4. Kwaliteit van sociale contacten
Meeste mensen tevreden met hun sociale contacten
Aan de mensen die minstens één keer per maand contact hebben met hun familie en met vrienden is gevraagd om een rapportcijfer te geven voor dat contact. Degenen die minstens één keer per maand contact hebben met familie waarderen dit met gemiddeld een 8,1. Ruim 9 van de 10 geven het familiecontact een 7 of meer, en worden daarmee als tevreden geclassificeerd. Voor het vriendencontact geven de respondenten gemiddeld een 8,3. Vrijwel iedereen (96 procent) geeft een 7 of hoger.
Aan alle respondenten is gevraagd naar de mate van tevredenheid met hun sociale leven,dus inclusief de mensen die nauwelijks contacten hebben met familieleden en/of vrienden. Met een 7,7 is deze waardering een ruime voldoende. Ook nu blijkt dat een ruime meerderheid (82 procent) minstens een 7 geeft voor hun sociale leven.
Tevreden (%) | Niet tevreden, niet ontevreden (%) | Ontevreden (%) | |
---|---|---|---|
Contact familie | 91,6 | 7,1 | 1,2 |
Contact vrienden | 96,3 | 3,4 | 0,4 |
Sociale leven algemeen | 83,3 | 12,4 | 4,3 |
Noot: Tevredenheid met familie/vriendencontact is alleen gevraagd aan degenen die minstens 1x per maand contact hebben. |
De verschillen tussen de bevolkingsgroepen in de tevredenheid met hun familiecontact zijn relatief klein. Ook al zijn sommige groepen wat minder tevreden, dan nog is het percentage dat wel tevreden is erg hoog (zie tabel 4). Het minst tevreden over hun contact met familie zijn 45- tot 55-jarigen en mensen uit de laagste inkomensgroep. Degenen uit de hoogste inkomensgroep, de jongste leeftijdsgroepen tot 35 jaar én de 65-plussers zijn juist wat vaker tevreden met het contact dat zij hebben met familie.
Bij de tevredenheid over contacten met vrienden zijn er wat meer verschillen tussen de bevolkingsgroepen. Vrouwen, mensen met een Nederlandse achtergrond, hoogopgeleiden, mensen in de hoogste inkomensgroep en werkenden zijn net iets meer tevreden met vriendencontact dan respectievelijk mannen, mensen met een migratieachtergrond, laagopgeleiden, mensen uit de laagste inkomensgroep en mensen zonder betaald werk.