6 Conclusie
In de nieuwe aanpak is gebruik gemaakt van meer recente (maandelijkse) data van immigratie naar migratieachtergrond in plaats data naar migratiemotief die minder snel beschikbaar zijn en ook alleen op jaarbasis. Verder is het aantal prognosegroepen waarover gepubliceerd wordt uitgebreid van 11 naar 13.
De immigratie van mensen met een eerste generatie migratieachtergrond wordt opgesplitst in asielimmigratie en niet-asielimmigratie. Het aantal toekomstige asielimmigranten voor Nederland wordt bepaald op basis van asielverzoeken in West-Europese landen en verdeeld naar de 13 prognosegroepen. Het aantal toekomstige niet-asielimmigranten wordt, per prognosegroep, via regressiemodellen geschat. In deze modellen wordt rekening gehouden met een trendmatige groei in de immigratie, de economische situatie in Nederland en specifieke factoren voor bepaalde groepen zoals toetreding tot de EU en de Brexit. De immigratie van mensen met een Nederlandse achtergrond en mensen met een tweede generatie migratieachtergrond wordt geschat met behulp van emigratiecijfers en terugkeercijfers. In de Bevolkingsprognose 2020-2070 worden voor de lange termijn in totaal ruim 290 duizend immigranten per jaar verwacht.
Sinds het begin van de coronapandemie is de immigratie naar Nederland gedaald. Daarom wordt voor de korte termijn verwacht dat de immigratie hierdoor lager zal liggen. Hiervoor zijn specifieke veronderstellingen opgesteld op basis van maandelijkse cijfers van de immigratie tot en met oktober 2020 en aannames over onder andere de duur van de pandemie, gewenning aan de situatie door immigranten en overheden en de economische effecten.
De toekomstige ontwikkeling van de internationale immigratie is erg onzeker. Het aantal immigranten kan van jaar tot jaar sterk veranderen, hetgeen onder meer samenhangt met de economische ontwikkelingen, internationale conflicten en regelgeving in Nederland en elders. De immigratie is daarom moeilijk voorspelbaar. De veronderstellingen voor de immigratie moeten dan ook gezien worden als een schatting van het structurele niveau waaromheen de migratieaantallen zullen fluctueren. Ook de inschatting van dit structurele niveau zelf kent grote onzekerheden. De veronderstellingen worden daarom regelmatig getoetst aan de waargenomen ontwikkelingen en zo nodig bijgesteld.