6. Samenvatting en conclusie
In de jaren tien is het aantal werknemers in Nederland gegroeid van 7,1 miljoen naar 7,7 miljoen. Die groei is niet gelijkelijk verdeeld over de verschillende bedrijfstakken. De grootste groeiers zijn de horeca, de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten en de informatie en communicatie. De grootste krimp deed zich voor bij de bouwnijverheid en de financiële dienstverlening, terwijl de industrie in groei achterbleef bij de overige bedrijfstakken.
De gemiddelde leeftijd is in tien jaar tijd in de meeste bedrijfstakken gestegen, het meest in het openbaar bestuur en overheidsdiensten. In meer dan de helft van de bedrijfstakken lag de gemiddelde leeftijd van werknemers in 2019 boven de 40 jaar. Alleen in de horeca ging de gemiddelde leeftijd in het verloop van tien jaar duidelijk naar beneden.
De arbeidsdynamiek in een bedrijfstak hangt samen met de gemiddelde leeftijd. Naarmate die lager ligt, is er meer wisseling. In bedrijfstakken met een hoge gemiddelde leeftijd is de uitstroom naar geen werknemer juist relatief groter ten opzichte van de instroom vanuit geen werknemer, en de dynamiek is lager.
In bijna alle bedrijfstakken is de doorstroom – dus instroom vanuit een andere bedrijfstak – belangrijker dan de instroom van niet-werknemers. Bij zowel de instroom als de uitstroom speelt de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten een prominente rol. In elke in- en uitstroom-top-vijf van bedrijfstakken is deze vertegenwoordigd. Dat heeft te maken met het feit dat uitzendbureaus onder deze bedrijfstak vallen. Uitzendkrachten die bijvoorbeeld in de industrie werkzaam zijn, zijn formeel in dienst bij een bedrijf in de verhuur en overige zakelijke diensten.
Voor drie bedrijfstakken is een nadere analyse uitgevoerd: informatie en communicatie, de industrie en de gezondheids- en welzijnszorg. Bij de gezondheids- en welzijnszorg is er - naast de genoemde bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten - zowel bij de in- als uitstroom relatief veel dynamiek met de bedrijfstakken handel en onderwijs. Bij informatie en communicatie en de industrie komt de handel ook vrij prominent naar voren als het gaat om in- en uitstroom. Daarnaast is er bij beide relatief veel dynamiek met de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten.
Bij een vergelijking van deze drie bedrijfstakken naar beroep valt allereerst op dat de top vijf van beroepen zowel bij de ICT als bij de zorg wordt beoefend door ongeveer de helft van de werknemers. In de industrie ligt dit anders; hier gaat het om ongeveer een kwart.
In de top vijf van beroepen van instromers staan beroepen die mensen met een bijbaantje vaak uitoefenen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kelners en barpersoneel, en om verkoopmedewerkers detailhandel. Vooral in de zorg is de instroom vanuit deze beroepen naar verhouding groot. Daarnaast zijn er veel beroepen in de top vijf die in meerdere bedrijfstakken voorkomen, zoals administratief medewerkers, schoonmakers en receptionisten en telefonisten. Deze beroepen zijn niet per se bedrijfsspecifiek en kunnen ook in andere bedrijfstakken worden uitgevoerd. Dat laatste geldt ook meer en meer voor software- en applicatie-ontwikkelaars: een beroep dat de afgelopen jaren door steeds meer mensen wordt beoefend en in steeds meer bedrijfstakken is gegroeid. Bij de zorg is er deels uitstroom van mensen met beroepen die te maken hebben met zorg, wat bijdraagt aan de dynamiek in dit beroep.