5. Conclusie
De analyse heeft aangetoond dat mensen die geen baan hebben na een scheiding vaker naar werk zoeken en/of beschikbaar zijn voor werk dan mensen die niet uit elkaar gingen. Vooral gescheiden vrouwen zonder werk hebben te maken met een relatief groot inkomensverlies. De samenhang tussen inkomen en zoekinspanning is voor gescheidenen niet rechtlijnig in de zin dat een hoger inkomen altijd een lagere zoekinspanning betekent. Pas vanaf een inkomen van 40 tot 45 duizend euro is dit het geval.
Scheiding gaat ook vaker samen met arbeidsomstandigheden die niet zo standaard zijn als het hebben van meerdere werkkringen, werken buiten kantooruren en in een flexibele baan, maar ook met meer uren willen werken. Missen en verwaarlozen van werk door familie- en gezinsverantwoordelijkheden komt bij gescheiden werknemers relatief vaak voor, evenals werkgerelateerde psychische vermoeidheid en verzuim door psychische klachten.
Vaker zoeken, vaker werken buiten kantooruren gebeurde ook al vóór de scheiding en vooral bij vrouwen. Of dit wijst op anticipeergedrag om een verwacht welvaartsverlies na de scheiding op te vangen kan op basis van de cijfers niet worden vastgesteld. De relatief grotere zorgen vóór de scheiding om de baan te kunnen behouden passen bij een mogelijk anticiperen.
De hoogte van het inkomen, een jong kind thuis of een nieuwe partner kunnen de samenhang tussen scheiding en arbeidsomstandigheden, de arbeidsbeleving en de gezondheid versterken of verzwakken. Aan de onderkant van de inkomensverdeling is de zoekinspanning bij niet-werkende gescheidenen en het aandeel dat werkt in meerdere banen en het aandeel dat regelmatig buiten kantooruren relatief hoog. Naarmate het inkomen hoger is komt dit aandeel steeds meer overeen met dat van samenblijvers. In de onderste klasse, waarin vrouwen zijn oververtegenwoordigd, zijn de inkomensverliezen voor de gescheidenen het grootst. Voor de meeste doelvariabelen een jaar na de scheiding maakt een kind onder de 12 jaar in het huishouden niet veel uit. Datzelfde geldt voor een nieuwe partner. Uitzonderingen zijn het regelmatig werken buiten kantooruren en ziekteverzuim vanwege psychische of soortgelijke klachten. Met een jong kind komt het werken buiten kantooruren minder vaak voor, terwijl verzuim vanwege psychische klachten juist vaker voorkomt. Gescheiden personen die een nieuwe partner hebben gevonden, verschillen minder van personen die samenbleven als het gaat om meer uren willen werken (werkenden), zorg om het behoud van de baan en ziekteverzuim vanwege psychische klachten.