6. Conclusie
De bevindingen laten zien dat de meeste mensen (96 procent) regelmatig, dat wil zeggen minstens wekelijks, contact hebben met vrienden, familie of buren. Ruim de helft heeft elke dag contact met anderen, en dat gebeurt meer met appen of chatten dan met een persoonlijk contact. Het aandeel dat dagelijks contact heeft met familie of vrienden fluctueert sinds 2012 rond de 30 procent. Dagelijks contact met buren is afgenomen van bijna een vijfde in 2012 tot 13 procent in 2018.
Ondanks deze contactfrequentie wenst 36 procent meer contact met familie en 41 procent met vrienden of kennissen. Het aandeel dat buren vaker wil zien is met 17 procent lager.Uit de resultaten blijkt verder dat naarmate de contactfrequentie afneemt, de behoefte aanmeer contact groter wordt. Dit is vooral bij contact met familie en vrienden het geval, en iets minder bij buren. Ook doet de vorm ertoe. Vooral als er weinig persoonlijk contact is met de familie, is daar meer behoefte aan. Bij de mensen die hun vrienden nooit zien is deze behoefte aan vaker contact gemiddeld.
Mensen zijn over het algemeen duidelijk tevreden met hun contacten; voor vrienden contact is het gemiddelde rapportcijfer een 8,3 en voor contact met familie is dit een 8,1. Dat is ook te zien in het aandeel dat een 7 of hoger scoort, en daarmee als tevreden wordt gezien.
Er zijn tussen de bevolkingsgroepen geen grote verschillen in de mate van tevredenheid met familiecontact. Met vrienden zijn vrouwen, mensen met een Nederlandse achtergrond,hoger opgeleiden en werkenden net wat tevredener dan de tegenhangende bevolkingsgroepen.
Ten slotte laat dit onderzoek zien dat hoe frequenter mensen met familie en – in wat mindere mate – met vrienden contact hebben, hoe tevredener zij daarover zijn.
De bevindingen leren dus vooral dat, hoewel slechts een kleine groep geen sociale contacten heeft, velen nog vaker andere mensen zouden willen zien, spreken of daar opeen andere manier mee willen communiceren. Meer contact betekent ook meer kwaliteit in die zin dat men daar tevredener over is, en dat is gunstig voor het persoonlijke welzijn.Daarmee worden de bevindingen uit andere studies bevestigd. Sociale contacten vormenbouwstenen voor de sociale cohesie in de samenleving. De onderlinge contacten, de waardering hiervoor, en de behoefte hieraan wijzen niet op zwakke sociale bindingen inde samenleving. Echter, het is wel zo dat de regelmatige contacten met de buren vanaf 2012 zijn afgenomen, en ook is er weinig animo om het burencontact te intensiveren.Daarnaast verschillen zowel de kwantiteit als kwaliteit van de sociale contacten tussen bevolkingsgroepen. Om de sociale cohesie te stimuleren zou het beleid dus vooral gericht moeten zijn op de groepen met een lage frequentie of waardering van sociaal contact.