Steeds meer hoogopgeleiden in Nederland: wat voor beroep hebben ze?

3. Beroep waarin hoogopgeleiden werkzaam zijn

Uit het voorgaande blijkt dat een steeds groter deel van de Nederlanders hoogopgeleid is en dat deze ontwikkeling voor jongere generaties en vrouwen sterker is dan voor oudere generaties en mannen. Vrouwen en mannen verschillen in studiekeuze, net als generaties, wat weer van invloed is op de beroepen waarin ze uiteindelijk werkzaam zijn. Dit hoofdstuk gaat in op de beroepen waarin hoogopgeleiden in 2020 werkzaam zijn en in hoeverre dit ten opzichte van 2013 is veranderd. Daarbij wordt gekeken naar het beroepsniveau en de beroepsklasse waarin hoogopgeleiden werkzaam zijn en vervolgens wordt meer gedetailleerd gekeken naar beroepsgroep. De laatste is de meest uitgebreide indeling van beroepen waarover het CBS publiceert. Dat voor de analyses in dit hoofdstuk voor 2020 is gekozen in plaats van 2021 heeft te maken met het herontwerp van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) in 2021 (zie voor meer uitleg de technische toelichting).

3.1 Groei beroepsniveau 3 en 4

Van de gehele werkzame beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar werkt ongeveer de helft in een beroep met eenvoudige routinematige taken (beroepsniveau 1) of weinig tot middelmatig complexe taken (beroepsniveau 2). Vergeleken met 2013 is dit aandeel iets kleiner geworden en het aandeel mensen met een beroep waarvoor complexe (beroepsniveau 3) of zeer complexe gespecialiseerde taken (beroepsniveau 4) moeten worden uitgevoerd juist wat toegenomen. Dit heeft er mee te maken dat in absolute zin met name het aantal mensen met een beroep waarvoor ze zeer complexe gespecialiseerde taken moeten uitvoeren, is toegenomen: van 2,4 miljoen in 2013 naar 2,9 miljoen in 2020 (+481 duizend). Het aantal mensen met een beroep waarbij ze complexe taken moeten uitvoeren, is met 162 duizend toegenomen: voor beroepsniveau 1 en 2 gaat het gezamenlijk om een toename van 74 duizend mensen.

3.1.1. Beroepsniveau werkzame beroepsbevolking, 15 tot 75 jaar
 Niveau 1 (%)Niveau 2 (%)Niveau 3 (%)Niveau 4 (%)
20139,443,916,528,6
20209,141,117,131,7

3.2 Hoogopgeleiden en beroepsniveau

De toename van het aantal mensen met een beroep met zeer complexe gespecialiseerde taken komt vrijwel volledig voor rekening van mensen met een hbo- of universitair diploma. In 2020 waren 2,3 miljoen hoogopgeleiden werkzaam op beroepsniveau 4, tegen 1,8 miljoen in 2013. Daarnaast is in deze periode ook het aantal hoogopgeleiden met werk op beroepsniveau 2 en 3 toegenomen, respectievelijk van 439 duizend naar 564 duizend en van 499 duizend naar 660 duizend. Dat hoogopgeleiden in een beroep met beroepsniveau 1 werken, komt beperkt voor.

Er zijn dus meer mensen met een hbo- of universitair diploma dan in 2013 en het aantal hoogopgeleiden is in deze periode bij alle beroepsniveaus toegenomen. Hierdoor is de verhouding van de beroepsniveaus waarin hoogopgeleiden werkzaam zijn in deze periode weinig veranderd. Om de eerste onderzoeksvraag, of hoogopgeleiden in 2020 ook in andere beroepen terechtkomen dan in 2013, te kunnen beantwoorden, wordt in het vervolg van dit artikel gekeken naar een meer gedetailleerde indeling van beroepen, namelijk die naar beroepsklasse en beroepsgroep.

3.3 Meer hoogopgeleiden met bedrijfseconomisch of administratief beroep

In lijn met de verschillen in studierichting is de toename van het aantal hoogopgeleiden niet gelijk verdeeld over de verschillende beroepsklassen. In vergelijking met 2013 zijn in 2020 in verhouding vooral meer hoogopgeleiden werkzaam in bedrijfseconomische en administratieve beroepen, gevolgd door ICT- en technische beroepen. Het aandeel hoogopgeleiden met een pedagogisch beroep was in 2020 juist kleiner dan in 2013; dat geldt ook voor degenen met een managementberoep.

3.3.1. Beroepsklasse van werkzame hoogopgeleiden, 15 tot 75 jaar
 2013 (%)2020 (%)
Bedrijfseconomisch en administratief20,822,8
Zorg en welzijn17,718,2
Pedagogisch13,212
Technisch89,1
Commercieel8,48,3
Managers10,67,5
ICT5,87,3
Openbaar bestuur, veiligheid en juridisch4,54,7
Creatief en taalkundig4,34,2
Dienstverlenend2,62,5
Overig2,31,5
Transport en logistiek1,31,4
Agrarisch0,40,6


Net als bij de hoogst behaalde studierichting is het voor beroepsklasse relevant om naar de absolute aantallen te kijken. Uit deze analyse blijkt dat ook in absolute zin vooral sprake was van een toename van hoogopgeleiden in een bedrijfseconomisch of administratief beroep. In 2013 waren er 584 duizend hoogopgeleiden in die beroepsklasse werkzaam, in 2020 was dit gegroeid naar 818 duizend. Ook het aantal hoogopgeleiden met een pedagogisch beroep is gestegen. Die groei is echter minder hard dan de gemiddelde groei onder hoogopgeleiden.

3.4 Software- of applicatieontwikkelaar bij mannen meest voorkomend beroep

Binnen de beroepsklassen is een verbijzondering te maken naar beroepsgroep. In 2020 waren er vooral meer hoogopgeleide software- en applicatieontwikkelaars dan in 2013, met een toename van 82 duizend. Ook is sprake van een toename van het aantal bedrijfskundigen, organisatieadviseurs, artsen en ingenieurs.

Hoogopgeleide mannen waren in 2020 veruit het vaakst werkzaam als software- of applicatieontwikkelaar, gevolgd door ingenieur. Dit waren ook de meest voorkomende beroepsgroepen onder mannen in 2013. Bij beide is sprake van een toename van het aantal werkzame mannen in deze beroepsgroepen, maar de toename van het aantal software- en applicatieontwikkelaars was veruit het grootst. Voor hoogopgeleide mannen geldt dat, met wat verschuivingen, dezelfde beroepsgroepen in de top tien van meest voorkomende beroepsgroepen staan als in 2013. Alleen financieel specialisten en economen zijn nieuw in de top tien.

3.4.1a Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleide mannen, 15 tot 75 jaar, 2013
Beroepsniveau2013
Aantal (x 1 000)
Software- en
applicatieontwikkelaars
4102
Ingenieurs (geen
elektrotechniek)
457
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
449
Vertegenwoordigers
en inkopers
345
Adviseurs marketing,
public relations en sales
443
Artsen443
Accountants437
Docenten algemene
vakken secundair onderwijs
436
Zakelijke dienstverleners335
Managers zakelijke en
administratieve dienstverlening
435

3.4.1b Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleide mannen, 15 tot 75 jaar, 2020
Beroepsniveau2020
x 1 000
Software- en
applicatieontwikkelaars
4162
Ingenieurs (geen
elektrotechniek)
489
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
467
Adviseurs marketing,
public relations en sales
462
Accountants457
Artsen455
Vertegenwoordigers
en inkopers
351
Financieel specialisten
en economen
447
Docenten algemene
vakken secundair onderwijs
446
Zakelijke dienstverleners340

Hoogopgeleide vrouwen werken vooral als leerkracht in het basisonderwijs of als sociaal werker, groeps- of woonbegeleider. Dat was ook zo in 2013. In deze periode is het aantal vrouwelijke leerkrachten in het basisonderwijs gelijk gebleven, terwijl het aantal sociaal werkers en groeps- of woonbegeleiders (beroepsniveau 3) is toegenomen. Ook is bij vrouwen, meer dan bij mannen, sprake van een toename van het aantal artsen. Als gevolg daarvan waren er in 2020 meer hoogopgeleide vrouwen werkzaam als arts dan als gespecialiseerd verpleegkundige. In 2013 was dat nog andersom.

3.4.2a Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleide vrouwen, 15 tot 75 jaar, 2013
Beroepsniveau2013
x 1 000
Leerkrachten basisonderwijs4114
Sociaal werkers, groeps- en
woonbegeleiders
364
Gespecialiseerd verpleegkundigen458
Artsen452
Docenten algemene vakken
secundair onderwijs
450
Adviseurs marketing, public
relations en sales
448
Fysiotherapeuten441
Maatschappelijk werkers440
Administratief medewerkers236
Psychologen en sociologen435

3.4.2b Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleide vrouwen, 15 tot 75 jaar, 2020
Beroepsniveau2020
x 1 000
Leerkrachten basisonderwijs4114
Sociaal werkers, groeps- en
woonbegeleiders
391
Artsen480
Gespecialiseerd verpleegkundigen470
Adviseurs marketing, public
relations en sales
462
Psychologen en sociologen457
Docenten algemene vakken
secundair onderwijs
452
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
452
Fysiotherapeuten452
Specialisten personeels-
en loopbaanontwikkeling
451

Om een beeld te krijgen van de situatie van jongere generaties is de top tien ook bekeken voor hoogopgeleide 25- tot 45-jarigen. Hier komt software- en applicatieontwikkelaar ook als grootste (groeier) naar voren. Ook blijkt dat de groei van het aantal artsen voor een groot deel voor rekening kwam van de 25- tot 45-jarigen, van 58 duizend in 2013 naar 84 duizend in 2020. Bij 45- tot 75-jarigen ging het om een veel kleinere toename in artsen van 36 naar 49 duizend. Eveneens voor ingenieurs geldt dat de toename sterker was voor 25- tot 45-jarigen (+ 24 duizend) dan voor 45- tot 75-jarigen (+ 13 duizend). Voor 15- tot 25-jarigen is dit niet vermeld omdat een groot deel van hen nog onderwijs volgt en daarnaast een bijbaan heeft. Veel van deze jongeren gaan na het behalen van hun diploma een beroep met een hoger niveau uitoefenen.

3.4.3a Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleiden, 25 tot 45 jaar, 2013
Beroepsniveau2013
x 1 000
Software- en applicatieontwikkelaars473
Leerkrachten basisonderwijs470
Adviseurs marketing, public relations
en sales
463
Artsen458
Sociaal werkers, groeps- en
woonbegeleiders
345
Ingenieurs (geen elektrotechniek)444
Vertegenwoordigers en inkopers342
Docenten algemene vakken
secundair onderwijs
438
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
437
Zakelijke dienstverleners333

3.4.3b Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleiden, 25 tot 45 jaar, 2020
Beroepsniveau2020
x 1 000
Software- en applicatieontwikkelaars4122
Artsen484
Adviseurs marketing, public relations
en sales
479
Leerkrachten basisonderwijs472
Ingenieurs (geen elektrotechniek)467
Sociaal werkers, groeps- en
woonbegeleiders
366
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
460
Accountants445
Docenten algemene vakken
secundair onderwijs
445
Zakelijke dienstverleners344


3.4.4a Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleiden, 45 tot 75 jaar, 2013
Beroepsniveau2013
x 1 000
Leerkrachten basisonderwijs462
Docenten algemene
vakken secundair onderwijs
446
Software- en
applicatieontwikkelaars
440
Artsen436
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
435
Gespecialiseerd
verpleegkundigen
433
Managers zakelijke en
administratieve dienstverlening
426
Sociaal werkers, groeps-
en woonbegeleiders
326
Algemeen directeuren426
Specialisten personeels-
en loopbaanontwikkeling
425

3.4.4b Tien meest voorkomende beroepsgroepen van hoogopgeleiden, 45 tot 75 jaar, 2020
Beroepsniveau2020
x 1 000
Software- en
applicatieontwikkelaars
471
Leerkrachten basisonderwijs460
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
456
Docenten algemene
vakken secundair onderwijs
450
Artsen449
Sociaal werkers, groeps-
en woonbegeleiders
343
Ingenieurs (geen elektrotechniek)438
Adviseurs marketing,
public relations en sales
437
Specialisten personeels-
en loopbaanontwikkeling
436
Gespecialiseerd
verpleegkundigen
435