3. Behoefte aan vaker sociaal contact
Mensen willen vooral meer contact met vrienden
Ondanks de hoge contactfrequentie, geeft 36 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder aan dat ze vaker contact met familie willen. Het aandeel dat meer contact wil met vrienden is met 41 procent hoger. Dat kan komen door het hogere aandeel dat reeds frequent contact met familie heeft (zie paragraaf 2.1). De behoefte aan meer contact met buren is aanmerkelijk lager dan bij vrienden en familie: 16,5 procent zou hen vaker willen zien of spreken.Opgemerkt moet worden dat het aandeel dat niet kan of wil aangeven of ze familie,vrienden of buren vaker zouden willen zien relatief hoog is; voor familie en buren is dat 8 procent en voor vrienden 7 procent. In dit artikel zijn alleen de gegevens meegenomen van mensen die wel antwoord konden en wilden geven op deze vraag.
Vooral jongeren en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zouden, ondanks hun relatief hoge contactfrequentie, meer contact willen met familie, vrienden en buren (zie tabel 3). Mensen in de laagste inkomensgroep wensen meer contact met familie en buren dan mensen in de hogere inkomensgroepen, en vrouwen hebben meer behoefte aan vaker contact met familie dan mannen. 55-plussers hebben minder behoefte aan frequenter contact met familie, vrienden of buren dan jongere leeftijdsgroepen.
Hoe vaker contact, hoe minder de behoefte aan vaker contact
Naarmate de contactfrequentie toeneemt, neemt de behoefte aan meer contact af. Dat was ook het geval in 2012 (Kloosterman en Van der Houwen, 2014). Zo heeft ruim 32 procent van de mensen die dagelijks hun familie zien of spreken behoefte aan vaker contact met hen (zie tabel 5). Bij de groep die hun familie wekelijks contacteert is dit 36 procent, en bij de groep die hun familie één keer of minder per maand contacteert wil 46 procent dat. Bij de mensen die hun familie of vrienden nooit zien is deze behoefte aan meer contact gemiddeld.
Contactfrequentie | Ja, behoefte aan meer contact (%) | Nee, geen behoefte aan (%) | |
---|---|---|---|
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | dagelijks | 31,8 | 68,2 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minstens 1x per week, maar niet dagelijks | 36,0 | 64,0 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minstens 1x per maand, maar niet wekelijks | 42,9 | 57,1 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minder dan 1x per maand | 46,3 | 53,7 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | zelden of nooit | 37,8 | 62,2 |
Bij de behoefte aan meer contact met vrienden is hetzelfde patroon te zien als bij familie:hoe minder contact, hoe meer behoefte er is aan vaker contact (zie tabel 6). Bij vriendencontact zijn de verschillen wel wat kleiner. De behoefte aan meer contact met de buren is sowieso lager dan bij vrienden en familie. De verschillen zijn hier nog kleiner.
Mensen met zelden persoonlijk contact hebben relatief veel behoefte aan meer familiecontact
Nadere analyses (niet gepresenteerd in tabellen) leren dat bij mensen die hun familie zelden of nooit persoonlijk zien, er een grote behoefte is aan vaker contact met hen. Een grote meerderheid van bijna 7 op de 10 geeft dit te kennen. Bij de mensen die zelden met hun familie bellen of appen is deze behoefte veel lager: 28 procent geeft aan meer contact te willen met familie. Wel geldt ook bij hen dat hoe vaker ze bellen of appen, hoe minderde behoefte aan vaker contact is.Bij vriendencontact blijkt dat mensen die zelden of nooit persoonlijk contact hebben,bellen en vooral zelden of nooit appen relatief weinig behoefte hebben aan vaker contact met vrienden.