Sociaal contact: kwantiteit en kwaliteit
Over deze publicatie
Dit artikel gaat over hoe vaak en op welke manier mensen contact hebben met familie, vrienden en buren. Ook is nagegaan in welke mate mensen vaker contact zouden willen en hoe mensen het contact waarderen.Dit is een artikel in de CBS-reeks Statistische Trends.
1. Inleiding
Naast het belang voor de samenleving, is eerder ook aangetoond dat het onderhouden van sociaal contact met naasten en het gevoel belangrijk te zijn voor anderen ons gelukkiger maakt en meer tevreden met het sociale leven (Mars en Schmeets, 2011; CBS, 29 december 2016; 21 juni 2018). Resultaten uit het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn uit 2018 tonen aan dat meer dan 80 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder regelmatig – dat is minstens wekelijks – contact heeft met een familielid buiten het eigen huishouden (CBS,2019). Dat kan op verschillende manieren: een ontmoeting, bellen, het versturen van een app of een chatbericht, of schrijven per e-mail of een traditionele brief die per post wordt verstuurd. Ook heeft een grote meerderheid van 85 procent regelmatig contact met een vriend of goede kennis. De contacten met de buren zijn minder frequent: 58 procent onderhoudt dit wekelijks of vaker.
Het deel dat niet regelmatig contact heeft met een familielid, vriend of buur blijft beperkt tot 4 procent. Geen of nauwelijks contacten kan duiden op eenzaamheid, een sociaal isolement of sociale uitsluiting. Frequent, dat wil zeggen dagelijks, contact wordt juist in verband gebracht met meer tevredenheid en geluk. Eerder onderzoek wees uit dat een hoge frequentie ook samengaat met minder oppervlakkig contact en dat mensen die frequent contact hebben ook vaker anderen om zich heen hebben die hen begrijpen (Kloosterman en Van der Houwen, 2014). Het is echter nog niet duidelijk of meer frequent contact ook samengaat met een hogere waardering van dat contact.
In dit artikel wordt gedetailleerd ingegaan op de sociale contacten door zowel de frequentie ervan te belichten alsook de kwaliteit. Dat laatste gebeurt in de vorm van de waardering die personen geven aan hun contacten. Eerst komen ontwikkelingen in de sociale contacten aan de orde en worden de verschillen tussen bevolkingsgroepen in frequent sociaal contact beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op de behoefte aan vaker contact met anderen. Daarna komt de relatie tussen de frequentie van de contacten en de eigen waardering daarvan aan bod. Het artikel eindigt met conclusies.
2. Kwantiteit en wijze van sociaal contact
Meeste mensen hebben regelmatig sociaal contact
Sinds 2012 heeft zo’n 96 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder minstens één keer per week contact met iemand van de familie, vrienden of buren. Voor familie ligt dit aandeel sinds 2013 rond de 83 procent. Dit was alleen in 2012 iets hoger (85 procent). Ook vriendencontact is over de jaren stabiel; driekwart ziet, belt, of appt minstens elke week met hen. Het aandeel dat wekelijks contact met buren onderhoudt is lager en in de loop van de jaren afgenomen; in 2012 had twee derde van de bevolking nog elke week contact met de buren; in 2018 was dat nog 58 procent (CBS StatLine, 2019).
Contact | Contact met familie (%) | Contact met vrienden (%) | Contact met buren (%) |
---|---|---|---|
2012 | 32,0 | 31,2 | 19,4 |
2013 | 28,8 | 28,0 | 18,2 |
2014 | 29,1 | 28,5 | 16,2 |
2015 | 30,2 | 29,6 | 15,5 |
2016 | 31,7 | 29,0 | 14,8 |
2017 | 30,5 | 29,4 | 14,1 |
2018 | 33,6 | 28,8 | 13,3 |
Ruim de helft heeft dagelijks contact met een familielid, vriend of buur. Dit was in 2012 met 56 procent wat hoger dan in de jaren daarna (52 à 53 procent). Die lichte afname heeft vooral te maken met het dalende aandeel dat elke dag de buren contacteerde; van bijna 20 procent in 2012 tot 13 procent in 2018. Bij vrienden en familie fluctueerde dit aandeel over de jaren rond 30 procent (CBS StatLine, 2019).
Frequent sociaal contact vooral per WhatsApp of chat
Zowel met familie als met vrienden hebben mensen in 2017 het vaakst dagelijks contact via WhatsApp, sms of chat. Van dit medium maakt 32 procent dagelijks gebruik om contact met familie te maken, tegenover 16 procent die dat per telefoon doet. Bijna 8 procent gaat voor een persoonlijke ontmoeting (zie tabel 1 in bijlage).Ditzelfde patroon is te zien bij vriendencontact; ongeveer een derde van de respondenten appt of chat elke dag en ruim een tiende pakt de telefoon of zoekt persoonlijk contact met vrienden (zie tabel 2). Elke dag schrijven of mailen met naasten gebeurt vrijwel niet. Dit medium leent zich kennelijk beter voor wekelijks contact; ruim een tiende mailt of schrijft elke week met familie of vrienden.
Vooral vrouwen, 25- tot 35-jarigen, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond,mensen in de laagste inkomensgroep en alleenstaanden hebben frequent contact met hun familie (zie tabel 1). Vrouwen en 25- tot 35-jarigen hebben daarbij een voorkeur voor bellen en appen. Ouderen en in mindere mate mannen hebben bij dagelijks vriendencontact een voorkeur voor persoonlijk contact. Jongeren, mensen in de laagste inkomensgroep en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben het vaakst contact met vrienden. Dit geldt zowel voor persoonlijk contact, als bellen en appen.
3. Behoefte aan vaker sociaal contact
Mensen willen vooral meer contact met vrienden
Ondanks de hoge contactfrequentie, geeft 36 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder aan dat ze vaker contact met familie willen. Het aandeel dat meer contact wil met vrienden is met 41 procent hoger. Dat kan komen door het hogere aandeel dat reeds frequent contact met familie heeft (zie paragraaf 2.1). De behoefte aan meer contact met buren is aanmerkelijk lager dan bij vrienden en familie: 16,5 procent zou hen vaker willen zien of spreken.Opgemerkt moet worden dat het aandeel dat niet kan of wil aangeven of ze familie,vrienden of buren vaker zouden willen zien relatief hoog is; voor familie en buren is dat 8 procent en voor vrienden 7 procent. In dit artikel zijn alleen de gegevens meegenomen van mensen die wel antwoord konden en wilden geven op deze vraag.
Vooral jongeren en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zouden, ondanks hun relatief hoge contactfrequentie, meer contact willen met familie, vrienden en buren (zie tabel 3). Mensen in de laagste inkomensgroep wensen meer contact met familie en buren dan mensen in de hogere inkomensgroepen, en vrouwen hebben meer behoefte aan vaker contact met familie dan mannen. 55-plussers hebben minder behoefte aan frequenter contact met familie, vrienden of buren dan jongere leeftijdsgroepen.
Hoe vaker contact, hoe minder de behoefte aan vaker contact
Naarmate de contactfrequentie toeneemt, neemt de behoefte aan meer contact af. Dat was ook het geval in 2012 (Kloosterman en Van der Houwen, 2014). Zo heeft ruim 32 procent van de mensen die dagelijks hun familie zien of spreken behoefte aan vaker contact met hen (zie tabel 5). Bij de groep die hun familie wekelijks contacteert is dit 36 procent, en bij de groep die hun familie één keer of minder per maand contacteert wil 46 procent dat. Bij de mensen die hun familie of vrienden nooit zien is deze behoefte aan meer contact gemiddeld.
Contactfrequentie | Ja, behoefte aan meer contact (%) | Nee, geen behoefte aan (%) | |
---|---|---|---|
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | dagelijks | 31,8 | 68,2 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minstens 1x per week, maar niet dagelijks | 36,0 | 64,0 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minstens 1x per maand, maar niet wekelijks | 42,9 | 57,1 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minder dan 1x per maand | 46,3 | 53,7 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | zelden of nooit | 37,8 | 62,2 |
Bij de behoefte aan meer contact met vrienden is hetzelfde patroon te zien als bij familie:hoe minder contact, hoe meer behoefte er is aan vaker contact (zie tabel 6). Bij vriendencontact zijn de verschillen wel wat kleiner. De behoefte aan meer contact met de buren is sowieso lager dan bij vrienden en familie. De verschillen zijn hier nog kleiner.
Mensen met zelden persoonlijk contact hebben relatief veel behoefte aan meer familiecontact
Nadere analyses (niet gepresenteerd in tabellen) leren dat bij mensen die hun familie zelden of nooit persoonlijk zien, er een grote behoefte is aan vaker contact met hen. Een grote meerderheid van bijna 7 op de 10 geeft dit te kennen. Bij de mensen die zelden met hun familie bellen of appen is deze behoefte veel lager: 28 procent geeft aan meer contact te willen met familie. Wel geldt ook bij hen dat hoe vaker ze bellen of appen, hoe minderde behoefte aan vaker contact is.Bij vriendencontact blijkt dat mensen die zelden of nooit persoonlijk contact hebben,bellen en vooral zelden of nooit appen relatief weinig behoefte hebben aan vaker contact met vrienden.
4. Kwaliteit van sociale contacten
Meeste mensen tevreden met hun sociale contacten
Aan de mensen die minstens één keer per maand contact hebben met hun familie en met vrienden is gevraagd om een rapportcijfer te geven voor dat contact. Degenen die minstens één keer per maand contact hebben met familie waarderen dit met gemiddeld een 8,1. Ruim 9 van de 10 geven het familiecontact een 7 of meer, en worden daarmee als tevreden geclassificeerd. Voor het vriendencontact geven de respondenten gemiddeld een 8,3. Vrijwel iedereen (96 procent) geeft een 7 of hoger.
Aan alle respondenten is gevraagd naar de mate van tevredenheid met hun sociale leven,dus inclusief de mensen die nauwelijks contacten hebben met familieleden en/of vrienden. Met een 7,7 is deze waardering een ruime voldoende. Ook nu blijkt dat een ruime meerderheid (82 procent) minstens een 7 geeft voor hun sociale leven.
Tevreden (%) | Niet tevreden, niet ontevreden (%) | Ontevreden (%) | |
---|---|---|---|
Contact familie | 91,6 | 7,1 | 1,2 |
Contact vrienden | 96,3 | 3,4 | 0,4 |
Sociale leven algemeen | 83,3 | 12,4 | 4,3 |
Noot: Tevredenheid met familie/vriendencontact is alleen gevraagd aan degenen die minstens 1x per maand contact hebben. |
De verschillen tussen de bevolkingsgroepen in de tevredenheid met hun familiecontact zijn relatief klein. Ook al zijn sommige groepen wat minder tevreden, dan nog is het percentage dat wel tevreden is erg hoog (zie tabel 4). Het minst tevreden over hun contact met familie zijn 45- tot 55-jarigen en mensen uit de laagste inkomensgroep. Degenen uit de hoogste inkomensgroep, de jongste leeftijdsgroepen tot 35 jaar én de 65-plussers zijn juist wat vaker tevreden met het contact dat zij hebben met familie.
Bij de tevredenheid over contacten met vrienden zijn er wat meer verschillen tussen de bevolkingsgroepen. Vrouwen, mensen met een Nederlandse achtergrond, hoogopgeleiden, mensen in de hoogste inkomensgroep en werkenden zijn net iets meer tevreden met vriendencontact dan respectievelijk mannen, mensen met een migratieachtergrond, laagopgeleiden, mensen uit de laagste inkomensgroep en mensen zonder betaald werk.
5. Hoe meer contact, hoe beter?
Hoe vaker contact met familie of vrienden, hoe tevredener daarover
De resultaten leren dat naarmate mensen meer contact hebben met familie en vrienden, ze tevredener zijn over dat contact. Het duidelijkst is dat te zien bij familiecontact. Van de mensen die dagelijks contact hebben met familie, is 95 procent tevreden. Van degenen die wekelijks maar niet dagelijks contact hebben is dat 92 procent en van de mensen die minstens één keer per maand maar niet wekelijks familiecontact hebben is 81 procent er tevreden mee.
Contactfrequentie | Ontevreden (%) | Niet tevreden, niet ontevreden (%) | Tevreden (%) | |
---|---|---|---|---|
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | dagelijks | 0,6 | 4,2 | 95,2 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minstens 1x per week, maar niet dagelijks | 1,2 | 6,7 | 92,1 |
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen? | minstens 1x per maand, maar niet wekelijks, | 2,8 | 16,4 | 80,9 |
Van de mensen die dagelijks contact hebben met vrienden, is 98 procent tevreden over dat contact. Dat aandeel neemt eveneens af naarmate het contact minder frequent is. Van de mensen die minstens wekelijks hun vrienden contacteren, maar dat niet elke dag doen, is dat 96 procent en van degenen die hun vrienden één keer per maand spreken is 93 procent tevreden. Deze verschillen zijn wat kleiner dan bij de familiecontacten. Dit kan komen doordat er bij vriendencontact meer een bewuste én vrije keuze zit achter met wie en hoe vaak men daar mee omgaat. Bij familiecontact en vooral als dat één keer per maand plaatsvindt, kan het om obligate contacten gaan.
Tevredenheid gaat samen met frequentie persoonlijk contact
Nadere analyses (hier niet in tabellen weergegeven) wijzen uit dat vooral de frequentie van het persoonlijk contact met familie van belang is voor de tevredenheid daarover. Van de mensen die hun familie elke dag ontmoeten is 95 procent tevreden met familiecontact.Van degenen die hun familie bijna nooit zien is, maar wel op een andere manier contact met hun familie hebben, is dat 80 procent.
Bij vrienden is deze relatie nog sterker. De mensen die zelden of nooit persoonlijk contact hebben met vrienden zijn met 70 procent het minst vaak tevreden met vriendencontact, ook al hebben zij minstens één keer per maand contact op een andere manier. Bij de mensen die elkaar elke dag ontmoeten is dit aandeel tevredenen 87 procent.
De vraag naar tevredenheid met contact is niet gesteld aan mensen die minder dan één keer per maand contact hebben met familie of vrienden. Wel is hen, net als degenen met frequenter contact, gevraagd naar de tevredenheid met hun sociale leven in zijn algemeenheid (zie tabel 5 en 6). Degenen die minder dan één maal per maand dan wel zelden of nooit contact hebben met familie zijn, met respectievelijk 74 en 56 procent, aanmerkelijker minder tevreden met hun sociale leven dan de mensen die minstens eenmaal per maand (81 procent), minstens eenmaal per week (84 procent) of dagelijks contact hebben (86 procent).
Bij vriendencontact is dit verband nog duidelijker te zien. Degenen die minder dan éénmaal per maand of zelden of nooit contact met vrienden hebben, zijn met respectievelijk 65 en 42 procent aanmerkelijk minder vaak tevreden met hun sociale leven dan degenen die vaker contact hebben. Driekwart is tevreden met het sociale leven indien ze met hun vrienden maandelijks contact hebben, en 9 op de 10 bij degenen die dagelijks vriendencontact onderhouden.
Contactfrequentie | Ontevreden (%) | Niet tevreden, niet ontevreden (%) | Tevreden (%) | |
---|---|---|---|---|
Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen? | dagelijks | 1,9 | 7,4 | 90,8 |
Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen? | minstens 1x per week, maar niet dagelijks | 3,0 | 11,6 | 85,4 |
Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen? | minstens 1x per maand, maar niet wekelijks | 6,3 | 17,8 | 75,9 |
Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen? | minder dan 1x per maand | 13,0 | 22,1 | 64,8 |
Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen? | zelden of nooit | 24,3 | 33,7 | 42,0 |
6. Conclusie
De bevindingen laten zien dat de meeste mensen (96 procent) regelmatig, dat wil zeggen minstens wekelijks, contact hebben met vrienden, familie of buren. Ruim de helft heeft elke dag contact met anderen, en dat gebeurt meer met appen of chatten dan met een persoonlijk contact. Het aandeel dat dagelijks contact heeft met familie of vrienden fluctueert sinds 2012 rond de 30 procent. Dagelijks contact met buren is afgenomen van bijna een vijfde in 2012 tot 13 procent in 2018.
Ondanks deze contactfrequentie wenst 36 procent meer contact met familie en 41 procent met vrienden of kennissen. Het aandeel dat buren vaker wil zien is met 17 procent lager.Uit de resultaten blijkt verder dat naarmate de contactfrequentie afneemt, de behoefte aanmeer contact groter wordt. Dit is vooral bij contact met familie en vrienden het geval, en iets minder bij buren. Ook doet de vorm ertoe. Vooral als er weinig persoonlijk contact is met de familie, is daar meer behoefte aan. Bij de mensen die hun vrienden nooit zien is deze behoefte aan vaker contact gemiddeld.
Mensen zijn over het algemeen duidelijk tevreden met hun contacten; voor vrienden contact is het gemiddelde rapportcijfer een 8,3 en voor contact met familie is dit een 8,1. Dat is ook te zien in het aandeel dat een 7 of hoger scoort, en daarmee als tevreden wordt gezien.
Er zijn tussen de bevolkingsgroepen geen grote verschillen in de mate van tevredenheid met familiecontact. Met vrienden zijn vrouwen, mensen met een Nederlandse achtergrond,hoger opgeleiden en werkenden net wat tevredener dan de tegenhangende bevolkingsgroepen.
Ten slotte laat dit onderzoek zien dat hoe frequenter mensen met familie en – in wat mindere mate – met vrienden contact hebben, hoe tevredener zij daarover zijn.
De bevindingen leren dus vooral dat, hoewel slechts een kleine groep geen sociale contacten heeft, velen nog vaker andere mensen zouden willen zien, spreken of daar opeen andere manier mee willen communiceren. Meer contact betekent ook meer kwaliteit in die zin dat men daar tevredener over is, en dat is gunstig voor het persoonlijke welzijn.Daarmee worden de bevindingen uit andere studies bevestigd. Sociale contacten vormenbouwstenen voor de sociale cohesie in de samenleving. De onderlinge contacten, de waardering hiervoor, en de behoefte hieraan wijzen niet op zwakke sociale bindingen inde samenleving. Echter, het is wel zo dat de regelmatige contacten met de buren vanaf 2012 zijn afgenomen, en ook is er weinig animo om het burencontact te intensiveren.Daarnaast verschillen zowel de kwantiteit als kwaliteit van de sociale contacten tussen bevolkingsgroepen. Om de sociale cohesie te stimuleren zou het beleid dus vooral gericht moeten zijn op de groepen met een lage frequentie of waardering van sociaal contact.
Literatuur
CBS (2016, 29 december). Wie weinig contacten heeft voelt zich niet altijd alleen. CBS nieuwsbericht.
CBS (2018, 21 juni). Tevredener met sociale leven bij persoonlijk contact. CBS-nieuwsbericht.
Kloosterman, R. en K. van der Houwen (2014). Frequentie en kwaliteit van sociale contacten. Bevolkingstrends, februari 2014. CBS, Den Haag/Heerlen.
Knack S. en P. Keefer (1997). Does social capital have an economic pay-off? A cross country investigation. Quarterly Journal of Economics, 112(4), 1251–1288.
Kroll, C. (2011). Different Things Make Different People Happy: Examining Social Capital and Subjective Well-Being by Gender and Parental Status. Social Indicators Research, 104(1),157–177.
Mars, G. en H. Schmeets (2011). Meer sociale samenhang, meer geluk? Bevolkingstrends,59(3).
Matsushima, M, en Y. Matsunaga (2015). Social Capital and Subjective Well-Being in Japan. International Journal of Voluntary and Non profit Organizations 26(4), 1016–1045.
Portela, M., I. Neira, en M. del Mar Salinas-Jiménez (2013). Social Capital and Subjective Wellbeing in Europe: A New Approach on Social Capital. Social Indicators Research, 114,493–511.
Beuningen, J. van en H. Schmeets (2013). Developing a Social Capital Index for the Netherlands. Social Indicators Research, 113(3), 859–886.
StatLine
CBS StatLine (2019). Sociale contacten en maatschappelijke participatie.
Technische toelichting
Operationalisaties
Familiecontacten
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen?
— Hoe vaak heeft u contact door elkaar persoonlijk te ontmoeten?
— Hoe vaak heeft u contact door te bellen via de vaste lijn, mobiel of via internet met bijvoorbeeld Skype of FaceTime?
— En hoe vaak via het sturen van korte berichtjes, zoals SMS, WhatsApp of chat?
— En via e-mailen of brieven sturen?
De antwoordcategorieën zijn als volgt: ‘dagelijks’, ‘minstens 1 x per week, maar niet dagelijks’, ‘minstens 1 x per maand, maar niet wekelijks’, ‘minder dan 1 x per maand’ en‘zelden of nooit’.
Vriendencontacten
— Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen?
— Hoe vaak heeft u contact door elkaar persoonlijk te ontmoeten?
— Hoe vaak heeft u contact door te bellen via de vaste lijn, mobiel of via internet met bijvoorbeeld Skype of FaceTime?
— En hoe vaak via het sturen van korte berichtjes, zoals SMS, WhatsApp of chat?
— En via e-mailen of brieven sturen?
De antwoordcategorieën zijn als volgt: ‘dagelijks’, ‘minstens 1 x per week, maar niet dagelijks’, ‘minstens 1 x per maand, maar niet wekelijks’, ‘minder dan 1 x per maand’ en‘zelden of nooit’.
Burencontacten
— Hoe vaak heeft u contact met buren?
— Hoe vaak heeft u contact door elkaar persoonlijk te ontmoeten?
— Hoe vaak heeft u contact door te bellen via de vaste lijn, mobiel of via internet met bijvoorbeeld Skype of FaceTime?
— En hoe vaak via het sturen van korte berichtjes, zoals SMS, WhatsApp of chat?
— En via e-mailen of brieven sturen?
De antwoordcategorieën bij bovenstaande vragen zijn als volgt: ‘dagelijks’, ‘minstens 1 x per week, maar niet dagelijks’, ‘minstens 1 x per maand, maar niet wekelijks’, ‘minder dan 1 x per maand’ en ‘zelden of nooit’.
Vaker contact willen
— Zou u vaker contact willen hebben met één of meer familieleden of gezinsleden die niet bij u in huis wonen?
— En zou u vaker contact willen hebben met vrienden, vriendinnen of echte goede kennissen?
— En met de buren?
De antwoordcategorieën zijn: ‘ja’, ‘nee’.
Tevredenheid
De mate waarin mensen tevreden zijn met contacten met familie en vrienden en met het sociale leven is vastgesteld met de volgende vragen:
— Kunt u op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate u de contacten met uw familie over het algemeen als prettig ervaart. Een 1 staat hierbij voor zeer onprettig en een 10 voor zeer prettig?
— Kunt u op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate u de contacten met uw vrienden over het algemeen als prettig ervaart. Een 1 staat hierbij voor zeer onprettig en een 10 voor zeer prettig?
— Mate waarin u tevreden bent met uw sociale leven op een schaal van 1 tot en met 10?
De scores van 1 tot en met 4 worden geclassificeerd als ‘ontevreden’, 5 en 6 als ‘niet ontevreden, niet tevreden’ en 7 tot en met 10 als ‘tevreden’. Deze afkappunten zijn in eerder onderzoek naar subjectief welzijn vastgesteld (Van Beuningen, Van der Houwen en Moonen, 2014).
De vragen naar de waardering van het contact met familie en vrienden zijn alleen gevraagd aan degenen die minstens één maal per maand contact met hen hebben.
Tabellenbijlage
Algemeen | Algemeen | Persoonlijk contact | Persoonlijk contact | Bellen | Bellen | Bellen | Appen/chatten | Appen/chatten | Schrijven/e-mailen | Schrijven/e-mailen | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | ||
Totaal | 69,5 | 30,5 | 92,5 | 7,5 | 84,0 | 16,0 | 68,4 | 31,6 | 98,1 | 1,9 | |
Man | 77,0 | 23,0 | 93,4 | 6,6 | 88,0 | 12,0 | 74,3 | 25,7 | 98,0 | 2,0 | |
Vrouw | 62,2 | 37,8 | 91,6 | 8,4 | 80,1 | 19,9 | 62,8 | 37,2 | 98,1 | 1,9 | |
Leeftijd:15 tot 25 jaar | 69,6 | 30,4 | 92,4 | 7,6 | 86,0 | 14,0 | 63,0 | 37,0 | 99,0 | 1,0 | |
Leeftijd:25 tot 35 jaar | 57,6 | 42,4 | 91,2 | 8,8 | 82,3 | 17,7 | 54,3 | 45,7 | 98,2 | 1,8 | |
Leeftijd:35 tot 45 jaar | 67,5 | 32,5 | 92,6 | 7,4 | 82,6 | 17,4 | 67,5 | 32,5 | 97,7 | 2,3 | |
Leeftijd:45 tot 55 jaar | 74,7 | 25,3 | 94,3 | 5,7 | 86,0 | 14,0 | 73,0 | 27,0 | 98,5 | 1,5 | |
Leeftijd:55 tot 65 jaar | 72,4 | 27,6 | 94,3 | 5,7 | 84,9 | 15,1 | 67,8 | 32,2 | 98,2 | 1,8 | |
Leeftijd:65 tot 75 jaar | 71,7 | 28,3 | 91,2 | 8,8 | 82,6 | 17,4 | 74,8 | 25,2 | 96,6 | 3,4 | |
Leeftijd:75 jaar of ouder | 73,5 | 26,5 | 89,6 | 10,4 | 82,4 | 17,6 | 87,9 | 12,1 | 97,7 | 2,3 | |
Migratieachtergrond: Nederlands | 70,9 | 29,1 | 93,1 | 6,9 | 86,2 | 13,8 | 70,3 | 29,7 | 98,6 | 1,4 | |
Migratieachtergrond: Westers | 71,1 | 28,9 | 92,5 | 7,5 | 82,4 | 17,6 | 66,9 | 33,1 | 96,3 | 3,7 | |
Migratieachtergrond: Niet-westers | 58,4 | 41,6 | 88,2 | 11,8 | 69,8 | 30,2 | 56,7 | 43,3 | 95,8 | 4,2 | |
Onderwijsniveau: Basisonderwijs | 67,1 | 32,9 | 85,8 | 14,2 | 79,0 | 21,0 | 73,8 | 26,2 | 98,2 | 1,8 | |
Onderwijsniveau: Vmbo, avo onderbouw, mbo 1 | 70,0 | 30,0 | 90,3 | 9,7 | 81,7 | 18,3 | 71,1 | 28,9 | 96,9 | 3,1 | |
Onderwijsniveau: Mbo 2,3,4, havo, vwo | 66,7 | 33,3 | 92,1 | 7,9 | 82,2 | 17,8 | 65,7 | 34,3 | 98,4 | 1,6 | |
Onderwijsniveau: Hbo-, wo-bachelor | 70,9 | 29,1 | 95,3 | 4,7 | 88,4 | 11,6 | 67,6 | 32,4 | 98,8 | 1,2 | |
Onderwijsniveau: Hbo-, wo-master, doctor | 78,3 | 21,7 | 98,4 | 1,6 | 91,3 | 8,7 | 72,1 | 27,9 | 98,1 | 1,9 | |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Eerste (laagste) kwartiel | 64,8 | 35,2 | 91,1 | 8,9 | 79,7 | 20,3 | 67,3 | 32,7 | 97,0 | 3,0 | |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Tweede kwartiel | 69,6 | 30,4 | 90,6 | 9,4 | 82,1 | 17,9 | 69,6 | 30,4 | 97,4 | 2,6 | |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Derde kwartiel | 70,9 | 29,1 | 92,2 | 7,8 | 85,1 | 14,9 | 68,1 | 31,9 | 98,4 | 1,6 | |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Vierde (hoogste) kwartiel | 71,2 | 28,8 | 95,0 | 5,0 | 87,3 | 12,7 | 68,7 | 31,3 | 98,9 | 1,1 | |
Betaald werk: Ja | 69,3 | 30,7 | 93,4 | 6,6 | 85,7 | 14,3 | 65,2 | 34,8 | 98,4 | 1,6 | |
Betaald werk: Nee | 69,8 | 30,2 | 90,9 | 9,1 | 80,9 | 19,1 | 74,5 | 25,5 | 97,3 | 2,7 | |
Positie in het huishouden: Alleenstaande | 67,6 | 32,4 | 90,6 | 9,4 | 81,5 | 18,5 | 71,4 | 28,6 | 97,6 | 2,4 | |
Positie in het huishouden: Lid paar zonder kinderen | 70,9 | 29,1 | 93,9 | 6,1 | 85,7 | 14,3 | 69,2 | 30,8 | 98,0 | 2,0 | |
Positie in het huishouden: Lid paar met kinderen | 68,6 | 31,4 | 92,9 | 7,1 | 83,6 | 16,4 | 67,2 | 32,8 | 98,3 | 1,7 | |
Positie in het huishouden: Alleenstaande ouder | 54,2 | 45,8 | 87,6 | 12,4 | 72,0 | 28,0 | 61,8 | 38,2 | 96,3 | 3,7 | |
Positie in het huishouden: Thuiswonend kind | 75,6 | 24,4 | 91,3 | 8,7 | 87,7 | 12,3 | 67,5 | 32,5 | 99,1 | 0,9 | |
Positie in het huishouden: Overig | 71,7 | 28,3 | 98,3 | 1,7 | 87,3 | 12,7 | 64,1 | 35,9 | 98,0 | 2,0 | |
Burgerlijke staat: Gehuwd (ook gescheiden van tafel en bed) incl. geregistreerd partnerschap | 70,6 | 29,4 | 93,1 | 6,9 | 83,9 | 16,1 | 69,4 | 30,6 | 97,8 | 2,2 | |
Burgerlijke staat: Voor de wet gescheiden | 68,1 | 31,9 | 91,8 | 8,2 | 80,1 | 19,9 | 67,5 | 32,5 | 97,7 | 2,3 | |
Burgerlijke staat: Weduwe/weduwnaar | 63,5 | 36,5 | 86,3 | 13,7 | 77,8 | 22,2 | 79,0 | 21,0 | 97,2 | 2,8 | |
Burgerlijke staat: Nooit gehuwd geweest | 69,3 | 30,7 | 92,8 | 7,2 | 86,1 | 13,9 | 65,8 | 34,2 | 98,5 | 1,5 | |
Algemeen | Algemeen | Persoonlijk contact | Persoonlijk contact | Bellen | Bellen | Appen | Appen | Schrijven/e-mailen | Schrijven/e-mailen | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | minder dan dagelijks | dagelijks | |
Totaal | 70,6 | 29,4 | 89,3 | 10,7 | 88,9 | 11,1 | 66,5 | 33,5 | 98,2 | 1,8 |
Man | 71,4 | 28,6 | 87,8 | 12,2 | 88,6 | 11,4 | 67,0 | 33,0 | 98,3 | 1,7 |
Vrouw | 69,9 | 30,1 | 90,6 | 9,4 | 89,1 | 10,9 | 66,1 | 33,9 | 98,1 | 1,9 |
Leeftijd: 15 tot 25 jaar | 28,1 | 71,9 | 61,9 | 38,1 | 73,3 | 26,7 | 21,1 | 78,9 | 97,7 | 2,3 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 56,9 | 43,1 | 90,9 | 9,1 | 87,5 | 12,5 | 49,5 | 50,5 | 98,4 | 1,6 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 74,1 | 25,9 | 94,4 | 5,6 | 90,6 | 9,4 | 66,7 | 33,3 | 97,2 | 2,8 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 81,3 | 18,7 | 95,8 | 4,2 | 93,4 | 6,6 | 76,1 | 23,9 | 99,0 | 1,0 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 86,8 | 13,2 | 96,5 | 3,5 | 94,7 | 5,3 | 86,5 | 13,5 | 98,6 | 1,4 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 84,6 | 15,4 | 94,4 | 5,6 | 92,5 | 7,5 | 89,5 | 10,5 | 97,8 | 2,2 |
Leeftijd: 75 jaar en ouder | 88,3 | 11,7 | 93,5 | 6,5 | 92,2 | 7,8 | 95,6 | 4,4 | 98,4 | 1,6 |
Migratieachtergrond:Nederlands | 72,0 | 28,0 | 90,2 | 9,8 | 91,0 | 9,0 | 68,5 | 31,5 | 98,7 | 1,3 |
Migratieachtergrond:Westers | 73,4 | 26,6 | 91,4 | 8,6 | 88,2 | 11,8 | 68,8 | 31,2 | 97,0 | 3,0 |
Migratieachtergrond:Niet-westers | 59,0 | 41,0 | 80,9 | 19,1 | 74,8 | 25,2 | 51,4 | 48,6 | 95,5 | 4,5 |
Onderwijsniveau:Basisonderwijs | 71,4 | 28,6 | 82,3 | 17,7 | 81,6 | 18,4 | 67,8 | 32,2 | 98,3 | 1,7 |
Onderwijsniveau:Vmbo, avo onderbouw, mbo 1 | 67,7 | 32,3 | 81,3 | 18,7 | 85,1 | 14,9 | 65,8 | 34,2 | 97,8 | 2,2 |
Onderwijsniveau:Mbo 2,3,4, havo, vwo | 70,2 | 29,8 | 90,8 | 9,2 | 88,9 | 11,1 | 65,3 | 34,7 | 98,5 | 1,5 |
Onderwijsniveau:Hbo-, wo-bachelor | 71,0 | 29,0 | 94,2 | 5,8 | 93,0 | 7,0 | 67,1 | 32,9 | 98,4 | 1,6 |
Onderwijsniveau:Hbo-, wo-master, doctor | 76,7 | 23,3 | 95,3 | 4,7 | 94,3 | 5,7 | 69,9 | 30,1 | 97,7 | 2,3 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Eerste (laagste) kwartiel | 64,0 | 36,0 | 84,4 | 15,6 | 82,3 | 17,7 | 60,7 | 39,3 | 97,0 | 3,0 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Tweede kwartiel | 72,8 | 27,2 | 88,6 | 11,4 | 88,9 | 11,1 | 69,7 | 30,3 | 98,2 | 1,8 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Derde kwartiel | 72,1 | 27,9 | 90,3 | 9,7 | 90,0 | 10,0 | 66,5 | 33,5 | 98,6 | 1,4 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Vierde (hoogste) kwartiel | 71,9 | 28,1 | 91,9 | 8,1 | 92,1 | 7,9 | 68,4 | 31,6 | 98,8 | 1,2 |
Betaald werk: Ja | 68,5 | 31,5 | 89,9 | 10,1 | 89,4 | 10,6 | 62,0 | 38,0 | 98,6 | 1,4 |
Betaald werk: Nee | 74,5 | 25,5 | 88,0 | 12,0 | 87,9 | 12,1 | 75,3 | 24,7 | 97,4 | 2,6 |
Positie in het huishouden: Alleenstaande | 68,1 | 31,9 | 89,9 | 10,1 | 88,6 | 11,4 | 70,8 | 29,2 | 97,9 | 2,1 |
Positie in het huishouden: Lid paar zonder kinderen | 83,6 | 16,4 | 95,9 | 4,1 | 94,0 | 6,0 | 79,7 | 20,3 | 98,8 | 1,2 |
Positie in het huishouden: Lid paar met kinderen | 79,1 | 20,9 | 95,5 | 4,5 | 92,5 | 7,5 | 73,2 | 26,8 | 98,6 | 1,4 |
Positie in het huishouden: Alleenstaande ouder | 67,4 | 32,6 | 88,8 | 11,2 | 83,9 | 16,1 | 59,7 | 40,3 | 96,5 | 3,5 |
Positie in het huishouden: Thuiswonend kind | 28,5 | 71,5 | 60,3 | 39,7 | 72,4 | 27,6 | 21,7 | 78,3 | 97,1 | 2,9 |
Positie in het huishouden: Overig | 53,6 | 46,4 | 85,1 | 14,9 | 82,9 | 17,1 | 46,9 | 53,1 | 97,3 | 2,7 |
Burgerlijke staat: Gehuwd (ook gescheiden van tafel en bed) incl. geregistreerd partnerschap | 84,2 | 15,8 | 96,3 | 3,7 | 93,1 | 6,9 | 80,5 | 19,5 | 98,5 | 1,5 |
Burgerlijke staat: Voor de wet gescheiden | 76,8 | 23,2 | 93,1 | 6,9 | 90,8 | 9,2 | 76,5 | 23,5 | 97,9 | 2,1 |
Burgerlijke staat: Weduwe/weduwnaar | 79,4 | 20,6 | 91,3 | 8,7 | 89,9 | 10,1 | 91,1 | 8,9 | 97,1 | 2,9 |
Burgerlijke staat: Nooit gehuwd geweest | 50,6 | 49,4 | 79,6 | 20,4 | 83,2 | 16,8 | 44,2 | 55,8 | 98,0 | 2,0 |
Met familie- of gezinsleden niet-thuiswonend | Met familie- of gezinsleden niet-thuiswonend | Met vrienden of kennissen | Met vrienden of kennissen | Met buren | Met buren | |
---|---|---|---|---|---|---|
nee | ja | nee | ja | nee | ja | |
Totaal | 64,0 | 36,0 | 58,9 | 41,1 | 83,5 | 16,5 |
Man | 66,1 | 33,9 | 58,6 | 41,4 | 83,2 | 16,8 |
Vrouw | 62,0 | 38,0 | 59,2 | 40,8 | 83,7 | 16,3 |
Leeftijd :15 tot 25 jaar | 56,7 | 43,3 | 51,3 | 48,7 | 83,1 | 16,9 |
Leeftijd :25 tot 35 jaar | 62,1 | 37,9 | 49,3 | 50,7 | 77,2 | 22,8 |
Leeftijd :35 tot 45 jaar | 60,6 | 39,4 | 46,0 | 54,0 | 81,1 | 18,9 |
Leeftijd :45 tot 55 jaar | 62,1 | 37,9 | 54,7 | 45,3 | 83,0 | 17,0 |
Leeftijd :55 tot 65 jaar | 69,3 | 30,7 | 68,1 | 31,9 | 86,5 | 13,5 |
Leeftijd :65 tot 75 jaar | 70,9 | 29,1 | 76,0 | 24,0 | 88,6 | 11,4 |
Leeftijd :75 jaar of ouder | 69,8 | 30,2 | 77,5 | 22,5 | 87,0 | 13,0 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 68,4 | 31,6 | 61,1 | 38,9 | 86,0 | 14,0 |
Migratieachtergrond: Westers | 56,8 | 43,2 | 55,0 | 45,0 | 82,8 | 17,2 |
Migratieachtergrond: Niet-westers | 40,7 | 59,3 | 47,3 | 52,7 | 66,5 | 33,5 |
Onderwijsniveau: Basisonderwijs | 59,5 | 40,5 | 64,5 | 35,5 | 79,8 | 20,2 |
Onderwijsniveau: Vmbo, avo onderbouw, mbo 1 | 65,7 | 34,3 | 67,0 | 33,0 | 86,2 | 13,8 |
Onderwijsniveau: Mbo 2,3,4, havo, vwo | 65,2 | 34,8 | 60,3 | 39,7 | 84,0 | 16,0 |
Onderwijsniveau: Hbo-, wo-bachelor | 64,5 | 35,5 | 53,5 | 46,5 | 84,4 | 15,6 |
Onderwijsniveau: Hbo-, wo-master, doctor | 61,8 | 38,2 | 45,0 | 55,0 | 79,2 | 20,8 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Eerste (laagste) kwartiel | 55,1 | 44,9 | 55,9 | 44,1 | 77,3 | 22,7 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Tweede kwartiel | 65,3 | 34,7 | 63,0 | 37,0 | 84,6 | 15,4 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Derde kwartiel | 66,5 | 33,5 | 59,2 | 40,8 | 83,5 | 16,5 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Vierde (hoogste) kwartiel | 67,2 | 32,8 | 58,5 | 41,5 | 87,4 | 12,6 |
Betaald werk: Ja | 63,5 | 36,5 | 53,8 | 46,2 | 83,3 | 16,7 |
Betaald werk: Nee | 64,9 | 35,1 | 68,2 | 31,8 | 83,8 | 16,2 |
Positie in het huishouden: Positie in het huishouden: Alleenstaande | 62,5 | 37,5 | 60,3 | 39,7 | 80,8 | 19,2 |
Positie in het huishouden: Lid paar zonder kinderen | 69,5 | 30,5 | 67,1 | 32,9 | 85,8 | 14,2 |
Positie in het huishouden: Lid paar met kinderen | 65,0 | 35,0 | 54,6 | 45,4 | 84,2 | 15,8 |
Positie in het huishouden: Alleenstaande ouder | 57,7 | 42,3 | 46,2 | 53,8 | 76,8 | 23,2 |
Positie in het huishouden: Thuiswonend kind | 57,2 | 42,8 | 54,2 | 45,8 | 85,7 | 14,3 |
Positie in het huishouden: Overig | 44,4 | 55,6 | 43,0 | 57,0 | 72,0 | 28,0 |
Burgerlijke staat: Gehuwd (ook gescheiden van tafel en bed) incl. geregistreerd partnerschap | 68,0 | 32,0 | 64,4 | 35,6 | 85,4 | 14,6 |
Burgerlijke staat: Voor de wet gescheiden | 57,2 | 42,8 | 56,4 | 43,6 | 81,3 | 18,7 |
Burgerlijke staat: Weduwe/weduwnaar | 67,6 | 32,4 | 73,2 | 26,8 | 87,0 | 13,0 |
Burgerlijke staat: Nooit gehuwd geweest | 60,1 | 39,9 | 50,4 | 49,6 | 81,1 | 18,9 |
Met familie 1) | Met familie 1) | Met vrienden | Met vrienden | |
---|---|---|---|---|
nee | ja | nee | ja | |
Totaal | 8,4 | 91,6 | 3,7 | 96,3 |
Man | 8,9 | 91,1 | 4,2 | 95,8 |
Vrouw | 7,9 | 92,1 | 3,3 | 96,7 |
Leeftijd: 15-24 jaar | 7,3 | 92,7 | 3,5 | 96,5 |
Leeftijd: 25-34 jaar | 6,9 | 93,1 | 2,8 | 97,2 |
Leeftijd: 35-44 jaar | 9,2 | 90,8 | 4,1 | 95,9 |
Leeftijd: 45-54 jaar | 12,1 | 87,9 | 3,5 | 96,5 |
Leeftijd: 55-64 jaar | 8,8 | 91,2 | 4,6 | 95,4 |
Leeftijd: 65 jaar of ouder | 6,1 | 93,9 | 4,0 | 96,0 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 8,2 | 91,8 | 2,9 | 97,1 |
Migratieachtergrond: Westers en Niet-westers | 9,0 | 91,0 | 6,7 | 93,3 |
Onderwijsniveau: Laag | 8,3 | 91,7 | 5,4 | 94,6 |
Onderwijsniveau: Middelbaar | 8,8 | 91,2 | 3,2 | 96,8 |
Onderwijsniveau: Hoog | 7,3 | 92,7 | 2,0 | 98,0 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Eerste (laagste) kwartiel | 10,1 | 89,9 | 6,4 | 93,6 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Tweede kwartiel | 8,1 | 91,9 | 3,8 | 96,2 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Derde kwartiel | 8,5 | 91,5 | 3,2 | 96,8 |
Gestandaardiseerd huishoudensinkomen: Vierde (hoogste) kwartiel | 7,0 | 93,0 | 2,0 | 98,0 |
Betaald werk: Ja | 8,2 | 91,8 | 2,5 | 97,5 |
Betaald werk: Nee | 8,6 | 91,4 | 6,0 | 94,0 |
Positie in het huishouden: Alleenstaande | 8,5 | 91,5 | 5,7 | 94,3 |
Positie in het huishouden: Lid paar zonder kinderen | 6,8 | 93,2 | 3,0 | 97,0 |
Positie in het huishouden: Lid paar met kinderen | 9,4 | 90,6 | 3,2 | 96,8 |
Positie in het huishouden: Alleenstaande ouder | 12,7 | 87,3 | 3,4 | 96,6 |
Positie in het huishouden: Thuiswonend kind | 8,1 | 91,9 | 2,8 | 97,2 |
Positie in het huishouden: Overig | 9,7 | 90,3 | 6,7 | 93,3 |
Burgerlijke staat: Gehuwd incl. geregistreerd partnerschap | 8,4 | 91,6 | 3,4 | 96,6 |
Burgerlijke staat: Voor de wet gescheiden | 11,8 | 88,2 | 5,8 | 94,2 |
Burgerlijke staat: Weduwe/weduwnaar | 4,2 | 95,8 | 4,1 | 95,9 |
Burgerlijke staat: Nooit gehuwd geweest | 8,2 | 91,8 | 3,7 | 96,3 |
1) De vraag naar tevredenheid met het contact met familie is alleen gesteld aan mensen die minstens 1 maal per maand contact met hen hebben. |
Met familiecontact 1) | Met familiecontact 1) | Met familiecontact 1) | Met het sociale leven | Met het sociale leven | Met het sociale leven | Met uitwonende familieleden of gezinsleden | Met uitwonende familieleden of gezinsleden | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ontevreden | niet tevreden, niet ontevreden | wel tevreden | ontevreden | niet tevreden, niet ontevreden | wel tevreden | ja | nee | |
Frequentie contact: Dagelijks | 0,6 | 4,2 | 95,2 | 3,5 | 10,6 | 85,9 | 31,8 | 68,2 |
Frequentie contact: Minstens 1x per week, maar niet dagelijks | 1,2 | 6,7 | 92,1 | 3,4 | 12,4 | 84,2 | 36,0 | 64,0 |
Frequentie contact: Minstens 1x per maand, maar niet wekelijks | 2,8 | 16,4 | 80,9 | 5,5 | 13,7 | 80,8 | 42,9 | 57,1 |
Frequentie contact: Minder dan 1x per maand | - | - | - | 8,3 | 18,0 | 73,7 | 46,3 | 53,7 |
Frequentie contact: Zelden of nooit | - | - | - | 21,7 | 22,6 | 55,7 | 37,8 | 62,2 |
1) De vraag naar tevredenheid met het contact met familie is alleen gesteld aan mensen die minstens 1 maal per maand contact met hen hebben. |
Met familiecontact 1) | Met familiecontact 1) | Met familiecontact 1) | Met het sociale leven | Met het sociale leven | Met het sociale leven | Met uitwonende familieleden of gezinsleden | Met uitwonende familieleden of gezinsleden | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ontevreden | niet tevreden, niet ontevreden | wel tevreden | ontevreden | niet tevreden, niet ontevreden | wel tevreden | ja | nee | |
Frequentie contact: Dagelijks | 0,2 | 1,7 | 98,2 | 1,9 | 7,4 | 90,8 | 34,6 | 65,4 |
Frequentie contact: Minstens 1x per week, maar niet dagelijks | 0,3 | 3,6 | 96,2 | 3,0 | 11,6 | 85,4 | 38,5 | 61,5 |
Frequentie contact: Minstens 1x per maand, maar niet wekelijks | 1,0 | 6,0 | 93,1 | 6,3 | 17,8 | 75,9 | 46,0 | 54,0 |
Frequentie contact: Minder dan 1x per maand | - | - | - | 13,0 | 22,1 | 64,8 | 47,0 | 53,0 |
Frequentie contact: Zelden of nooit | - | - | - | 24,3 | 33,7 | 42,0 | 49,1 | 50,9 |
1) De vraag naar tevredenheid met het contact met vrienden of echte goede kennissen is alleen gesteld aan mensen die minstens 1 maal per maand contact met hen hebben. |