Arbeidsmarktdynamiek in de jaren tien
Een overzicht van werknemersstromenOver deze publicatie
Dit artikel geeft aan de hand van de dynamiek van werknemers een beeld van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de jaren tien. Aanvankelijk werd die periode gekenmerkt door de gevolgen van de financiële crisis. Het aantal werknemers daalde, maar rond 2015 zette het herstel in. In dit artikel wordt onderzocht hoe de werknemersdynamiek zich ontwikkelde in de jaren tien en hoe deze eind jaren tien verschilde tussen bedrijfstakken.
1. Inleiding
De arbeidsmarkt is voortdurend in beweging. Schoolverlaters treden toe tot de arbeidsmarkt, werknemers wisselen van baan of worden zelfstandige, maar kunnen ook hun baan verliezen of met pensioen gaan. Dat voortdurende komen en gaan op de arbeidsmarkt is onderhevig aan conjuncturele en structurele ontwikkelingen. In minder gunstige economische perioden vinden schoolverlaters doorgaans minder snel werk, wisselen minder mensen van baan en komen meer mensen zonder werk te zitten dan in economisch gunstige perioden (CBS, 2020). Structurele ontwikkelingen als automatisering en globalisering leiden ertoe dat de werkgelegenheid in bepaalde bedrijfstakken vermindert, met als gevolg dat mensen die werkzaam zijn in deze bedrijfstakken te maken krijgen met baanverlies of al daarvoor op zoek gaan naar een andere baan. Terwijl de conjunctuur soms vrij abrupt kan omslaan, voltrekken structurele ontwikkelingen zich meer geleidelijk in de tijd. Die worden pas zichtbaar bij het bekijken van een langere periode.
In dit artikel wordt de arbeidsdynamiek van werknemers in Nederland naar bedrijfstak bekeken in de periode 2010-2019. Het doel is om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van ontwikkelingen in de arbeidsmarktdynamiek in de diverse bedrijfstakken.
Paragraaf 2 gaat in op de ontwikkeling van het aantal werknemers naar bedrijfstak voor de periode 2010-2019. Welke bedrijfstakken zijn gegroeid en welke zijn gekrompen? Ook wordt gekeken naar de gemiddelde leeftijd van werknemers in de diverse bedrijfstakken.
Paragraaf 3 geeft een overzicht van de in- en uitstroom van werknemers door de jaren heen. Waar komen de instromende werknemers vandaan: zijn deze nieuw op de arbeidsmarkt of zijn ze gewisseld van bedrijfstak? En hoe zit dit met de uitstroom van werknemers?
In paragraaf 4 wordt de in- en uitstroom van werknemers per bedrijfstak in 2019 bekeken, het laatste jaar dat voor deze analyse is onderzocht1) . Per bedrijfstak wordt onderzocht waar werknemers die in 2019 zijn ingestroomd vandaan komen en waar werknemers die in 2019 zijn uitgestroomd heen zijn gegaan.
In paragraaf 5 wordt extra aandacht besteed aan drie bedrijfstakken: een voorbeeld van een bedrijfstak die groeit (informatie en communicatie), een bedrijfstak waarvan de groei achterblijft (de industrie) en een grote bedrijfstak (de gezondheids- en welzijnszorg). Voor deze drie bedrijfstakken wordt geanalyseerd vanuit welke bedrijfstakken werknemers instromen en naar welke bedrijfstakken ze uitstromen. Daarbij wordt voor deze drie bedrijfstakken nagegaan welk beroep werknemers hebben die instromen en welk beroep werknemers hebben die uitstromen.
In paragraaf 6 volgen de samenvatting en conclusie.
Gegevens
De gegevens in deze bijdrage zijn grotendeels gebaseerd op de Polisadministratie van het CBS. Deze bevat informatie over alle banen van werknemers in Nederland. De informatie uit deze bron is gebaseerd op alle loonaangiften bij de Belastingdienst. Voor informatie over beroepen wordt aanvullend gebruikgemaakt van de Enquête beroepsbevolking (EBB).
2. Veranderingen in de aandelen van bedrijfstakken
De periode 2015 tot en met 2019 stond in het teken van stevig herstel van de arbeidsmarkt. De werkloosheid daalde in deze jaren en de arbeidsdeelname nam toe. Dit komt ook naar voren in het aantal werknemers in Nederland. In 2010 waren dit er 7,1 miljoen. In 2014 was dit aantal gedaald tot 7,0 miljoen. Vervolgens groeide het aantal werknemers in de jaren erna gestaag tot 7,7 miljoen in 2019.
Jaar | Werknemers (x 1 000) |
---|---|
2010 | 7135 |
2011 | 7204 |
2012 | 7142 |
2013 | 7039 |
2014 | 7034 |
2015 | 7093 |
2016 | 7205 |
2017 | 7374 |
2018 | 7557 |
2019 | 7696 |
2020 | 7642 |
Volgens de standaard bedrijfsindeling (SBI 2008) zijn deze werknemers in te delen in 19 bedrijfstakken.2) De handel en de gezondheids- en welzijnszorg zijn de twee grootste, met beide rond de 1,3 miljoen werknemers in 2019. Vanaf 2010 groeide de handel met meer dan 100 duizend werknemers en nam daarmee de eerste plaats van de gezondheids- en welzijnszorg over als het gaat om het aantal werknemers. Een andere opmerkelijke groeier is de horeca; deze bedrijfstak telde in 2019 ook ruim 100 duizend werknemers meer dan in 2010. Hiermee werd ook het aandeel groter van werknemers in de horeca, hetzelfde geldt voor de verhuur en overige zakelijke diensten en de informatie en communicatie (zie figuur 2.3). De verhuur en overige zakelijke diensten omvat onder andere de uitzendbureaus. Uitzendkrachten werken meestal in andere bedrijfstakken, maar worden daar niet geregistreerd.
Het aandeel horecawerknemers steeg van 4,0 procent in 2010 naar 5,2 procent in 2019 (287 duizend om 396 duizend werknemers). Het aandeel van de informatie en communicatie steeg tussen 2010 en 2019 van 2,9 naar 3,5 procent. Binnen die bedrijfstak is de IT- en informatiedienstverlening verantwoordelijk voor de toename. Het aandeel werknemers steeg van 1,8 procent in 2010 tot 2,5 procent in 2019.
De grootste krimp als het gaat om werknemers deed zich voor in de financiële dienstverlening en de bouwnijverheid, met respectievelijk bijna 45 duizend en bijna 40 duizend werknemers minder. Het aandeel werknemers in de bouwnijverheid daalde van 4,9 procent in 2010 naar 4,0 procent in 2019 en in de financiële dienstverlening van 3,3 naar 2,5 procent.
De werkgelegenheid in deze bedrijfstakken daalde ook al vóór 2010. Over de daling in de financiële dienstverlening is eerder al geschreven door het CBS (CBS, 2018). In de bouwnijverheid daalde het aantal werknemers tot 2015 (70 duizend minder tussen 2010 en 2015), terwijl het aantal werknemers tussen 2015 en 2019 steeg met 30 duizend.
Voor deze beide krimpende bedrijfstakken is bekeken of de afname van het aantal werknemers eventueel is gecompenseerd door een toename van het aantal zzp’ers en uitzendkrachten. Uitzendkrachten vallen onder de bedrijfstak van het uitzendbureau waarvoor ze werken, namelijk verhuur en overige zakelijke diensten. Als werkgevers in de financiële dienstverlening en de bouwnijverheid hun werknemers vervangen door uitzendkrachten of zzp’ers, daalt daardoor dus het aantal werknemers in die bedrijfstakken. Cijfers op basis van de EBB (CBS, 2022b) laten zien dat van 2013-2019 alleen in de financiële dienstverlening het aandeel zzp’ers significant is toegenomen.3) De toename van 6 duizend zzp’ers tussen 2013 en 2019 is echter beperkt, vergeleken met de afname in het aantal werknemers tussen 2010 en 2019.
Het aantal werknemers dat in de industrie werkte is ongeveer gelijk gebleven. Omdat het totale aantal werknemers is gestegen, is het aandeel van de werknemers in de industrie afgenomen.
Gemiddelde leeftijd toegenomen
In vrijwel alle bedrijfstakken is in tien jaar tijd de gemiddelde leeftijd van werknemers toegenomen. Uitzonderingen zijn de horeca – de enige bedrijfstak waar de gemiddelde leeftijd onder de 30 jaar ligt -, het onderwijs, de informatie en communicatie en de cultuur, sport en recreatie. Alleen in de horeca daalde de gemiddelde leeftijd overtuigend, in de overige drie bedrijfstakken bleef die (ongeveer) gelijk.
In de horeca werken naar verhouding veel scholieren en studenten in een bijbaan, bijvoorbeeld als kelner of barpersoneel. Ook in de bedrijfstakken handel en landbouw, bosbouw en visserij is de leeftijd lager dan gemiddeld. Onder de handel vallen onder meer winkels en supermarkten, waar relatief veel jongeren werkzaam zijn, en de landbouw kent veel seizoensarbeid.
De gemiddelde leeftijd steeg het meest in het openbaar bestuur en overheidsdiensten, van 43,6 jaar naar 46,1 jaar. Daarmee heeft deze bedrijfstak ook de werknemers met de hoogste gemiddelde leeftijd.
Gezondheids- en welzijnszorg (% van werknemers) | Handel (% van werknemers) | Industrie (% van werknemers) | Verhuur en overige zakelijke diensten (% van werknemers) | Openbaar bestuur en overheidsdiensten (% van werknemers) | Onderwijs (% van werknemers) | Specialistische zakelijke diensten (% van werknemers) | Bouwnijverheid (% van werknemers) | Vervoer en opslag (% van werknemers) | Horeca (% van werknemers) | Financiële dienstverlening (% van werknemers) | Informatie en communicatie (% van werknemers) | Overige dienstverlening (% van werknemers) | Landbouw, bosbouw en visserij (% van werknemers) | Cultuur, sport en recreatie (% van werknemers) | Verhuur en handel van onroerend goed (% van werknemers) | Waterbedrijven en afvalbeheer (% van werknemers) | Energievoorziening (% van werknemers) | Delfstoffenwinning (% van werknemers) | Overig (% van werknemers) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2010 | 17,1 | 16,7 | 10,2 | 9,6 | 7,0 | 6,8 | 5,9 | 4,9 | 4,8 | 4,0 | 3,3 | 2,9 | 2,0 | 1,2 | 1,5 | 0,9 | 0,5 | 0,3 | 0,1 | 0,3 |
2019 | 16,8 | 16,9 | 9,5 | 11,5 | 6,4 | 6,5 | 6,0 | 4,0 | 4,7 | 5,2 | 2,5 | 3,5 | 1,7 | 1,2 | 1,6 | 0,8 | 0,4 | 0,3 | 0,1 | 0,5 |
2) Op het hoogste niveau van de sbi worden 21 bedrijfstakken onderscheiden (A t/m U). Omdat de werkgelegenheid in sommige bedrijfstakken relatief klein is, is in deze bijdrage gekozen voor een ietwat aangepaste indeling met 19 bedrijfstakken.
3)Vanwege een trendbreuk is het niet mogelijk deze analyse te maken voor eerdere jaren.
3. Trend in instroom en uitstroom: 2009/2010-2018/2019
Figuur 3.1 geeft weer hoeveel werknemers van het ene op het andere jaar in-, uit- en doorstroomden in de periode 2010-2019. In vrijwel de hele periode is het aandeel werknemers dat van bedrijfstak verandert groter dan het aandeel dat instroomt of uitstroomt. Met andere woorden: wisselingen van bedrijfstak (doorstroom) leveren doorgaans de grootste bijdrage aan de arbeidsdynamiek in Nederland. Deze doorstroom volgt de conjunctuur. Tijdens de financiële crisis, vanaf 2008/2009, daalde het aandeel werknemers dat wisselt van bedrijfstak. Dit aandeel bereikte een dieptepunt in 2013/2014 en is vervolgens weer gaan groeien. Tussen 2013/2014 en 2018/2019 was dit gestegen van 8,5 tot 11,4 procent.
De instroom naar een werknemersbaan van mensen zonder werk en de uitstroom van werk naar geen werk fluctueren en de ontwikkelingen zijn tegengesteld: als de instroom stijgt, daalt de uitstroom en omgekeerd. Ook deze stromen bewegen mee met de conjunctuur, waarbij vooral na 2012/2013 de instroom gestaag toeneemt van 7,4 procent tot 9,0 procent in 2016/2017. Dat laatste komt overeen met 660 duizend ingestroomde werknemers. Tegelijkertijd daalde de uitstroom in deze periode en bleef op een relatief laag niveau.
Instroom van niet-werknemers (%) | Doorstroom werknemers van/naar andere bedrijfstak (%) | Uitstroom naar geen werk of zelfstandige (%) | |
---|---|---|---|
2009/ 2010 | 8,0 | 10,6 | 8,0 |
2010/ 2011 | 8,4 | 9,7 | 7,6 |
2011/ 2012 | 7,4 | 9,0 | 8,3 |
2012/ 2013 | 7,4 | 8,6 | 8,8 |
2013/ 2014 | 8,1 | 8,5 | 8,3 |
2014/ 2015 | 8,7 | 9,5 | 8,1 |
2015/ 2016 | 8,9 | 9,8 | 7,7 |
2016/ 2017 | 9,0 | 10,7 | 7,2 |
2017/ 2018 | 8,9 | 11,2 | 7,1 |
2018/ 2019 | 8,3 | 11,4 | 7,2 |
4. Instroom en uitstroom per bedrijfstak
Figuur 4.1 laat zien dat de stromen sterk verschillen tussen bedrijfstakken. Dat geldt zowel voor de stromen tussen bedrijfstakken onderling als voor de in- en uitstroom van/naar geen werknemer. De stromen zijn groot in de bedrijfstakken verhuur en overige zakelijke diensten, de horeca en de cultuur, sport en recreatie. Bij verhuur en overige zakelijke diensten speelt mee dat uitzendkrachten die werken in een andere bedrijfstak ook doorstromen zodra ze overstappen van uitzendkracht naar een dienstverband bij het bedrijf waar ze werken. Bijlage B1 vermeldt het aandeel uitzendkrachten in de stromen van en naar de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten.
Leeftijd is van belang bij de arbeidsmarktdynamiek. Scholieren en studenten met een bijbaan wisselen vaker van bedrijfstak en ook schoolverlaters die na het behalen van een diploma zoeken naar een geschikte baan stappen vaker over dan gemiddeld. De gemiddelde leeftijd van werknemers verschilt per bedrijfstak (zie figuur 2.2). In de bedrijfstakken horeca, handel en landbouw, en bosbouw en visserij, waar de leeftijd lager ligt dan gemiddeld, is de instroom van niet-werknemers naar verhouding groot.
De dynamiek is laag in de bedrijfstakken openbaar bestuur en overheidsdiensten, gezondheids- en welzijnszorg, onderwijs en industrie, waar de gemiddelde leeftijd naar verhouding hoog is. In die bedrijfstakken – met uitzondering van de industrie – is bovendien de doorstroom naar andere bedrijfstakken kleiner dan de uitstroom naar niet-werknemers. Ook dat kan duiden op een geringe dynamiek.
In bijvoorbeeld de financiële dienstverlening, de verhuur en overige zakelijke diensten en de landbouw, bosbouw en visserij, was de uitstroom tussen september 2018 en september 2019 groter dan de instroom in die periode.
De instroom is groter dan de uitstroom in de gezondheids- en welzijnszorg, de bouwnijverheid en het openbaar bestuur en overheidsdiensten.
Geen werknemer (%) | Andere bedrijfstak (%) | ||
---|---|---|---|
Horeca | Instroom | 19,7 | 15,6 |
Horeca | Uitstroom | 12,5 | 21,9 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | Instroom | 16,0 | 18,3 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | Uitstroom | 12,6 | 24,0 |
Cultuur, sport en recreatie | Instroom | 12,2 | 17,6 |
Cultuur, sport en recreatie | Uitstroom | 10,2 | 18,1 |
Specialistische zakelijke diensten | Instroom | 7,4 | 16,5 |
Specialistische zakelijke diensten | Uitstroom | 7,0 | 14,6 |
Overige dienstverlening | Instroom | 8,8 | 14,4 |
Overige dienstverlening | Uitstroom | 8,7 | 14,1 |
Handel | Instroom | 12,6 | 9,7 |
Handel | Uitstroom | 8,1 | 13,7 |
Landbouw, bosbouw en visserij | Instroom | 9,3 | 11,4 |
Landbouw, bosbouw en visserij | Uitstroom | 7,8 | 14,4 |
Informatie en communicatie | Instroom | 6,6 | 13,8 |
Informatie en communicatie | Uitstroom | 6,5 | 12,5 |
Verhuur en handel van onroerend goed | Instroom | 5,3 | 13,9 |
Verhuur en handel van onroerend goed | Uitstroom | 6,0 | 11,8 |
Vervoer en opslag | Instroom | 4,9 | 10,9 |
Vervoer en opslag | Uitstroom | 6,0 | 8,8 |
Delfstoffenwinning | Instroom | 2,5 | 13,2 |
Delfstoffenwinning | Uitstroom | 4,3 | 10,5 |
Energievoorziening | Instroom | 2,7 | 12,9 |
Energievoorziening | Uitstroom | 5,6 | 9,0 |
Bouwnijverheid | Instroom | 3,8 | 11,3 |
Bouwnijverheid | Uitstroom | 5,1 | 7,5 |
Financiële dienstverlening | Instroom | 3,9 | 11,2 |
Financiële dienstverlening | Uitstroom | 5,4 | 12,5 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | Instroom | 2,4 | 12,5 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | Uitstroom | 4,2 | 9,3 |
Industrie | Instroom | 3,3 | 10,2 |
Industrie | Uitstroom | 4,5 | 7,4 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Instroom | 5,2 | 7,4 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Uitstroom | 5,1 | 4,1 |
Onderwijs | Instroom | 5,0 | 7,2 |
Onderwijs | Uitstroom | 5,8 | 5,0 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | Instroom | 1,9 | 7,4 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | Uitstroom | 3,5 | 3,3 |
5. Drie bedrijfstakken uitgelicht
In deze bijdrage wordt aan drie bedrijfstakken speciale aandacht besteed: het gaat om een voorbeeld van een bedrijfstak die groeit (informatie en communicatie), een bedrijfstak waarvan de groei achterblijft (de industrie) en een grote bedrijfstak (de gezondheids- en welzijnszorg).
Eerst is onderzocht uit welke bedrijfstak doorgestroomde werknemers komen en waar uitstromers naartoe gaan.
Verder is met gegevens van de Enquête beroepsbevolking (EBB) nagegaan welk beroep werknemers hadden voordat ze instroomden in een bedrijfstak (beroep bij instroom). Daarnaast is uitgezocht welk beroep ze uitoefenden vóórdat ze de bedrijfstak verlieten (beroep bij uitstroom). Met gegevens uit de EBB is bepaald welke vijf beroepen het meest voorkomen in deze drie bedrijfstakken om de in- en uitstroom van beroep in deze bedrijfstakken in perspectief te plaatsen.
De EBB is een steekproef; om ervoor te zorgen dat de steekproefomvang groot genoeg is om statistisch verantwoorde conclusies te trekken, zijn hiervoor drie jaren samengenomen, namelijk 2017/2019.
5.1 In- en uitstroom in de bedrijfstak industrie
Eerder is geconstateerd dat het aandeel industriewerknemers in de jaren tien is afgenomen. Van degenen die tussen september 2018 en september 2019 naar deze bedrijfstak doorstroomden vanuit een andere bedrijfstak, kwam een groot deel (37,3 procent) uit de verhuur en overige zakelijke diensten. Bijna drie kwart van hen was in september 2018 uitzendkracht; mogelijk werkten ze toen ook al in de industrie. Ruim een kwart van de doorstromers was afkomstig uit de handel.
Tussen de industrie en de verhuur en overige zakelijke diensten is ook een aanzienlijke stroom de andere kant op. Van de werknemers die de bedrijfstak industrie verlieten, ging 24,0 procent naar verhuur en overige zakelijke diensten. Bijna twee derde daarvan (64,0 procent) ging als uitzendkracht werken. De handel staat bij de uitstromers op de eerste plaats, met ongeveer een even groot aandeel onder de uitstroom als onder de instroom. Verder is er relatief veel dynamiek met de bedrijfstakken bouwnijverheid en specialistische zakelijke diensten; deze komen zowel voor in de top vijf van instromers als in de top vijf van uitstromers. Onder specialistische zakelijke diensten vallen onder meer notaris-, accountancy- en deurwaarderskantoren en reclame- en marktonderzoeksbureaus.
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Industrie | 37,3 |
Handel | Industrie | 26,2 |
Specialistische zakelijke diensten | Industrie | 10,2 |
Horeca | Industrie | 4,7 |
Bouwnijverheid | Industrie | 4,0 |
1) Waarvan 73,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 64,0 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Industrie | Handel | 25,8 |
Industrie | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 24,0 |
Industrie | Specialistische zakelijke diensten | 12,1 |
Industrie | Bouwnijverheid | 7,3 |
Industrie | Gezondheids- en welzijnszorg | 6,0 |
Industrie | 24,9 | |
1) Waarvan 73,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 64,0 procent uitzendkracht |
In Bijlage B1 wordt voor alle bedrijfstakken de top vijf bedrijfstakken voor instroom en na uitstroom gepresenteerd.
In de bedrijfstak industrie wordt het beroep productiemachinebediener, met 7,6 procent het meest uitgeoefend, gevolgd door transportplanners en logistiek medewerkers (5,1 procent). De top vijf bestaat verder uit hulpkrachten bouw en industrie (4,6 procent), ingenieurs (geen elektrotechniek) (4,0 procent) en assemblagemedewerkers (3,7 procent). Tezamen gaat het om ongeveer een kwart van de beroepen. Dat heeft deels te maken met het feit dat in de beroepsklasse techniek meer beroepsgroepen worden onderscheiden dan in andere bedrijfstakken.
Beroep | Productiemachinebedieners (%) | Transportplanners en logistiek medewerkers (%) | Hulpkrachten bouw en industrie (%) | Ingenieurs (geen elektrotechniek) (%) | Assemblagemedewerkers (%) |
---|---|---|---|---|---|
7,6 | 5,1 | 4,6 | 4,0 | 3,7 |
De vijf meest voorkomende beroepen van instromers in de industrie uit andere bedrijfstakken wijkt af van de top vijf beroepen in de bedrijfstak industrie. Voordat ze instroomden waren deze werknemers laders, lossers en vakkenvullers (8,0 procent), transportplanners en logistiek medewerkers (5,5 procent), verkoopmedewerkers detailhandel (4,5 procent), administratief medewerkers (4,4 procent) en schoonmakers (4,2 procent). Laders, lossers en vakkenvullers en administratief medewerkers komen ook terug bij de top vijf van de uitstroom. Beroepen als administratief medewerker zijn niet bedrijfsspecifiek. Dat wil zeggen dat ze in meerdere bedrijfstakken worden uitgevoerd, waardoor deze beroepen relatief veel te vinden zijn in de stromen tussen bedrijfstakken. Dit is hieronder terug te zien bij de bespreking van de twee andere bedrijfstakken.
Beroep bij instroom | Bedrijfstak | Waarde (%) |
---|---|---|
Laders, lossers en vakkenvullers | Industrie | 8,0 |
Transportplanners en logistiek medewerkers | Industrie | 5,5 |
Verkoopmedewerkers detailhandel | Industrie | 4,5 |
Administratief medewerkers | Industrie | 4,4 |
Schoonmakers | Industrie | 4,2 |
Tussenkolom | Beroep bij uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Industrie | Laders, lossers en vakkenvullers | 6,8 |
Industrie | Hulpkrachten bouw en industrie | 6,3 |
Industrie | Ingenieurs (geen elektrotechniek) | 4,6 |
Industrie | Productiemachinebedieners | 4,1 |
Industrie | Administratief medewerkers | 4,0 |
Industrie | 74,2 | |
5.2 In- en uitstroom in de bedrijfstak informatie en communicatie
De bedrijfstak informatie en communicatie is tussen 2010 en 2019 gegroeid. Bijna een kwart van de instromers in deze bedrijfstak kwam uit de verhuur en overige zakelijke diensten. Bijna de helft daarvan (44,7 procent) was uitzendkracht en werkte dus mogelijk al als zodanig in de informatie en communicatie. Ruim een op de vijf werkte voor de overstap naar informatie en communicatie in de handel en bijna een op de vijf in de specialistische zakelijke diensten. Bij de uitstroom gaat het grootste deel naar de specialistische zakelijke diensten, de verhuur en overige zakelijke diensten en de handel. Van degenen die naar de verhuur en overige zakelijke diensten overstapte ging een derde (33,7 procent) als uitzendkracht werken.
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Informatie en communicatie | 24,6 |
Handel | Informatie en communicatie | 22,2 |
Specialistische zakelijke diensten | Informatie en communicatie | 18,9 |
Horeca | Informatie en communicatie | 6,2 |
Financiële dienstverlening | Informatie en communicatie | 5,0 |
1) Waarvan 44,7 procent uitzendkracht 2) Waarvan 33,7 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Informatie en communicatie | Specialistische zakelijke diensten | 21,8 |
Informatie en communicatie | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 20,2 |
Informatie en communicatie | Handel | 17,1 |
Informatie en communicatie | Industrie | 6,2 |
Informatie en communicatie | Financiële dienstverlening | 6,1 |
Informatie en communicatie | 28,6 | |
1) Waarvan 44,7 procent uitzendkracht 2) Waarvan 33,7 procent uitzendkracht |
Van degenen die uit andere bedrijfstakken instromen in de informatie en communicatie, was 12 procent software- en applicatieontwikkelaar. Daarnaast was 8,0 procent receptionist of telefonist, was 6,7 procent kelner of barpersoneel en 5,0 procent administratief medewerker.
Dat sluit deels aan bij de meest voorkomende beroepen in deze bedrijfstak. Veruit het meest voorkomende beroep van werknemers in de bedrijfstak informatie en communicatie is software- en applicatieontwikkelaar. Bijna een derde in deze bedrijfstak was werkzaam in dit beroep. Alle andere beroepen in de top vijf van deze bedrijfstak komen aanzienlijk minder voor: adviseurs marketing, public relations en sales (6,5 procent), journalisten (5,2 procent), databank- en netwerkspecialisten (4,9 procent) en gebruikersondersteuning ICT (4,7 procent).
Beroep | Software- en applicatieontwikkelaars (%) | Adviseurs marketing, public relations en sales (%) | Journalisten (%) | Databank- en netwerkspecialisten (%) | Gebruikersondersteuning ICT (%) |
---|---|---|---|---|---|
30,5 | 6,5 | 5,2 | 4,9 | 4,7 |
Verder wordt de uitstroom ook grotendeels bepaald door software- en applicatieontwikkelaars. Ruim een vijfde was werkzaam in dit beroep vóórdat ze uitstroomden uit de bedrijfstak informatie en communicatie. Door de technologische veranderingen zijn er steeds meer werkplekken voor software- en applicatieontwikkelaars, wat de dynamiek van mensen met dit beroep tussen bedrijfstakken bevordert. Er valt immers meer te kiezen dan voorheen. Bovendien komt uit eerder onderzoek van het CBS naar voren dat het beroep software- en applicatieontwikkelaar het sterkst is gegroeid onder hoogopgeleiden in de afgelopen jaren (CBS, 2022c).
Beroep bij instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Software- en applicatieontwikkelaars | Informatie en communicatie | 12,1 |
Receptionisten en telefonisten | Informatie en communicatie | 8,0 |
Kelners en barpersoneel | Informatie en communicatie | 6,7 |
Administratief medewerkers | Informatie en communicatie | 5,0 |
Vertegenwoordigers en inkopers | Informatie en communicatie | 5,0 |
Tussenkolom | Beroep bij uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Informatie en communicatie | Software- en applicatieontwikkelaars | 21,3 |
Informatie en communicatie | Adviseurs marketing, public relations en sales | 6,4 |
Informatie en communicatie | Receptionisten en telefonisten | 5,9 |
Informatie en communicatie | Boekhouders | 5,7 |
Informatie en communicatie | Radio- en televisietechnici | 4,1 |
Informatie en communicatie | 56,6 | |
5.3 In- en uitstroom in de bedrijfstak gezondheids- en welzijnzorg
Werknemers die tussen september 2018 en september 2019 vanuit een andere bedrijfstak doorstroomden naar de gezondheids- en welzijnszorg kwamen vooral uit de handel en uit de verhuur en overige zakelijke diensten. Van de instromers uit die bedrijfstak werkte ruim de helft (51,5 procent) in september 2018 als uitzendkracht. Ruim een kwart van de uitstromers kwam terecht in de verhuur en overige zakelijke diensten. Van hen ging de helft (49,7 procent) als uitzendkracht werken. Ruim 1 op de 7 uitstromers ging in de handel werken en bijna 1 op de 8 in het onderwijs.
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Handel | Gezondheids- en welzijnszorg | 28,8 |
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Gezondheids- en welzijnszorg | 25,0 |
Horeca | Gezondheids- en welzijnszorg | 11,3 |
Specialistische zakelijke diensten | Gezondheids- en welzijnszorg | 5,1 |
Onderwijs | Gezondheids- en welzijnszorg | 4,9 |
1) Waarvan 51,5 procent uitzendkracht 2) Waarvan 49,7 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Gezondheids- en welzijnszorg | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 26,4 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Handel | 15,4 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Onderwijs | 12,2 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 7,9 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Specialistische zakelijke diensten | 7,5 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 30,6 | |
1) Waarvan 51,5 procent uitzendkracht 2) Waarvan 49,7 procent uitzendkracht |
In de gezondheids- en welzijnszorg springen er twee beroepen uit die vaak voorkomen: verzorgenden (17,0 procent) en sociaal werkers en groeps- en woonbegeleiders (13,6 procent). Daarna volgen met 8,5 procent gespecialiseerd verpleegkundigen, 5,4 procent artsen en 5,2 procent leidsters kinderopvang en onderwijsassistenten.
Beroep | Verzorgenden (%) | Sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders (%) | Gespecialiseerd verpleegkundigen (%) | Artsen (%) | Leidsters kinderopvang en onderwijsassistenten (%) |
---|---|---|---|---|---|
17,0 | 13,6 | 8,5 | 5,4 | 5,2 |
De meest voorkomende beroepen van instromers uit andere bedrijfstakken zijn: verkoopmedewerkers detailhandel (13,8 procent), kelners en barpersoneel (8,6 procent), schoonmakers (7,0 procent), administratief medewerker (5,8) en laders, lossers en vakkenvullers (5,4 procent). Opvallend is dat dit allemaal beroepen zijn die op zich weinig met zorg en welzijn te maken hebben. Een eerste voorbeeld hiervan zijn de kelners en barpersoneel. Hierboven was al te zien dat relatief veel instromers afkomstig zijn uit de bedrijfstak horeca. Een tweede voorbeeld hiervan vormen de schoonmakers die - net als administratief medewerkers - een beroep hebben dat niet per se bedrijfsspecifiek is en even goed in andere bedrijfstakken kan worden uitgevoerd. Het overgrote deel van degenen die als schoonmaker zijn gaan werken in de bedrijfstak gezondheids- en welzijnszorg blijven daar hetzelfde beroep uitoefenen. Daarbij is de dynamiek onder schoonmakers vrij groot, ze komen ook terug in de top vijf van beroepen die uitstromen uit de gezondheids- en welzijnszorg.
Beroep bij instroom | Bedrijfstak | Waarde (%) |
---|---|---|
Verkoopmedewerkers detailhandel | Gezondheids- en welzijnszorg | 13,8 |
Kelners en barpersoneel | Gezondheids- en welzijnszorg | 8,6 |
Schoonmakers | Gezondheids- en welzijnszorg | 7,0 |
Administratief medewerkers | Gezondheids- en welzijnszorg | 5,8 |
Laders, lossers en vakkenvullers | Gezondheids- en welzijnszorg | 5,4 |
Tussenkolom | Beroep bij uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Gezondheids- en welzijnszorg | Verzorgenden | 9,9 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders | 9,6 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Schoonmakers | 9,1 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Leidsters kinderopvang en onderwijsassistenten | 8,7 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Maatschappelijk werkers | 5,0 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 57,7 | |
6. Samenvatting en conclusie
In de jaren tien is het aantal werknemers in Nederland gegroeid van 7,1 miljoen naar 7,7 miljoen. Die groei is niet gelijkelijk verdeeld over de verschillende bedrijfstakken. De grootste groeiers zijn de horeca, de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten en de informatie en communicatie. De grootste krimp deed zich voor bij de bouwnijverheid en de financiële dienstverlening, terwijl de industrie in groei achterbleef bij de overige bedrijfstakken.
De gemiddelde leeftijd is in tien jaar tijd in de meeste bedrijfstakken gestegen, het meest in het openbaar bestuur en overheidsdiensten. In meer dan de helft van de bedrijfstakken lag de gemiddelde leeftijd van werknemers in 2019 boven de 40 jaar. Alleen in de horeca ging de gemiddelde leeftijd in het verloop van tien jaar duidelijk naar beneden.
De arbeidsdynamiek in een bedrijfstak hangt samen met de gemiddelde leeftijd. Naarmate die lager ligt, is er meer wisseling. In bedrijfstakken met een hoge gemiddelde leeftijd is de uitstroom naar geen werknemer juist relatief groter ten opzichte van de instroom vanuit geen werknemer, en de dynamiek is lager.
In bijna alle bedrijfstakken is de doorstroom – dus instroom vanuit een andere bedrijfstak – belangrijker dan de instroom van niet-werknemers. Bij zowel de instroom als de uitstroom speelt de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten een prominente rol. In elke in- en uitstroom-top-vijf van bedrijfstakken is deze vertegenwoordigd. Dat heeft te maken met het feit dat uitzendbureaus onder deze bedrijfstak vallen. Uitzendkrachten die bijvoorbeeld in de industrie werkzaam zijn, zijn formeel in dienst bij een bedrijf in de verhuur en overige zakelijke diensten.
Voor drie bedrijfstakken is een nadere analyse uitgevoerd: informatie en communicatie, de industrie en de gezondheids- en welzijnszorg. Bij de gezondheids- en welzijnszorg is er - naast de genoemde bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten - zowel bij de in- als uitstroom relatief veel dynamiek met de bedrijfstakken handel en onderwijs. Bij informatie en communicatie en de industrie komt de handel ook vrij prominent naar voren als het gaat om in- en uitstroom. Daarnaast is er bij beide relatief veel dynamiek met de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten.
Bij een vergelijking van deze drie bedrijfstakken naar beroep valt allereerst op dat de top vijf van beroepen zowel bij de ICT als bij de zorg wordt beoefend door ongeveer de helft van de werknemers. In de industrie ligt dit anders; hier gaat het om ongeveer een kwart.
In de top vijf van beroepen van instromers staan beroepen die mensen met een bijbaantje vaak uitoefenen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kelners en barpersoneel, en om verkoopmedewerkers detailhandel. Vooral in de zorg is de instroom vanuit deze beroepen naar verhouding groot. Daarnaast zijn er veel beroepen in de top vijf die in meerdere bedrijfstakken voorkomen, zoals administratief medewerkers, schoonmakers en receptionisten en telefonisten. Deze beroepen zijn niet per se bedrijfsspecifiek en kunnen ook in andere bedrijfstakken worden uitgevoerd. Dat laatste geldt ook meer en meer voor software- en applicatie-ontwikkelaars: een beroep dat de afgelopen jaren door steeds meer mensen wordt beoefend en in steeds meer bedrijfstakken is gegroeid. Bij de zorg is er deels uitstroom van mensen met beroepen die te maken hebben met zorg, wat bijdraagt aan de dynamiek in dit beroep.
Technische toelichting
Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van registerinformatie over werknemers. Voor de uiteindelijke analyses zijn werknemers van 15 tot 75 jaar geselecteerd die in de Basisregistratie Personen (BRP) zitten. Er wordt steeds gekeken naar de laatste vrijdag van september van een jaar. Voor de stromen worden steeds twee jaren vergeleken. Omdat er een jaargrens zit tussen de twee momenten die worden vergeleken zijn er meer werknemers die van bedrijfstak veranderen dan in onderzoeken die januari en december van hetzelfde kalenderjaar met elkaar vergelijken. Voor de instroom wordt gepercenteerd op degenen die werknemer zijn in het tweede jaar, exclusief degenen die het jaar ervoor niet in de BRP zaten (waarschijnlijk immigranten), maar wel inclusief degenen die in het eerste jaar nog geen 15 waren. Voor de uitstroom wordt gepercenteerd op de werknemers in het eerste jaar, exclusief degenen die het jaar erna niet in de BRP zaten (waarschijnlijk emigranten of mensen die zijn overleden), maar wel inclusief degenen die in het jaar erna 75 jaar oud waren. De instroom en de uitstroom zijn dus niet op precies dezelfde groep gepercenteerd, maar het verschil tussen de groepen waarop is gepercenteerd is niet zo groot. Het kan echter voorkomen dat het percentage van de uitstroom iets groter is dan het percentage van de instroom, terwijl de absolute omvang van de instroom groter is dan de uitstroom.
Voor verandering van bedrijfstak wordt gekeken naar de bedrijfstak van de belangrijkste werkkring. Hierbij gaat het bijna altijd om een werkkring als werknemer. Omdat werknemers naast hun baan als werknemer ook zelfstandige kunnen zijn en die werkkring als zelfstandige belangrijker kan zijn dan de werkkring als werknemer, gaat het soms (bij ongeveer 1 procent) om de bedrijfstak waar men als zelfstandige werkt. Bij degenen die van bedrijfstak veranderen komt het iets vaker voor dat het in één van de bedrijfstakken gaat om die waar men als zelfstandige werkt (3,4 procent) en bij stromen van/naar landbouw, bosbouw en visserij en cultuur, sport en recreatie varieerde dat in 2018/2019 van 8,4 tot 16,9 procent. Bij uitzendkrachten gaat het om de bedrijfstak van het uitzendbureau (verhuur en overige zakelijke diensten). Als uitzendkrachten in dienst komen bij het bedrijf waarnaar ze zijn uitgeleend en dat bedrijf in een andere bedrijfstak zit dan het uitzendbureau, is er dus sprake van een wisseling van bedrijfstak. Verandert het bedrijf waarnaar een uitzendkracht wordt uitgeleend, dan is er geen wisseling van bedrijfstak, want de bedrijfstak blijft die van het uitzendbureau.
Over het aantal werknemers per bedrijfstak publiceert het CBS cijfers volgens Arbeidsrekeningen. De basis hiervoor is de Polisadministratie. Hierbij gaat het om het gemiddelde aantal werknemers per jaar. Er zijn echter geen cijfers van Arbeidsrekeningen over werknemersstromen. Om over werknemersstromen te kunnen publiceren zijn voor dit artikel analyses uitgevoerd op basis van gegevens uit de Polisadministratie, waarbij personen in de maand september in twee opeenvolgende jaren worden vergeleken. Om de standcijfers aan te laten sluiten bij de stroomcijfers zijn de standcijfers voor de maand september hier gepresenteerd op basis van vergelijkbare berekeningen. Daardoor wijken de hier gepubliceerde standcijfers af van de cijfers van Arbeidsrekeningen
Referenties
CBS. (2018). Mobiliteit van werknemers in en uit de financiële sector.
CBS. (2020). Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt: de focus op zekerheid.
CBS. (2022). Minder flexwerknemers dan voor de coronacrisis ondanks toename
CBS. (2022b). StatLine: Werkzame beroepsbevolking; bedrijf.
CBS. (2022c). Meer hoogopgeleiden en beroepsniveau steeg mee.
Bijlage
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Landbouw, bosbouw en visserij | 29,0 |
Handel | Landbouw, bosbouw en visserij | 25,3 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Landbouw, bosbouw en visserij | 9,1 |
Industrie | Landbouw, bosbouw en visserij | 6,8 |
Horeca | Landbouw, bosbouw en visserij | 5,0 |
1) Waarvan 68,4 procent uitzendkracht 2) Waarvan 61,9 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Landbouw, bosbouw en visserij | Handel | 23,6 |
Landbouw, bosbouw en visserij | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 21,3 |
Landbouw, bosbouw en visserij | Gezondheids- en welzijnszorg | 12,2 |
Landbouw, bosbouw en visserij | Industrie | 7,6 |
Landbouw, bosbouw en visserij | Bouwnijverheid | 6,1 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 29,2 | |
1) Waarvan 68,4 procent uitzendkracht 2) Waarvan 61,9 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Specialistische zakelijke diensten | Delfstoffenwinning | 25,9 |
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Delfstoffenwinning | 24,0 |
Industrie | Delfstoffenwinning | 17,9 |
Handel | Delfstoffenwinning | 10,4 |
Vervoer en opslag | Delfstoffenwinning | 5,9 |
1) Waarvan 50,6 procent uitzendkracht 2) Waarvan 51,0 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Delfstoffenwinning | Specialistische zakelijke diensten | 22,7 |
Delfstoffenwinning | Industrie | 17,1 |
Delfstoffenwinning | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 13,3 |
Delfstoffenwinning | Bouwnijverheid | 11,0 |
Delfstoffenwinning | Handel | 9,2 |
Delfstoffenwinning | 26,7 | |
1) Waarvan 50,6 procent uitzendkracht 2) Waarvan 51,0 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Industrie | 37,3 |
Handel | Industrie | 26,2 |
Specialistische zakelijke diensten | Industrie | 10,2 |
Horeca | Industrie | 4,7 |
Bouwnijverheid | Industrie | 4,0 |
1) Waarvan 73,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 64,0 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Industrie | Handel | 25,8 |
Industrie | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 24,0 |
Industrie | Specialistische zakelijke diensten | 12,1 |
Industrie | Bouwnijverheid | 7,3 |
Industrie | Gezondheids- en welzijnszorg | 6,0 |
Industrie | 24,9 | |
1) Waarvan 73,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 64,0 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Energievoorziening | 25,0 |
Specialistische zakelijke diensten | Energievoorziening | 19,3 |
Bouwnijverheid | Energievoorziening | 15,2 |
Handel | Energievoorziening | 8,1 |
Industrie | Energievoorziening | 7,4 |
1) Waarvan 53,9 procent uitzendkracht 2) Waarvan 37,2 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Energievoorziening | Specialistische zakelijke diensten | 21,1 |
Energievoorziening | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 16,4 |
Energievoorziening | Informatie en communicatie | 14,9 |
Energievoorziening | Handel | 8,4 |
Energievoorziening | Bouwnijverheid | 7,9 |
Energievoorziening | 31,3 | |
1) Waarvan 53,9 procent uitzendkracht 2) Waarvan 37,2 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Waterbedrijven en afvalbeheer | 39,7 |
Handel | Waterbedrijven en afvalbeheer | 13,6 |
Vervoer en opslag | Waterbedrijven en afvalbeheer | 8,4 |
Bouwnijverheid | Waterbedrijven en afvalbeheer | 8,0 |
Industrie | Waterbedrijven en afvalbeheer | 7,9 |
1) Waarvan 76,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 50,1 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Waterbedrijven en afvalbeheer | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 23,9 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | Handel | 15,5 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | Industrie | 11,8 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | Bouwnijverheid | 9,7 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | Vervoer en opslag | 9,3 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 29,7 | |
1) Waarvan 76,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 50,1 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Bouwnijverheid | 35,8 |
Handel | Bouwnijverheid | 17,3 |
Industrie | Bouwnijverheid | 11,1 |
Specialistische zakelijke diensten | Bouwnijverheid | 8,1 |
Onderwijs | Bouwnijverheid | 5,1 |
1) Waarvan 61,9 procent uitzendkracht 2) Waarvan 51,6 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Bouwnijverheid | Verhuur en overige zakelijke diensten 2) | 28,4 |
Bouwnijverheid | Handel | 16,2 |
Bouwnijverheid | Industrie | 13,3 |
Bouwnijverheid | Specialistische zakelijke diensten | 11,0 |
Bouwnijverheid | Vervoer en opslag | 4,4 |
Bouwnijverheid | 26,8 | |
1) Waarvan 61,9 procent uitzendkracht 2) Waarvan 51,6 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Handel | 31,8 |
Horeca | Handel | 17,7 |
Industrie | Handel | 10,9 |
Specialistische zakelijke diensten | Handel | 7,5 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Handel | 6,2 |
1) Waarvan 62,9 procent uitzendkracht 2) Waarvan 56,5 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Handel | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 25,0 |
Handel | Gezondheids- en welzijnszorg | 15,6 |
Handel | Horeca | 12,6 |
Handel | Industrie | 10,9 |
Handel | Specialistische zakelijke diensten | 7,9 |
Handel | 28,0 | |
1) Waarvan 62,9 procent uitzendkracht 2) Waarvan 56,5 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten 1) | Vervoer en opslag | 46,0 |
Handel | Vervoer en opslag | 20,3 |
Horeca | Vervoer en opslag | 6,3 |
Industrie | Vervoer en opslag | 5,5 |
Specialistische zakelijke diensten | Vervoer en opslag | 5,3 |
1) Waarvan 70,7 procent uitzendkracht 2) Waarvan 61,3 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Vervoer en opslag | Verhuur en overige zakelijke diensten 2) | 33,3 |
Vervoer en opslag | Handel | 20,8 |
Vervoer en opslag | Industrie | 8,2 |
Vervoer en opslag | Specialistische zakelijke diensten | 7,8 |
Vervoer en opslag | Gezondheids- en welzijnszorg | 6,4 |
Vervoer en opslag | 23,6 | |
1) Waarvan 70,7 procent uitzendkracht 2) Waarvan 61,3 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Handel | Horeca | 37,4 |
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Horeca | 31,5 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Horeca | 5,1 |
Cultuur, sport en recreatie | Horeca | 4,9 |
Specialistische zakelijke diensten | Horeca | 4,0 |
1) Waarvan 61,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 57,1 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Horeca | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 28,6 |
Horeca | Handel | 26,1 |
Horeca | Gezondheids- en welzijnszorg | 12,9 |
Horeca | Specialistische zakelijke diensten | 5,8 |
Horeca | Cultuur, sport en recreatie | 4,2 |
Horeca | 22,3 | |
1) Waarvan 61,0 procent uitzendkracht 2) Waarvan 57,1 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Informatie en communicatie | 24,6 |
Handel | Informatie en communicatie | 22,2 |
Specialistische zakelijke diensten | Informatie en communicatie | 18,9 |
Horeca | Informatie en communicatie | 6,2 |
Financiële dienstverlening | Informatie en communicatie | 5,0 |
1) Waarvan 44,7 procent uitzendkracht 2) Waarvan 33,7 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Informatie en communicatie | Specialistische zakelijke diensten | 21,8 |
Informatie en communicatie | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 20,2 |
Informatie en communicatie | Handel | 17,1 |
Informatie en communicatie | Industrie | 6,2 |
Informatie en communicatie | Financiële dienstverlening | 6,1 |
Informatie en communicatie | 28,6 | |
1) Waarvan 44,7 procent uitzendkracht 2) Waarvan 33,7 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Financiële dienstverlening | 29,9 |
Specialistische zakelijke diensten | Financiële dienstverlening | 23,1 |
Handel | Financiële dienstverlening | 12,7 |
Informatie en communicatie | Financiële dienstverlening | 9,1 |
Horeca | Financiële dienstverlening | 4,8 |
1) Waarvan 47,1 procent uitzendkracht 2) Waarvan 25,1 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Financiële dienstverlening | Specialistische zakelijke diensten | 29,5 |
Financiële dienstverlening | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 19,9 |
Financiële dienstverlening | Gezondheids- en welzijnszorg | 11,9 |
Financiële dienstverlening | Handel | 7,9 |
Financiële dienstverlening | Informatie en communicatie | 7,2 |
Financiële dienstverlening | 23,7 | |
1) Waarvan 47,1 procent uitzendkracht 2) Waarvan 25,1 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Verhuur en handel van onroerend goed | 23,6 |
Handel | Verhuur en handel van onroerend goed | 16,9 |
Specialistische zakelijke diensten | Verhuur en handel van onroerend goed | 12,0 |
Horeca | Verhuur en handel van onroerend goed | 10,2 |
Financiële dienstverlening | Verhuur en handel van onroerend goed | 8,3 |
1) Waarvan 43,6 procent uitzendkracht 2) Waarvan 43,2 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Verhuur en handel van onroerend goed | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 17,3 |
Verhuur en handel van onroerend goed | Specialistische zakelijke diensten | 13,1 |
Verhuur en handel van onroerend goed | Handel | 12,7 |
Verhuur en handel van onroerend goed | Gezondheids- en welzijnszorg | 10,5 |
Verhuur en handel van onroerend goed | Horeca | 8,6 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 37,9 | |
1) Waarvan 43,6 procent uitzendkracht 2) Waarvan 43,2 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Specialistische zakelijke diensten | 23,1 |
Handel | Specialistische zakelijke diensten | 18,4 |
Financiële dienstverlening | Specialistische zakelijke diensten | 9,7 |
Informatie en communicatie | Specialistische zakelijke diensten | 9,2 |
Industrie | Specialistische zakelijke diensten | 8,5 |
1) Waarvan 48,6 procent uitzendkracht 2) Waarvan 42,2 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Specialistische zakelijke diensten | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 18,9 |
Specialistische zakelijke diensten | Handel | 14,5 |
Specialistische zakelijke diensten | Industrie | 11,7 |
Specialistische zakelijke diensten | Informatie en communicatie | 10,4 |
Specialistische zakelijke diensten | Financiële dienstverlening | 7,7 |
Specialistische zakelijke diensten | 36,8 | |
1) Waarvan 48,6 procent uitzendkracht 2) Waarvan 42,2 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Handel | Verhuur en overige zakelijke diensten | 28,5 |
Horeca | Verhuur en overige zakelijke diensten | 15,5 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Verhuur en overige zakelijke diensten | 8,6 |
Industrie | Verhuur en overige zakelijke diensten | 8,2 |
Specialistische zakelijke diensten | Verhuur en overige zakelijke diensten | 7,8 |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten | Handel | 18,8 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | Industrie | 13,0 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | Gezondheids- en welzijnszorg | 11,3 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | Horeca | 9,0 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | Vervoer en opslag | 8,5 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | 39,4 | |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 36,0 |
Handel | Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 11,0 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 11,0 |
Specialistische zakelijke diensten | Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 9,9 |
Industrie | Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 6,7 |
1) Waarvan 52,2 procent uitzendkracht 2) Waarvan 47,7 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 22,2 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | Gezondheids- en welzijnszorg | 16,5 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | Specialistische zakelijke diensten | 10,3 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | Industrie | 10,2 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | Handel | 10,1 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 30,7 | |
1) Waarvan 52,2 procent uitzendkracht 2) Waarvan 47,7 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Onderwijs | 23,2 |
Handel | Onderwijs | 18,0 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Onderwijs | 17,3 |
Horeca | Onderwijs | 8,2 |
Specialistische zakelijke diensten | Onderwijs | 7,5 |
1) Waarvan 56,4 procent uitzendkracht 2) Waarvan 51,5 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Onderwijs | Gezondheids- en welzijnszorg | 19,2 |
Onderwijs | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 18,6 |
Onderwijs | Specialistische zakelijke diensten | 11,6 |
Onderwijs | Handel | 8,4 |
Onderwijs | Bouwnijverheid | 7,4 |
Onderwijs | 34,8 | |
1) Waarvan 56,4 procent uitzendkracht 2) Waarvan 51,5 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Handel | Gezondheids- en welzijnszorg | 28,8 |
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Gezondheids- en welzijnszorg | 25,0 |
Horeca | Gezondheids- en welzijnszorg | 11,3 |
Specialistische zakelijke diensten | Gezondheids- en welzijnszorg | 5,1 |
Onderwijs | Gezondheids- en welzijnszorg | 4,9 |
1) Waarvan 51,5 procent uitzendkracht 2) Waarvan 49,7 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Gezondheids- en welzijnszorg | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 26,4 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Handel | 15,4 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Onderwijs | 12,2 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 7,9 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Specialistische zakelijke diensten | 7,5 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 30,6 | |
1) Waarvan 51,5 procent uitzendkracht 2) Waarvan 49,7 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Handel | Cultuur, sport en recreatie | 23,7 |
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Cultuur, sport en recreatie | 22,8 |
Horeca | Cultuur, sport en recreatie | 16,8 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Cultuur, sport en recreatie | 6,9 |
Specialistische zakelijke diensten | Cultuur, sport en recreatie | 5,5 |
1) Waarvan 53,2 procent uitzendkracht 2) Waarvan 50,8 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Cultuur, sport en recreatie | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 20,5 |
Cultuur, sport en recreatie | Handel | 16,3 |
Cultuur, sport en recreatie | Horeca | 13,8 |
Cultuur, sport en recreatie | Gezondheids- en welzijnszorg | 13,0 |
Cultuur, sport en recreatie | Onderwijs | 8,6 |
Cultuur, sport en recreatie | 27,7 | |
1) Waarvan 53,2 procent uitzendkracht 2) Waarvan 50,8 procent uitzendkracht |
Bedrijfstak voor instroom | Waarde (%) | |
---|---|---|
Handel | Overige dienstverlening | 21,4 |
Verhuur en overige zakelijke diensten1) | Overige dienstverlening | 19,5 |
Gezondheids- en welzijnszorg | Overige dienstverlening | 15,4 |
Horeca | Overige dienstverlening | 10,3 |
Specialistische zakelijke diensten | Overige dienstverlening | 7,2 |
1) Waarvan 58,1 procent uitzendkracht 2) Waarvan 49,9 procent uitzendkracht |
Tussenkolom | Bedrijfstak na uitstroom | Waarde (%) |
---|---|---|
Overige dienstverlening | Gezondheids- en welzijnszorg | 23,5 |
Overige dienstverlening | Verhuur en overige zakelijke diensten2) | 16,3 |
Overige dienstverlening | Handel | 14,8 |
Overige dienstverlening | Specialistische zakelijke diensten | 7,3 |
Overige dienstverlening | Horeca | 6,6 |
Overige dienstverlening | 34,4 | |
1) Waarvan 58,1 procent uitzendkracht 2) Waarvan 49,9 procent uitzendkracht |