verschil is in ervaren discriminatie tussen de verschillende categorieën (bijvoorbeeld mannen of vrouwen). Dat verschil wordt uitgedrukt met een zogenoemde odds ratio, die bij benadering kan worden opgevat als de verhouding van het percentage werknemers van een bepaalde categorie die zich gediscrimineerd voelen ten opzichte van het percentage werknemers in een referentiecategorie.
De volgende groepen werknemers voelen zich relatief vaak gediscrimineerd:
- vrouwen
- werknemers met een buitenlandse herkomst
- 25- tot 35- jarigen
- werknemers met een langdurige ziekte of aandoening
- hoogopgeleiden
- werknemers in zeer sterk stedelijke gebieden
- voltijders
- werknemers met een flexibele arbeidsrelatie
- werknemers met weinig autonomie
- werknemers die gevaarlijk werk doen
- leidinggevenden
- werknemers in grote bedrijven
- werknemers in bedrijf of organisatie met weinig vrouwen op de werkvloer
- werknemers in bedrijf of organisatie met veel mensen met een buitenlandse herkomst
Relatief grote verschillen naar herkomst
Relatief groot zijn de verschillen naar herkomst. Zo blijkt het percentage werknemers die zich gediscrimineerd voelen bij mensen die geboren zijn buiten Europa zo’n 3 keer zo groot te zijn als bij mensen die in Nederland zijn geboren met ouders die ook in Nederland zijn geboren.
Daarnaast voelen vrouwen, werknemers met een langdurige ziekte of aandoening, werknemers met weinig autonomie en werknemers die gevaarlijk werk doen zich ongeveer 2 keer zo vaak gediscrimineerd als respectievelijk mannen, gezonde werknemers, werknemers die veel autonomie hebben en werknemers die geen gevaarlijk werk doen.
Kenmerk | Odds ratio (odds ratio1)) |
---|---|
Geslacht (ref. = man) | |
Vrouw | 1,917 |
Herkomst (ref. = geboren NL, 2 ouders NL) | |
Geboren in NL, ouder(s) Europa (excl. NL) | 1,161 |
Geboren in NL, ouder(s) buiten Europa | 1,771 |
Geboren in Europa (excl. NL) | 2,148 |
Geboren buiten Europa | 3,031 |
Leeftijd (ref. = 15 tot 25 jaar) | |
25 tot 35 jaar | 1,212 |
35 tot 45 jaar | 0,964 |
45 tot 55 jaar | 0,827 |
55 tot 65 jaar | 0,899 |
65 tot 75 jaar | 0,986 |
Bron: CBS, TNO | |
*1) gecorrigeerd voor de overige kenmerken in de figuren 4.1.1 |
Kenmerk | Odds ratio (odds ratio1)) |
---|---|
Langdurige ziekte of aandoening | 2,179 |
Onderwijsniveau (ref. = laag) | |
Middelbaar | 1,248 |
Hoog | 1,309 |
Onbekend | 0,878 |
Stedelijkheid (ref. = niet) | |
Weinig | 0,858 |
Matig | 0,882 |
Sterk | 1,039 |
Zeer sterk | 1,165 |
Bron: CBS, TNO | |
*1) gecorrigeerd voor de overige kenmerken in de figuren 4.1.1 |
Kenmerk | Odds ratio (odds ratio1)) |
---|---|
Flexwerknemer | 1,142 |
Geringe autonomie | 1,851 |
Gevaarlijk werk | 1,941 |
Geeft leiding | 1,310 |
Arbeidsduur (ref. = 0 tot 20 uur) | |
20 tot 35 uur | 1,135 |
35 uur of meer | 1,393 |
Bron: CBS, TNO | |
*1) gecorrigeerd voor de overige kenmerken in de figuren 4.1.1 |
Kenmerk | Odds ratio (odds ratio1)) |
---|---|
Bedrijfsgrootte (ref. = 1 tot 10) | |
Klein (10 tot 50) | 1,045 |
Middelgroot (50 tot 250) | 1,232 |
Groot (250 of meer) | 1,442 |
Vrouwen in bedrijf (ref. = tot 20 procent) | |
20 tot 40 procent | 0,971 |
40 tot 60 procent | 0,944 |
60 tot 80 procent | 0,800 |
80 procent of meer | 0,662 |
Buitenlandse herkomst (ref. = tot 10 procent) | |
10 tot 20 procent | 1,046 |
20 tot 30 procent | 1,114 |
30 procent of meer | 1,231 |
Bron: CBS, TNO | |
*1) gecorrigeerd voor de overige kenmerken in de figuren 4.1.1 |
4.2 Ervaren discriminatie: specifieke groepen werknemers
Geslacht, herkomst en een langdurige aandoening of ziekte hangen het sterkst samen met het gevoel van discriminatie. Daarom is voor discriminatie op grond van geslacht, afkomst en langdurige ziekte verder onderzocht welke kenmerken van persoon, werk en organisatie een rol spelen.
Daartoe zijn de volgende drie multivariate modellen geschat voor:
- Discriminatie op grond van geslacht (inclusief zwangerschap), voor de populatie vrouwelijke werknemers (paragraaf 4.3);
- Discriminatie op grond van afkomst, huidskleur of nationaliteit, voor de populatie van werknemers met een buitenlandse herkomst (paragraaf 4.4);
- Discriminatie op grond van langdurige ziekte, aandoening of handicap, voor de populatie werknemers met een langdurige ziekte of aandoening (paragraaf 4.5).
De samenvattende tabel 4.2.1 laat voor specifieke groepen werknemers zien welke kenmerken significant samenhangen met ervaren discriminatie op grond van geslacht, afkomst en ziekte. Daaruit blijkt dat werknemers met een langdurige ziekte of aandoening, weinig autonomie en gevaarlijk werk zich relatief vaak gediscrimineerd voelen op grond van geslacht, afkomst en ziekte. Daarnaast vertonen ook andere kenmerken een significante samenhang met discriminatie op het werk. Welke kenmerken dat zijn, varieert afhankelijk van de grond voor discriminatie.
Stedelijkheid van de woongemeente, bedrijfstak, het percentage werknemers met een buitenlandse herkomst en het percentage ouderen op de werkvloer blijken geen significante samenhang met discriminatie op grond van geslacht, afkomst en ziekte te hebben.
Ervaren discriminatie | ||||
---|---|---|---|---|
Op grond van geslacht (Vrouwelijke werknemers) | Op grond van afkomst (Werknemers met buitenlandse herkomst) | Op grond van ziekte (Werknemers met langdurige ziekte of aandoening) | ||
Persoon | Geslacht | n.v.t. | ||
Persoon | Herkomst | X | ||
Persoon | Leeftijd | X | X | |
Persoon | (Soort) langdurige ziekte of aandoening | X | X | X |
Persoon | Onderwijsniveau | X | ||
Persoon | Stedelijkheid | |||
Werk | Arbeidsduur | X | X | |
Werk | Soort arbeidsrelatie | X | ||
Werk | Autonomie | X | X | X |
Werk | Gevaarlijk werk | X | X | X |
Werk | Leiding geven | X | X | |
Organisatie | Bedrijfsgrootte | X | ||
Organisatie | Bedrijfstak | |||
Organisatie | Percentage vrouwen | X | ||
Organisatie | Percentage buitenlandse herkomst | |||
Organisatie | Percentage jongeren | X | ||
Organisatie | Percentage ouderen | |||
1) Na correctie voor de andere kenmerken. |
4.3 Discriminatie op grond van geslacht bij vrouwelijke werknemers
Als het gaat om discriminatie op grond van geslacht (inclusief zwangerschap), dan zijn het niet alleen vrouwelijke werknemers met een langdurige ziekte of aandoening, weinig autonomie of gevaarlijk werk die zich op het werk relatief vaak gediscrimineerd voelen. Ook naar leeftijd, onderwijsniveau, arbeidsduur en leiding geven zijn er verschillen. Daarnaast speelt de samenstelling van het personeel naar geslacht en leeftijd een rol.
Jong en weinig vrouwen in de organisatie: meer discriminatie
Jonge vrouwen, vooral tussen 25 tot 35 jaar, hoogopgeleide vrouwen en vrouwelijke leidinggevenden voelen zich relatief vaak gediscrimineerd. Bovendien blijkt dat vrouwen in bedrijven waar weinig vrouwen werken en ook vrouwen in bedrijven waar 30 tot 50 procent van de werknemers jonger dan 35 jaar is, zich relatief vaak gediscrimineerd voelen.
Zo is de odds ratio van vrouwen van 25 tot 35 jaar bijna 6 keer zo groot als die van vrouwen van 55 tot 65 jaar. Zij voelen zich dus bijna 6 keer zo vaak gediscrimineerd op grond van hun geslacht. Ook naar het percentage vrouwen in het bedrijf lopen de ervaringen met discriminatie flink uiteen. Bij organisaties met 20 procent of minder vrouwen op de werkvloer voelen zij zich ruim 7 keer zo vaak gediscrimineerd als bij 80 procent of meer vrouwen.
Kenmerk | odds ratio1) (odds ratio1)) |
---|---|
Leeftijd (ref. = 15 tot 25 jaar) | |
25 tot 35 jaar | 1,39 |
35 tot 45 jaar | 0,84 |
45 tot 55 jaar | 0,46 |
55 tot 65 jaar | 0,23 |
65 tot 75 jaar | 0,24 |
Langdurige ziekte of aandoening | 1,42 |
Onderwijsniveau (ref. = laag) | |
Middelbaar | 1,24 |
Hoog | 2,38 |
Onbekend | 0,94 |
Arbeidsduur (ref. = 0 tot 20 uur) | |
20 tot 35 uur | 1,17 |
35 uur of meer | 1,79 |
Geringe autonomie | 1,39 |
Gevaarlijk werk | 2,19 |
Geeft leiding | 1,69 |
Vrouwen in bedrijf (ref. = tot 20 procent) | |
20 tot 40 procent | 0,60 |
40 tot 60 procent | 0,41 |
60 tot 80 procent | 0,16 |
80 procent of meer | 0,14 |
Werknemers tot 35 jaar (ref. = tot 10 procent) | |
10 tot 20 procent | 0,85 |
20 tot 30 procent | 0,91 |
30 tot 50 procent | 1,31 |
50 procent of meer | 0,77 |
Bron: CBS, TNO | |
*1) gecorrigeerd voor de overige kenmerken in de figuur |
4.4 Discriminatie op grond van afkomst bij werknemers met buitenlandse herkomst
Het gevoel gediscrimineerd te worden op grond van afkomst, huidskleur of nationaliteit komt bij werknemers met een buitenlandse herkomst niet alleen relatief vaak voor als zij een langdurige ziekte of aandoening hebben, weinig autonoom kunnen werken of gevaarlijk werk doen. Ervaring met dergelijke discriminatie op het werk varieert daarnaast ook significant naar herkomstgroep, leeftijd, arbeidsduur, soort arbeidsrelatie en leidinggeven. Werknemers geboren buiten Europa voelen zich relatief vaak gediscrimineerd en hetzelfde geldt voor 15- tot 55-jarigen, voltijders, flexwerknemers en leidinggevenden met een buitenlandse herkomst.
Herkomst grootste verschil
Onder werknemers met een buitenlandse herkomst zijn er vooral grote verschillen in ervaren discriminatie al naar gelang het eigen geboorteland en dat van de ouders. Zo voelen werknemers die buiten Europa geboren zijn, zich ruim 20 keer zo vaak gediscrimineerd op grond van afkomst, huidskleur of nationaliteit, als werknemers geboren in Nederland met een of twee ouders geboren in een ander Europees land. Van de mensen geboren in Europa (exclusief Nederland) is dat ruim 10 keer zo vaak. Ook werknemers die zelf in Nederland zijn geboren met een of twee ouders die buiten Europa zijn geboren, voelen zich relatief vaak gediscrimineerd op grond van hun afkomst, huidskleur of nationaliteit.
Kenmerk | odds ratio1) (odds ratio1)) |
---|---|
Herkomst (ref. = geboren NL, ouder(s) in Europa) | |
Geboren in NL, ouder(s) buiten Europa | 8,22 |
Geboren in Europa (excl. NL) | 10,89 |
Geboren buiten Europa | 21,20 |
Leeftijd (ref. = 15 tot 25 jaar) | |
25 tot 35 jaar | 1,06 |
35 tot 45 jaar | 1,08 |
45 tot 55 jaar | 0,94 |
55 tot 65 jaar | 0,39 |
65 tot 75 jaar | 0,36 |
Langdurige ziekte of aandoening | 1,53 |
Arbeidsduur (ref. = 0 tot 20 uur) | |
20 tot 35 uur | 0,99 |
35 uur of meer | 1,57 |
Flexwerknemer | 1,30 |
Geringe autonomie | 1,83 |
Gevaarlijk werk | 2,26 |
Geeft leiding | 1,47 |
Bron: CBS, TNO | |
*1) gecorrigeerd voor de overige kenmerken in de figuur |
4.5 Discriminatie op grond van langdurige ziekte, aandoening of handicap bij werknemers met een langdurige aandoening
Het gevoel dat men vanwege een langdurige ziekte, aandoening of handicap wordt gediscrimineerd, komt niet alleen relatief vaak voor bij werknemers met een langdurige ziekte of aandoening die weinig autonomie in het werk hebben of die gevaarlijk werk doen. De ervaren discriminatie op deze grond varieert daarnaast ook al naar gelang het soort aandoening dat men heeft en de grootte van het bedrijf waar men werkt.
Psychische klachten of levensbedreigende ziekten
Naar soort aandoening zijn het vooral werknemers met psychische klachten of met een levensbedreigende ziekte (bijvoorbeeld kanker of aids) die zich gediscrimineerd voelen. Zo hebben werknemers met psychische klachten bijna 5 keer zo vaak dergelijke gevoelens als werknemers met een andere ziekte of aandoening. Bij werknemers met een levensbedreigende ziekte was dat 3 keer zo vaak. In grote bedrijven voelen werknemers met een langdurige ziekte of aandoening zich vaker gediscrimineerd dan in kleinere bedrijven.
Kenmerk | odds ratio1) (odds ratio1)) |
---|---|
Geringe autonomie | 2,07 |
Gevaarlijk werk | 1,99 |
Bedrijfsgrootte (ref. = 1 tot 10) | |
Klein (10 tot 50) | 0,86 |
Middelgroot (50 tot 250) | 1,17 |
Groot (250 of meer) | 1,39 |
Soort aandoening of ziekte: | |
Problemen met benen of voeten (ook artritis, reuma) | 1,57 |
Problemen met rug en nek (ook artritis, reuma, RSI) | 1,50 |
Ernstige huidziekten | 2,00 |
Psychische klachten/ aandoeningen | 4,78 |
Gehoorproblemen | 1,58 |
Levensbedreigende ziekten (bijv. kanker, aids) | 3,02 |
Bron: CBS, TNO | |
*1) gecorrigeerd voor de overige kenmerken in de figuur |