5. Conclusies
In 2022 was de bedrijfstak gezondheid- en welzijnszorg op basis van het aantal werknemers de grootste bedrijfstak van Nederland. Er werkten 1,6 miljoen personen, dat is ongeveer een zesde van alle werkenden in Nederland. Na een afname in de jaren 2013-2017 groeide de werkgelegenheid de laatste jaren weer, net als in de periode ervoor.
In lijn met de groeiende werkgelegenheid steeg ook het aantal vacatures voor banen in zorg en welzijn. De vacaturegraad, het aantal vacatures op de duizend banen, was echter wel lager dan gemiddeld. Deze liep wel snel op: er waren maar weinig bedrijfstakken waar de vacaturegraad vanaf 2015 sneller steeg. Daarbij vonden de sterkste stijgingen in de meest recente jaren (2021 en 2022) plaats. In specifieke branches binnen zorg en welzijn was het aantal vacatures bovendien relatief hoog, bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg en de kinderopvang. Ook werd driekwart van de openstaande vacatures in zorg en welzijn als moeilijk vervulbaar gezien.
In zorg en welzijn was er een flinke toename van de uitstroom van werknemers. Door een gestegen instroom leidde dit vooralsnog niet tot krimp. De vraag is echter of de instroom de stijging van de uitstroom kan blijven compenseren. Het aantal nieuwe zorg- en welzijnstudenten nam de laatste twee jaar iets af. Ook daalde het laatste jaar het aantal gediplomeerden. Wel kiezen afgestudeerden er steeds vaker voor om daadwerkelijk in de bedrijfstak te gaan werken.
De uitstroom van personeel kan in de nabije toekomst verder stijgen door de vergrijzing. Hoewel pensionering vooralsnog geen groot aandeel uitmaakte van de totale uitstroom, neemt de vergrijzing van zorg en welzijn wel toe. Het aandeel 55-plussers is tussen 2010 en 2022 gestegen van 15 naar 25 procent van de werknemers. De uitstroom zal in de nabije toekomst dus verder stijgen doordat meer werknemers met pensioen zullen gaan.
In zorg en welzijn was de ervaren werkdruk hoog en werd een geringe autonomie ervaren. Er werd dus veel gevraagd van een groot deel van de zorgmedewerkers. Deze beleving zou ervoor kunnen zorgen dat mensen sneller de bedrijfstak uitstromen of liever voor een andere bedrijfstak kiezen waar de ervaren werkdruk lager is en er meer autonomie is.
Ook was het ziekteverzuim hoog in zorg en welzijn; vooral werknemers in de VVT verzuimden vaker. Wel was er een lichte daling zichtbaar in het begin van 2023. Het is niet duidelijk of er een verband is tussen een hoge werkdruk en een hoog ziekteverzuim: “Ook werknemers die een hoge werkdruk ervaren blijken minder vaak te verzuimen als rekening gehouden wordt met andere kenmerken". Smulders en Nijhuis [24] voeren als mogelijke verklaring het volgende aan dat: "werknemers die werkdruk ervaren, ook de werknemers zijn die hun werk of positie als belangrijk zien voor het functioneren van de organisatie. Dit kan ertoe leiden dat ze juist de druk voelen om op het werk aanwezig te zijn.”
Opmerkelijk is dat ondanks de hoge werkdruk en het hoge ziekteverzuim de werktevredenheid hoger was dan gemiddeld. Ruim driekwart van de werknemers in zorg en welzijn was tevreden met het werk. Vooral inhoudelijk vond men het werk nog altijd erg bevredigend. De relatief hoge psychosociale arbeidsbelasting reduceert de arbeidstevredenheid wel. Bij gelijke psychosociale arbeidsbelasting zou het verschil in arbeidstevredenheid met andere bedrijfstakken nog groter zijn geweest CBS (2022f).