2. Veranderingen in de aandelen van bedrijfstakken
De periode 2015 tot en met 2019 stond in het teken van stevig herstel van de arbeidsmarkt. De werkloosheid daalde in deze jaren en de arbeidsdeelname nam toe. Dit komt ook naar voren in het aantal werknemers in Nederland. In 2010 waren dit er 7,1 miljoen. In 2014 was dit aantal gedaald tot 7,0 miljoen. Vervolgens groeide het aantal werknemers in de jaren erna gestaag tot 7,7 miljoen in 2019.
Jaar | Werknemers (x 1 000) |
---|---|
2010 | 7135 |
2011 | 7204 |
2012 | 7142 |
2013 | 7039 |
2014 | 7034 |
2015 | 7093 |
2016 | 7205 |
2017 | 7374 |
2018 | 7557 |
2019 | 7696 |
2020 | 7642 |
Volgens de standaard bedrijfsindeling (SBI 2008) zijn deze werknemers in te delen in 19 bedrijfstakken.2) De handel en de gezondheids- en welzijnszorg zijn de twee grootste, met beide rond de 1,3 miljoen werknemers in 2019. Vanaf 2010 groeide de handel met meer dan 100 duizend werknemers en nam daarmee de eerste plaats van de gezondheids- en welzijnszorg over als het gaat om het aantal werknemers. Een andere opmerkelijke groeier is de horeca; deze bedrijfstak telde in 2019 ook ruim 100 duizend werknemers meer dan in 2010. Hiermee werd ook het aandeel groter van werknemers in de horeca, hetzelfde geldt voor de verhuur en overige zakelijke diensten en de informatie en communicatie (zie figuur 2.3). De verhuur en overige zakelijke diensten omvat onder andere de uitzendbureaus. Uitzendkrachten werken meestal in andere bedrijfstakken, maar worden daar niet geregistreerd.
Het aandeel horecawerknemers steeg van 4,0 procent in 2010 naar 5,2 procent in 2019 (287 duizend om 396 duizend werknemers). Het aandeel van de informatie en communicatie steeg tussen 2010 en 2019 van 2,9 naar 3,5 procent. Binnen die bedrijfstak is de IT- en informatiedienstverlening verantwoordelijk voor de toename. Het aandeel werknemers steeg van 1,8 procent in 2010 tot 2,5 procent in 2019.
De grootste krimp als het gaat om werknemers deed zich voor in de financiële dienstverlening en de bouwnijverheid, met respectievelijk bijna 45 duizend en bijna 40 duizend werknemers minder. Het aandeel werknemers in de bouwnijverheid daalde van 4,9 procent in 2010 naar 4,0 procent in 2019 en in de financiële dienstverlening van 3,3 naar 2,5 procent.
De werkgelegenheid in deze bedrijfstakken daalde ook al vóór 2010. Over de daling in de financiële dienstverlening is eerder al geschreven door het CBS (CBS, 2018). In de bouwnijverheid daalde het aantal werknemers tot 2015 (70 duizend minder tussen 2010 en 2015), terwijl het aantal werknemers tussen 2015 en 2019 steeg met 30 duizend.
Voor deze beide krimpende bedrijfstakken is bekeken of de afname van het aantal werknemers eventueel is gecompenseerd door een toename van het aantal zzp’ers en uitzendkrachten. Uitzendkrachten vallen onder de bedrijfstak van het uitzendbureau waarvoor ze werken, namelijk verhuur en overige zakelijke diensten. Als werkgevers in de financiële dienstverlening en de bouwnijverheid hun werknemers vervangen door uitzendkrachten of zzp’ers, daalt daardoor dus het aantal werknemers in die bedrijfstakken. Cijfers op basis van de EBB (CBS, 2022b) laten zien dat van 2013-2019 alleen in de financiële dienstverlening het aandeel zzp’ers significant is toegenomen.3) De toename van 6 duizend zzp’ers tussen 2013 en 2019 is echter beperkt, vergeleken met de afname in het aantal werknemers tussen 2010 en 2019.
Het aantal werknemers dat in de industrie werkte is ongeveer gelijk gebleven. Omdat het totale aantal werknemers is gestegen, is het aandeel van de werknemers in de industrie afgenomen.
Gemiddelde leeftijd toegenomen
In vrijwel alle bedrijfstakken is in tien jaar tijd de gemiddelde leeftijd van werknemers toegenomen. Uitzonderingen zijn de horeca – de enige bedrijfstak waar de gemiddelde leeftijd onder de 30 jaar ligt -, het onderwijs, de informatie en communicatie en de cultuur, sport en recreatie. Alleen in de horeca daalde de gemiddelde leeftijd overtuigend, in de overige drie bedrijfstakken bleef die (ongeveer) gelijk.
In de horeca werken naar verhouding veel scholieren en studenten in een bijbaan, bijvoorbeeld als kelner of barpersoneel. Ook in de bedrijfstakken handel en landbouw, bosbouw en visserij is de leeftijd lager dan gemiddeld. Onder de handel vallen onder meer winkels en supermarkten, waar relatief veel jongeren werkzaam zijn, en de landbouw kent veel seizoensarbeid.
De gemiddelde leeftijd steeg het meest in het openbaar bestuur en overheidsdiensten, van 43,6 jaar naar 46,1 jaar. Daarmee heeft deze bedrijfstak ook de werknemers met de hoogste gemiddelde leeftijd.
Gezondheids- en welzijnszorg (% van werknemers) | Handel (% van werknemers) | Industrie (% van werknemers) | Verhuur en overige zakelijke diensten (% van werknemers) | Openbaar bestuur en overheidsdiensten (% van werknemers) | Onderwijs (% van werknemers) | Specialistische zakelijke diensten (% van werknemers) | Bouwnijverheid (% van werknemers) | Vervoer en opslag (% van werknemers) | Horeca (% van werknemers) | Financiële dienstverlening (% van werknemers) | Informatie en communicatie (% van werknemers) | Overige dienstverlening (% van werknemers) | Landbouw, bosbouw en visserij (% van werknemers) | Cultuur, sport en recreatie (% van werknemers) | Verhuur en handel van onroerend goed (% van werknemers) | Waterbedrijven en afvalbeheer (% van werknemers) | Energievoorziening (% van werknemers) | Delfstoffenwinning (% van werknemers) | Overig (% van werknemers) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2010 | 17,1 | 16,7 | 10,2 | 9,6 | 7,0 | 6,8 | 5,9 | 4,9 | 4,8 | 4,0 | 3,3 | 2,9 | 2,0 | 1,2 | 1,5 | 0,9 | 0,5 | 0,3 | 0,1 | 0,3 |
2019 | 16,8 | 16,9 | 9,5 | 11,5 | 6,4 | 6,5 | 6,0 | 4,0 | 4,7 | 5,2 | 2,5 | 3,5 | 1,7 | 1,2 | 1,6 | 0,8 | 0,4 | 0,3 | 0,1 | 0,5 |
2) Op het hoogste niveau van de sbi worden 21 bedrijfstakken onderscheiden (A t/m U). Omdat de werkgelegenheid in sommige bedrijfstakken relatief klein is, is in deze bijdrage gekozen voor een ietwat aangepaste indeling met 19 bedrijfstakken.
3)Vanwege een trendbreuk is het niet mogelijk deze analyse te maken voor eerdere jaren.